Meer tijd voor onderzoek, minder publicatiedruk: faculteit geesteswetenschappen omarmt slow science

Een lagere werkdruk en wetenschappers die intrinsiek gemotiveerd zijn om onderwijs te geven en onderzoek te doen. Met die inzet begint de faculteit geesteswetenschappen het collegejaar vol goede moed. Maar jonge geesteswetenschappers maken zich zorgen over deze omarming van slow science. Wat betekent het voor hun carrièrekansen?

Het faculteitsbestuur van Tilburg School of Humanities and Digital Sciences (TSHD) wil de werkdruk beter verdelen en duurzaam onderzoek bevorderen, dat bijdraagt aan een stabiele, gezonde wetenschappelijke carrière en academische omgeving. Geïnspireerd door de ‘slow science’-beweging en recente Europese hervormingen, ligt de nadruk op kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Het bestuur stelt dat kwalitatief hoogstaand onderzoek alleen mogelijk is als wetenschappers de vrijheid hebben om zich te richten op hun echte drijfveren. Ze moeten zich niet laten leiden door externe outputindicatoren, zoals de druk om veelgeciteerde publicaties te produceren.

Zorgen onder jonge onderzoekers

In de faculteitsraad van donderdag 17 oktober worden echter zorgen geuit over de impact van slow science op jonge wetenschappers. ‘Hoewel slow science een gezondere wetenschappelijke cultuur bevordert, kunnen jonge onderzoekers zonder vast contract kwetsbaar zijn,’ stelt Chris Emmery van medewerkersfractie List TSHD.

Jonge wetenschappers moeten concurreren in een systeem dat nog steeds sterk waarde hecht aan kwantiteit. Ze staan onder druk om snel resultaten te leveren om hun positie te behouden of vooruitgang te boeken. Publicaties moeten ze op hun naam krijgen, het liefst in goede wetenschappelijke tijdschriften. Slow science, het bedrijven van wetenschap op een minder gejaagde manier, kan hun carrièreontwikkeling mogelijk bemoeilijken, is de vrees.

Concurrentiepositie Tilburg University

Ook uit Emmery zijn zorgen over de concurrentiepositie van Tilburg University: ‘Als we ons volledig richten op slow science, moeten we ons afvragen of we nog steeds kunnen concurreren met andere universiteiten, vooral op het internationale toneel.’

Het faculteitsbestuur is echter van mening dat de tijd rijp is voor verandering. Marjolijn Antheunis, decaan van TSHD, gelooft dat Tilburg University haar positie kan behouden. De universiteit is niet de enige instelling die duurzame wetenschap stimuleert; deze trend wordt ondersteund door de bredere academische gemeenschap.

Een klein voorbehoud maakt het bestuur wel. Veranderingen kosten tijd. Daarom wil de faculteit ook onderzoeken hoe ze de werklast van jonge onderzoekers kan verlichten en hen beter kan ondersteunen in het vinden van een gezonde werkbalans.

Overeenstemming

Zo’n 800 Europese instellingen, waaronder alle Nederlandse universiteiten en onderzoeksfinancierders zoals NWO en ERC, hebben een overeenstemming ondertekend. De instellingen willen de kwaliteit en impact van onderzoek verbeteren. Ze stellen nieuwe beoordelingspraktijken voor, waarbij kwalitatieve beoordelingen, zoals peer-review, centraal staan.

_Advertentie.