Jordens Peters was student én profvoetballer: ‘Geen discipline? Dan vergeet het maar’
Terwijl Jordens Peters bij Willem II de sterren van de hemel voetbalde, was hij al bewust bezig met zijn carrière daarna. Peters combineerde voetbal met twee studies. ‘Financiële onafhankelijkheid is zeker niet voor iedere eredivisiespeler weggelegd. Het is belangrijk dat je investeert in je leven na het voetbal.’
‘Kijk nou,’ zegt Jordens Peters vanuit een skybox met indrukwekkend uitzicht op de smetteloze grasmat van het Parkstad Limburg Stadion. Peters (Nijmegen, 1987) laat zijn blik het stadion rondgaan. ‘Blijft mooi,’ zegt de algemeen directeur van Roda JC en voormalig aanvoerder van Willem II.
Univers is naar het Limburgse Kerkrade afgereisd om Peters aan de tand te voelen over zijn tijd als studerende profvoetballer. ‘Het zijn echt twee totaal verschillende werelden.’
Na de training vakken halen
‘Nadat ik mijn vwo had afgerond, kwam ik thuis met mijn eerste profcontract: een jeugdcontract bij FC Den Bosch. Ik twijfelde of ik aan een studie zou beginnen, of dat ik me volledig op het voetbal moest focussen.
Daarna tekende ik bij de Tilburgse eredivisieclub Willem II. Mijn ouders bekeken het contract, zagen de bedragen en zeiden: ‘Zorg toch maar dat je je inschrijft, want als je het hier je hele leven mee moet doen?’ Dus besloot ik aan een studie organisatiewetenschappen bij Tilburg University te beginnen.
Hier begonnen
Profvoetballers, fractievoorzitters, rechters en schrijvers. Tilburg University heeft heel wat bekende alumni. In de rubriek Hier begonnen blikt Univers met ze terug op hun studententijd.
‘Na mijn bachelor ben ik volgens mijn eigen schema verder gaan studeren aan de Vrije Universiteit (VU), omdat ik in Tilburg helaas geen deeltijd master kon doen. Later heb ik ook nog een master sportmanagement gedaan. Het waren best lastige jaren, want soms stond er op de club een trainer voor het team die ons heel veel liet trainen. En hoewel ik na die trainingen erg vermoeid was, moest ik daarna toch nog gaan studeren om mijn vakken te kunnen halen.’
Studentenritme versus voetbalritme
‘In het begin van mijn studie was ik veel op de universiteit, want we hadden best wat groepsopdrachten. Daarna werd het minder en kreeg ik ook wel eens een vervangende opdracht.’
Er is een behoorlijke discrepantie tussen het studentenritme en het ritme van een betaald voetballer, verklaart Peters: ‘Ik was regelmatig vrij op maandag of dinsdag, dus ik kon dan om negen uur ’s ochtends afspreken, maar als je een studentenritme hebt komt dat niet zo goed uit.’ Hij lacht: ‘Dan konden we pas in de avond afspreken. Dat liep dus niet altijd even soepel.’
Voetbaldiscipline
‘Het is niet zo gek dat je als topsporter gaandeweg een andere studieroute volgt en daardoor in leerjaren terechtkomt waarin je niemand meer kent. Langzaam werd het voor mij een individuele studie waarbij ik de discipline uit de voetballerij nodig had om aangehaakt te blijven. Ik weet zeker dat die discipline ervoor heeft gezorgd dat ik het af heb kunnen maken.’ Resoluut: ‘Geen discipline? Dan vergeet het maar.’
‘Als voetballer ben je op best wat dagdelen vrij, maar aan de andere kant werk je bijna altijd zes, soms zeven dagen in de week. En dat is nooit tijdens kantooruren: de ene keer ben je halverwege de middag thuis, de andere keer speel je een avondwedstrijd en ben je een heel weekend weg.
‘Op een gegeven moment leer je dat voetbalschema kennen, dus dan weet je waar de vrije ruimtes zitten. Dan moet je zeggen: oké, op dinsdagmiddag ga ik drie uur studeren. Als je dat gestructureerd doet en volhoudt, dan lukt het. Maar je moet wel fit zijn natuurlijk.’
Wegdoezelen tijdens college
‘Het kwam wel eens voor dat ik op een dag al twee keer had getraind en daarna vanuit het trainingsveld van Willem II naar Tilburg University reed om een college te volgen. Dat past nog wel in mijn schema, dacht ik. Vervolgens zat ik tijdens dat college weg te doezelen, omdat ik helemaal leeg was van het trainen. Dan maar naar huis, een uurtje rusten en aan zelfstudie doen,’ zegt Peters. ‘Beter dan in slaap vallen tijdens een college.
‘Ik vond colleges volgen trouwens ontzettend leuk. Ik ben opgegroeid in de voetballerij, dat is mijn wereld, en toch vind ik de academische wereld net zo leuk. Op de campus heb je heel andere gesprekken, er wordt daar anders naar de wereld gekeken.
‘Het mooie van een voetbalkleedkamer is dat het een afspiegeling van de maatschappij is. Voetbal is een laagdrempelige sport, letterlijk iedereen kan lid van een club worden. Dat heeft absoluut invloed op mij gehad.’
Thuis niet met voetbal bezig
Peters heeft nooit hoeven kiezen tussen voetbal of zijn studie. ‘Maar ik wist: als het elkaar gaat bijten, moet ik voor voetbal kiezen.’ De reden is simpel, legt Peters uit: ‘Dat was ik aan mijn werkgever verplicht, die betaalde mij immers om op het veld te presteren.
‘Ik heb voetballen en studeren altijd gezien als twee dingen die elkaar versterken. Vooral omdat ik het heel fijn vond om naast het voetbal ook op een ander gebied kennis te vergaren. Ik ben niet iemand die thuis erg met voetbal bezig is, dat vind ik totaal niet nodig. Je kunt er beter voor zorgen dat je op de club volledig gefocust bent.’
Financiële onafhankelijkheid
De laatste jaren wordt er steeds meer van profvoetballers gevraagd, ziet Peters. ‘Daardoor is het waarschijnlijk moeilijker geworden om een voetbalcarrière met een studie te combineren. Aan de andere kant weten spelers ook dat hun voetballoopbaan relatief kort duurt, en bovendien plotseling afgelopen kan zijn.
‘Financiële onafhankelijkheid is zeker niet voor iedere eredivisiespeler weggelegd. Het is dus belangrijk dat je investeert in je leven na het voetbal. Clubs besteden daar inmiddels ook meer aandacht aan: de speler die zijn school niet afmaakt en alles volledig inzet op een profcarrière sterft langzaam uit.’
Paar procent kans dat je het haalt
De voetbaldroom is groot, Peters is de eerste om dat te erkennen: ‘Hier bij Roda JC lopen ook jonge spelers rond die het graag willen maken. Sommigen hebben (nog) geen profcontract en besluiten zich daarom een jaar volledig op voetbal te focussen. Als club benadrukken we dat dat hun eigen keuze is, maar ook dat ze een plan B moeten hebben: zorg ervoor dat je niet afhankelijk bent van die paar procent kans dat je het gaat halen.
‘Ik wist dat ik na mijn actieve voetbalcarrière pas iets aan mijn diploma’s zou hebben. Toch heb ik als speler ook voordeel van mijn studie gehad. Mijn referentiekader op het veld was dat van een verdediger. Maar een spits en een rechtsbuiten kijken weer heel anders naar het spel, en dat snapte ik niet altijd.’
Gedragswetenschappen en sociologie
‘Door theorieën uit de gedragswetenschappen en sociologie ben ik dat beter gaan begrijpen en respecteren. Ondanks dat je in een team met verschillende karakters en posities te maken hebt, moet je in het belang van het team denken, want het gaat altijd om het gemeenschappelijke doel.
‘De manier waarop je onderling communiceert is daarin belangrijk. Dat heb ik in de kleedkamer vaak kunnen toepassen. Of ik door mijn studie een betere speler geworden ben, durf ik niet te zeggen, maar als mens heeft het mij zeker gevormd.’
CV
2005-2012 Speler FC Den Bosch
2012-2021 Speler Willem II
2015 Bachelor Organisatiewetenschappen Tilburg University
2015-2018 Master Management Open Universiteit
2019-2020 Master Sports Management & Legal Skills ISDE Law & Business School
2021-heden Algemeen directeur Roda JC