Diana Gombe: ‘Mijn wereld is in Tilburg veel groter geworden’   

Diana Gombe: ‘Mijn wereld is in Tilburg veel groter geworden’   

De Keniaanse Diana Gombe (23) begon in 2022 aan haar bachelor global law in Tilburg. In Nederland voelt ze zich bevrijd van de strenge normen die haar moederland aan meisjes oplegt, maar ze krijgt er vooroordelen voor terug. ‘Als mensen mij vragen of ik vroeger naar school ging op de rug van een olifant, knik ik gewoon ja.’

‘Er is een herverdeling van de welvaart nodig, zodat niemand meer hoeft te stelen.’ Beeld Ton Toemen

Read this interview in English.

Op 26 april 2021 landde global law-student Diana Gombe vanuit Kenia in Nederland, maar in haar compacte studentenkamer ademt nog elk hoekje heimwee. Aan de muur houdt een masker van een Masai krijger de wacht. Boven een tafel vol specerijen uit haar moederland hangt een geschilderd tafereel van vier meisjeshoofden op rij, kijkend naar zee.

‘Op mijn laatste dag in Kenia ging ik met drie vriendinnen naar het strand. Op mijn verjaardag kreeg ik van een van hen dit schilderijtje, van precies dit moment.’

Internationals in Tilburg

Chinees, Duits, Braziliaans: lange tijd zijn internationals uit alle hoeken van de wereld naar Nederland getrokken. De wetenschap houdt zich niet aan landsgrenzen en Dutch universities willen goed scoren op het academische wereldtoneel. Maar er kwamen wel heel veel internationals deze kant op: collegezalen en studentenhuizen zitten overvol en veel opleidingen worden alleen nog in het Engels gegeven.

Tijd voor een ommekeer, klinkt het nu. De politiek wil minder internationals en Engels aan universiteiten. Universiteiten maken plannen om de internationalisering terug te dringen. En zo gaat het steeds óver internationals. Maar wie zijn zij eigenlijk? En hoe zien zij hun toekomst voor zich? In deze rubriek gaat Univers in gesprek met internationale studenten en medewerkers van Tilburg University.

Als tiener besluit Gombe al dat ze in het buitenland wil studeren, net als haar zus, die voor haar studie naar Spanje vertrekt. ‘Ik wilde de wijde wereld in, en ik was nieuwsgierig of ik op een andere plek iemand anders zou kunnen zijn. De Keniaanse samenleving is nogal beperkend, er heerst een vastomlijnd idee over hoe een keurig meisje zich dient te gedragen.

‘Mijn zus en ik konden niet openlijk seksuele wezens zijn, dat deel van onszelf diende onderdrukt te worden. Als je in het openbaar je partner zoende kon je een bekeuring krijgen, maar als je een jongen bent zag iedereen dat door de vingers. Ik vond het belachelijk dat ik bestraft werd voor het feit dat ik een levend wezen ben dat van mannelijk gezelschap houdt.’

Haar opvoeding draait om discipline, vertelt Gombe. ‘Ik ben eigenzinnig en stel graag zaken ter discussie – een typisch advocatentrekje. Maar in Kenia kun je niet terugpraten tegen je ouders. Later ben ik dat gaan waarderen, omdat het voortkomt uit utu – ‘Ik ben omdat wij zijn’ – een Afrikaanse filosofie die draait om gemeenschapszin. Stel jezelf niet boven een ander, dat was de kern.

‘Ik ben katholiek opgevoed, en er was thuis ook ruimte voor traditionele Afrikaanse gebruiken. Ik geloof nog steeds in God, maar een tijdje ben ik niet meer naar de kerk gegaan, omdat ik moeite had met bepaalde aspecten van mijn geloof. Mijn studie global law deed me inzien hoe mensen van religie iets politieks hebben gemaakt wat ze goed uitkwam.

‘Het waren onze onderdrukkers die ons het christendom brachten. Eerst kwamen de ontdekkingsreizigers, toen de missionarissen, en daarna de kolonisten, die dood en verderf zaaiden. De band tussen de kolonisten en de kerk was zo nauw dat de kerk het gedrag van kolonisten rechtvaardigde. Sommige katholieke scholen die in die tijd waren opgericht bleven anti-zwart. Ik draag mijn haar nu natuurlijk, maar zo kon ik vroeger niet naar school.’

Je moest het ontkroezen?

‘Ja, want kroeshaar werd als onverzorgd gezien. Maar wie bepaalt dat? Op gemengde scholen mochten jongens en meisjes elkaar niet knuffelen of aanraken. Bepaalde kleding mocht je niet dragen in de kerk, omdat je dan de voorganger zou afleiden. Als je lichaam zich snel ontwikkelde werd dat tegen je gebruikt. Het was jouw schuld als jou iets overkwam, want dan had je je maar anders moeten kleden.

‘Als kind was ik daar kwaad over en later ben ik bij de vrouwenbeweging gegaan om daar een eind aan te maken. Mijn moeder heeft me enorm geïnspireerd. Zij was zich bewust van de tradities en wilde me beschermen, maar zij begreep dondersgoed dat de vrouw niet het probleem is. De samenleving moet haar zonen gewoon beter opvoeden.’

Wat vond je vader daarvan?

‘Mijn ouders zijn gescheiden toen ik zeven was, maar over de grote lijnen waren ze het eens: zorg dat meisjes onderwijs krijgen en geef ze meer ruimte. Mijn vader speelde geen rol in mijn opvoeding. Telkens als hij dat probeerde ontplofte de boel. Mijn vader worstelde met depressie en probeerde dat te verdoven met alcohol. In mijn jeugd was hij een vreemde. Pas op mijn 16e hebben we weer contact gekregen.

‘Inmiddels drinkt hij niet meer en heeft hij zijn leven omgegooid. Hij is hoofd van de bibliotheek van de Universiteit van Nairobi en werkt aan zijn promotieonderzoek. We zijn nu een soort vrienden van elkaar, wat op zich mooi is, alleen hebben wij een belangrijk stadium overgeslagen, namelijk de hele basis.’

Heeft dat veel effect op jou gehad?

‘Ik heb nog steeds moeite om mensen te vertrouwen. Het ergste is voorbij, maar het heeft lang pijn gedaan. Gelukkig heeft de liefde van mijn oma dat wat verzacht. Toen mijn vader vertrok nam zij de zorg over.’

Rechtvaardigheid is een belangrijk thema in de familie Gombe. Moeder wordt, na een lange carrière als advocaat, in 2013 als een van de eerste vrouwen benoemd tot senator in het parlement. ‘Haar generatie heeft ons leven veranderd,’ zegt Gombe trots. ‘Zij was lid van een vrouwelijke advocatenorde die streed voor vrouwenrechten en campagne voerde tegen gendergerelateerd geweld. Veel kindhuwelijken zijn ontbonden door vrouwelijke leiders in de gemeenschap, die kostscholen opzetten waar deze meisjes hun basisschool konden afmaken.’

Gombe groeit op in Nairobi West, een zakenwijk op een kwartier rijden van Nairobi National Park, ‘een gigantisch park middenin de stad, waar je de leeuwen en giraffen gewoon ziet rondlopen.’ De hoofdstad, die inmiddels 4,4 miljoen inwoners telt, is een smeltkroes, vertelt Gombe. ‘We zijn gewend aan verschillende culturen en verschillende manieren van denken.’

Maar in haar jeugd woedt er een stammenstrijd, aangevuurd door grote inkomensverschillen, met aan de ene kant de Kikuyu, die zich ontwikkelt tot de heersende klasse, en aan de andere kant onder meer de Luo, de etnische groep waartoe ook Gombe’s ouders behoren. ‘Na het uitroepen van de onafhankelijkheid in 1963 zagen de Kikuyu’s zichzelf als de nieuwe Britten,’ licht ze toe. ‘Zij werden door de Britten voor hun loyaliteit beloond met land, en na het uitroepen van de republiek Kenia haalden hun bedrijven grote contracten bij de overheid binnen.’

Wanneer bij de presidentsverkiezingen in 2007 Mwai Kibaki, een lid van de Kikuyu-stam, wordt verkozen, beschuldigt Raila Odinga, zijn politiek opponent en lid van de Luo-stam, hem van verkiezingsfraude. Er breken gewelddadige rellen uit. Als zevenjarige ziet Gombe in wijken waar veel Luo wonen de lijken langs de kant van de weg liggen. ‘Het was traumatisch, het geweld draaide bijna uit op een etnische zuivering.’ Op school keren vriendengroepen zich opeens tegen elkaar. Omwille van de veiligheid verhuist het gezin naar een andere wijk.

Voor Gombe vormt het geweld een beslissende ervaring. ‘Mensen leven samen en van de ene op de andere dag vermoorden ze elkaar.’ Het inspireert haar keuze voor een studie rechten. ‘Ik wil meehelpen om de fundamenten van het land te verstevigen, zodat mensen niet meer de noodzaak voelen om de wapens op te nemen tegen hun naaste buren.

‘Aanvankelijk wilde ik net als mijn moeder de advocatuur in, tot ik besefte dat je als advocaat in feite slechte wetten aan het faciliteren bent. Ik bouw liever mee aan betere wetten. Ik wil graag een master public governance doen, zodat ik me op termijn nuttig kan maken voor mijn gemeenschap in Kenia. Misschien wil ik wel de politiek in, zodat je rampen kunt voorkomen voordat ze zich voordoen.

‘Als mensen beweren dat de Keniaanse regering gewoon een stel boeven is, denk ik: maar hoe zijn we in deze situatie beland? Onze grondwet is prima, maar er gaapt een gat tussen de wet en de praktijk. Er is een herverdeling van de welvaart nodig, zodat niemand meer hoeft te stelen. De problemen van Kenia zijn best op te lossen. Als we een stevige overheid bouwen en gaan investeren in onderwijs, sociale voorzieningen en werkgelegenheid komen we er wel.’

‘Ik voel me hier regelmatig behandeld alsof ik geen mens ben, maar iets exotisch’

Op 25 juni, enige tijd na ons gesprek, wordt het parlement van Nairobi bestormd door duizenden woedende betogers, die protesteren tegen grote belastingverhogingen, waarna de regering Ruto bloedig terugslaat. Op 2 juli meldt De Kenyan Commission on Human Rights al 39 doden.

De breed gedragen onvrede, waarvoor voornamelijk twintigers en dertigers de straat op gaan, kent een lange geschiedenis, vertelt Gombe tijdens ons gesprek. Ongeveer de helft van de bevolking in Nairobi woont in sloppenwijken.

‘Ik kom uit een grote familie. We gingen regelmatig langs bij neven en nichten die in een krottenwijk woonden en amper over elektriciteit beschikten. Ik weet nog dat ik aan mijn moeder vroeg waarom we zoveel wasmiddel, luiers, levensmiddelen en kleding kochten als we naar ze toe gingen. Zij legde uit dat niet iedereen het thuis zo goed had als wij. Mijn ouders betaalden ook schoolgeld en doktersrekeningen voor mensen in de gemeenschap.’

Kenia kent een hoge jeugdwerkloosheid, die in 2024 wordt geschat op 60%, legt Gombe uit. ‘Het is vrij gebruikelijk om je kind voor studie naar het buitenland te sturen als je je dat kunt veroorloven. Het onderwijs in Kenia is goed, maar er is sprake van corruptie en nepotisme. Om een baan te krijgen moet je iemand kennen in de selectiecommissie.

‘Veel werklozen hebben gestudeerd. Ingenieurs moeten soms Uber rijden omdat de fondsen om banen te creëren achterover worden gedrukt. Kenia heeft een probleem met goed bestuur, en het recht is niet heel eerlijk, vrij of verfijnd. Maar goed, wat kun je verwachten van een land dat door overheersers is leeggeroofd? De corruptie is niet bij ons begonnen, maar is door kolonisten ingevoerd.’

Gombe’s eigen keuze voor een studie in Tilburg ontstaat bij toeval. Ze is aangenomen als rechtenstudent aan Kent University als blijkt dat haar studiebeurs niet wordt toegekend. Terwijl ze in Nairobi alsnog aan haar studie begint wordt haar moeder in Den Haag aangesteld als ambassadeur.

Inmiddels is de covid-pandemie uitgebroken. Omdat oma vanwege ziekte niet kan reizen blijft zij noodgedwongen achter in Kenia, waar Gombe haar verzorgt, tussen Zoom-colleges door. Tijdens een controle in het ziekenhuis loopt oma een covidbesmetting op. Binnen twee weken overlijdt ze. Gombe vliegt naar haar moeder in Nederland.

‘Ik kon niet geloven dat ze er niet meer was,’ blikt ze terug. ‘Mijn oma was zo belangrijk in mijn leven. Toen mijn vader vertrok ging zij voor ons zorgen.’ Gombe is 21, alleen teruggaan naar Nairobi is geen optie. Na een tussenjaar begint Gombe in september 2022 aan haar bachelor in Tilburg. ‘Als je global law wil studeren is dit de beste universiteit, en Tilburg is pittoresk en rustig – het perfecte decor voor een intensief studieprogramma.’

Wat viel je op toen je in Nederland aankwam?

‘Dat het in de lente ijskoud is! En mensen zeggen hier wat ze denken, je weet meteen waar je staat. In Kenia is de gevleugelde uitspraak: ‘wat zullen mensen wel niet denken?’ Zodra je daar buiten de norm valt, omdat je een keer te direct bent, of toch die extra piercing neemt, dan hoor je dat zinnetje. Dat is het fijne van de Nederlandse samenleving: het kan niemand schelen wat je doet.

‘Het nadeel daarvan is dat mensen soms achteloos lompe dingen tegen je zeggen. Ik voel me hier regelmatig behandeld alsof ik geen mens ben, maar iets ‘exotisch’, wat sowieso een absurde manier is om een mens te beschrijven. Kom op zeg, ik ben geen vogel of tropische plant.’

Kun je een voorbeeld geven?

‘Ik werkte een tijdje als babysitter. Een van de kinderen, een meisje van zeven, wilde mij tekenen. Ze maakte een gezicht met knalroze, extreem grote lippen. Ze zei: ‘Dat is omdat jij geen normale mond hebt, maar een Afrikaanse mond.’

‘Ik voelde me gekwetst, het deed me denken aan de zwaar overdreven zwarte gezichten uit de minstrel shows (een fenomeen uit de jaren dertig van de negentiende eeuw, waarbij witte New Yorkers met zwart geschminkte gezichten tot slaaf gemaakten uitbeeldden, red.). Ik wilde haar vertellen hoe ik me daarbij voelde, maar hoe leg je zoiets uit aan een kind van zeven?’

Het zag eruit als blackface?

‘Ja, zo voelde het. Ik dacht daar gaan we weer. Eigenschappen van zwarte mensen worden op een vernederende manier uitvergroot. Als een kind dat doet, doet het veel meer pijn, omdat je denkt: waar haalt ze het vandaan? De kinderen vonden het ook leuk om ongevraagd hun vingers in mijn kapsel te steken, alsof ze een huisdier aan het knuffelen waren. Dat soort microagressies raakten me diep.’

Maak je dit soort dingen weleens mee in Tilburg?

‘In de les vroeg iemand me een keer hoe het voelde om de minderheid te zijn. Ze maakt een grap, dacht ik, want zwarte mensen zijn wereldwijd in de meerderheid. Maar ze was bloedserieus. En het is niet eens helemaal haar schuld, omdat ons persoonlijke leven deels politiek is geworden. Denk bijvoorbeeld aan linkse partijen die ‘minderheden beschermen’ of ‘een stem geven’.

‘Alsof we geen mensen zijn, maar louter onderwerpen, die ter discussie staan. Je voelt je net een insect dat aan de muur wordt geprikt om ontleed te worden. De aanname is: ik ben de norm en jij bent de ander. Dit gebeurde nota bene in de les van professor Goodwin, waarbij global law wordt bekeken in relatie tot afkomst, en waar we bespreken hoe recht wordt gebruikt om bepaalde bevolkingsgroepen zogenaamd te ‘civiliseren’. Kennelijk is dat aan dovenmansoren gericht.

‘Het sociale leven in Nederland is net Tetris, alles wordt krampachtig in tijdslots gepropt.’ Beeld Ton Toemen

‘Bij het vak rechtsgeschiedenis gaat het over de trans-Atlantische slavenhandel, en de impact daarvan op latere generaties. Een collega van Slavische afkomst zei: ‘Ik vind dat zwarte mensen de hele tijd het slachtoffer uithangen. Al dat gejank van die Afrikanen altijd. Alsof jullie de enige slaven waren. Wij waren ook slaaf hoor.’ Ik was verbijsterd.

‘Op een feestje kwam ik een keer in gesprek met een collega over kolonisatie – misschien niet het beste onderwerp als je allebei aangeschoten bent. Hij ontkende gewoon dat de kolonisatie Kenia van haar beschaving had beroofd. Het idee is: ja er waren mensenrechtenschendingen, maar uiteindelijk hebben we ze toch wat bij kunnen brengen.

‘Hoe kun je dat nou zeggen? Kijk, eerlijk is eerlijk, je kunt moeilijk beweren dat vrouwenbesnijdenis een ethisch verantwoord gebruik was. Dat is een mensenrechtenschending. Maar ik geloof dat we daar op onze eigen manier ook wel uit waren gekomen.’

Wat mis je het meest van je moederland?

‘Nairobi is een hectische en chaotische stad, maar er hangt een soort verstilling in de lucht. Nederland is nu mijn thuis, ik ben blij dat ik hier ben, maar het sociale leven hier is net Tetris, alles wordt krampachtig in tijdslots gepropt. In Kenia voelt het leven minder als een tredmolen.’

Hoe zie jij de sfeer op de campus?

‘Op sommige dagen voelt de campus super internationaal. Als ik van het ene naar het andere gebouw loop hoor ik zoveel talen! Maar op andere dagen voel ik hoe groot de kloof is tussen Nederlanders en internationals. Global law is een klein onderdeel van de rechtenfaculteit.

‘De grote faculteitsvereniging zelf zit helemaal niet te wachten op internationals. De meeste evenementen zijn bedoeld voor Nederlandse studenten. De vergaderingen zijn in het Nederlands, zelfs op carrièredagen wordt alleen Nederlands gesproken. De rechtenfaculteit straalt maar één ding uit: ze willen ons niet. Voor ons en door ons, dat is de mentaliteit. En dat komt niet van de docenten, maar van de studenten zelf.’

Wat zijn volgens jou in bredere zin de heikele kwesties voor internationals?

‘Het overheidsbeleid is vrij agressief gericht tegen internationals. Als international betaal je als je geluk hebt tussen de 400 á 500 euro huur per maand, want de goedkopere woningen gaan meestal naar Nederlanders.

‘Als ik vertel dat ik hier naartoe ben gekomen om een beter leven te krijgen, nemen mensen aan dat ik een vluchteling ben’

‘Maar als niet-EU ingezetene mag je maximaal 16 uur per week werken. Daar kun je niet veel mee, want de meeste studentenbaantjes betalen het minimumloon. Met mijn studielast kan ik maximaal acht uur per week werken, maar mijn studiekosten liggen drie keer zo hoog als die voor een Nederlander.’

Heb je wel eens te maken met discriminatie?

‘Ik heb geen racistische opmerkingen gekregen die specifiek tegen mij als zwarte vrouw waren gericht. Het is meer een kwestie van othering – de grove scheiding waar discriminatie mee begint. Toen ik een huisarts zocht kreeg ik telkens te horen dat ik maar een internationale huisarts moest zoeken. Ik weet dat de Nederlandse zorg overbelast is, maar na de zoveelste keer dacht ik: denken jullie nu echt dat mijn lichaam helemaal anders functioneert?’

Je komt uit de hogere middenklasse. Word jij hier als zodanig gezien?

‘Nee, mensen nemen aan dat we allemaal hetzelfde zijn. Zij zien ons allemaal als dat uithongerde kind met die vlieg op haar gezicht uit die noodhulpreclame, helemaal als ik zeg dat ik Afrikaanse ben. Ze zien je echt als het cliché uit de jaren 70, alsof je in Afrika niets te eten krijgt. Voor wat er verder uit Afrika komt, is geen waardering. Nu hoor je mij niet zeggen dat Afrika geen armoede kent, want dat is er wel. Maar kijk eens verder dan je neus lang is.

‘Ik zal niet zo snel zeggen dat ik een diplomatenkind ben, of dat ik op mijn zestiende in Duitsland zat voor een uitwisselingsprogramma. Maar als ik vertel dat ik hier naartoe ben gekomen om een beter leven te krijgen, nemen mensen aan dat ik een vluchteling ben – niet dat dat trouwens iets is om je voor te schamen. Ik corrigeer ze niet eens meer. Als mensen mij vragen of ik vroeger naar school ging op de rug van een leeuw of een olifant, knik ik gewoon ja.’

Hoe zit het met de liefde?

‘Daar was ik ook benieuwd naar, maar dat is hier niet beter, omdat zwartheid wordt gefetisheerd. Het klinkt een beetje plat, maar mannen willen bijvoorbeeld weten hoe een grote kont voelt, en if the carpet matches the drapes. Ik ben van alle datingplatforms afgegaan, want het werd belachelijk. Mijn zus vertelde me dat je na een tijdje de signalen gaat herkennen. Als iemand begint van ‘Oh, je huid is zo zacht’, dan denk ik hoe weet je dat? Je hebt me nog nooit aangeraakt.

‘Ze zien je als iets aparts en exotisch, als iets dat losstaat van henzelf. Voor hen is seks met een zwarte vrouw iets wat je een keer gedaan moet hebben, iets om aan hun vrienden te vertellen. Ze zullen je nooit mee naar huis nemen als ze je niet als hun gelijke zien.

‘In Kenia wordt mijn lichaamsbouw gevierd. Mijn schoonheid wordt erkend zoals het is, ik trek het niet in twijfel. Maar ik weet nog dat een Nederlandse jongen tegen me zei: ‘Oh, voor mij is een perfect lichaam niet belangrijk hoor, je hoeft geen zandloperfiguur te hebben, ik vind normaal ook prima.’ Ik dacht: hoezo is mijn lichaam niet perfect? Mijn rondingen zien er misschien niet zo uit als jij bent gewend, maar doe nou niet alsof je mij een gunst verleent.’

Gombe schenkt Keniaanse thee in – een combinatie van zwarte thee met melk, op smaak gebracht met gember of Indiase masala. ‘Ik kan niet zonder. Mijn oma maakte dit altijd voor ons. Ik drink het vooral in de winter, om warm te worden. Dan voel ik me minder ver van huis. Zolang ik Keniaans kan koken en thee kan drinken gaat het goed, dan weet ik dat er in ieder geval een paar dingen normaal zijn.’

Zijn er ook plekken waar je je niet ‘de ander’ voelt en gewoon jezelf kunt zijn?

Enthousiast: ‘Cicero, de debatvereniging, is een fijne plek. Daar bestaat de kloof tussen Nederlanders en internationals niet, want we praten over onderwerpen die relevant zijn voor ons allemaal, en we delen de passie voor debatteren.

‘Ik ben ook lid van Dance Nation, de dansvereniging van Tilburg University. Dat is een gezellige plek waar iedereen met elkaar omgaat. Misschien komt dat omdat de dans zelf een cultuurproduct is, een omarming van cultuur als het ware. Dansen helpt me, omdat spanning zich ook vastzet in de heupen.

‘Ik ben van nature een beetje stressgevoelig, maar dat is hier erger geworden, door de hele situatie. Dat heeft ook invloed op mijn mentale gezondheid. Veel internationals worden depressief in Nederland, vanwege de mentaliteit hier. Maar ik wil ook niet doen alsof mijn leven hier een bak ellende is, want ik heb het best naar mijn zin.’

Wat maakt dat je hier blijft?

‘Dat is een goede manier om het te omschrijven! In de Nederlandse samenleving kan ik mezelf ontplooien zonder dat mijn omgeving me veroordeelt. Je wordt hier niet verketterd als je als vrouw van seks geniet. Ik heb hier dingen kunnen doen die ik voorheen niet durfde. Ik drum, ik zing soul en jazz, en ik maak content op TikTok – hobby’s die ik vroeger voor de buitenwereld verborg.’

Denk je dat je studentenleven er in Nairobi anders had uitgezien?

‘Absoluut. Nu ik hier woon weet ik dat ik het overal wel red. Ik ben voor het eerst mijn eigen bankrekening gaan beheren. In Nederland word je op je 18e in een klap verantwoordelijk voor jezelf, in Kenia gaat dat met afgepaste stapjes. Je blijft langer afhankelijk van je ouders. Mijn jeugdvrienden zeggen dat ik enorm ben veranderd, ze vinden dat ik volwassen ben geworden. Of ik opnieuw voor Tilburg zou kiezen? Ik denk het wel. Mijn wereld is hier veel groter geworden.’

Wat is volgens jou het beste kenmerk van het Tilburgse studentenleven?

‘De zesjescultuur! In Kenia gaan studenten nog liever dood dan dat ze een zes halen, ze meten hun eigenwaarde af aan hun cijfers. Minstens een acht willen halen, dat zit bij mij ingebakken, maar als ik een keer een zes krijg denk ik: laat het lekker los, er is meer in het leven.’

Heeft het leven hier je een ander perspectief op Kenia gegeven?

‘Ja, ik was er al wat positiever over geworden. Maar als je jong bent en dingen systematisch verkeerd ziet gaan, denk je: ik kan niet wachten tot ik weg ben uit dit godvergeten land. Dokters staken al voor een beter salaris zolang ik me kan heugen. Maar dat soort problemen zijn oplosbaar. Voor een jonge natie, met onze geschiedenis, doen we het best aardig.

‘Sommige aspecten van thuis waar ik vroeger geen acht op sloeg, heb ik omarmd. We verwelkomen andere culturen, we zijn niet xenofoob. Toen ik hier ontdekte dat het woord om mij te omschrijven ‘international’ was, vond ik dat nogal afstandelijk klinken. Mijn Nederlandse vrienden zeiden dat er vroeger zelfs werd gesproken over ‘buitenlanders’.

‘Hier praten we over expats, migranten en vluchtelingen, maar in het Swahili hebben we daar maar een woord voor, mgeni, wat gast betekent. Dat maakt een groot verschil.’

OVER DIANA GOMBE (Nairobi, Kenia, 10 september 2000)

2021-2021 Bachelor rechten Strathmore University, Nairobi, Kenia
2022- heden Bachelor Global Law, Tilburg University
2023-2024 Studentenmentor, Tilburg University
2024- heden Assistent International Admissions Office, Tilburg University

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.