De universiteit wordt geen veiligere plek als je studenten bespiedt
Een universiteit die haar eigen studenten bespiedt met slimme camera’s en beveiligers in burgerkleding? Dat heeft kwalijke gevolgen, schrijft Tom Grosfeld. ‘Je hebt continu het gevoel dat je over je schouder moet kijken.’
Het blijft rommelen bij de Universiteit Leiden. Afgelopen week hoopten studenten en medewerkers van het universiteitsbestuur meer duidelijkheid te krijgen over waarom er externe beveiligers in burgerkleding worden ingehuurd om mensen op de campus te observeren. Maar een echt inhoudelijke reactie bleef uit.
Even een résumé: het begon al in 2023, toen de universiteit gebruikmaakte van veel te invasieve slimme camera’s in gebouwen. Omdat ze een inbreuk vormden op de privacy van studenten, werden ze verwijderd. Een jaar later is de oldskool beveiliger, van vlees en bloed, van stal gehaald. Het gevolg: studenten voelen zich bespied en onveilig, een aantal van hen mijdt zelfs colleges.
En dat snap ik wel. Ze zien onbekenden foto’s van ze maken. Je tas kan gecontroleerd worden terwijl je naar de wc gaat. Een groepje studenten is zelfs, tijdens een pro-Palestina demonstratie, achternagezeten en geïntimideerd door beveiligers.
De universiteit zegt: het is om de veiligheid te waarborgen, de beveiligers richten zich vooral op mensen die niets op het universiteitsterrein te zoeken hebben. Studenten voelen dat niet zo. Zij hebben het idee dat ze zelf mikpunt zijn van observatie.
Dat de universiteit de boel niet uit de hand wil laten lopen, valt te begrijpen. De spanningen zijn nu eenmaal toegenomen sinds 7 oktober. Maar het inzetten van in burger geklede observanten, zonder studenten en medewerkers daarvan op de hoogte te stellen, is totaal buitenproportioneel. In het Algemeen Dagblad lees ik dat zoiets alleen in uitzonderlijke gevallen mag, bijvoorbeeld wanneer er concrete aanwijzingen zijn voor een aanslag.
Het laat waarschijnlijk iets zien over hoe we als maatschappij steeds nonchalanter worden wat betreft het inzetten van verregaande surveillance-maatregelen (in supermarkten, op straat, door de politie, op internet, en dus ook op de universiteit). Veiligheid wint het altijd van privacy.
De gedachten gaan dan natuurlijk automatisch uit naar het panopticum van filosoof Jeremy Bentham en de analyse die Foucault er later op losliet: wie het gevoel heeft altijd bekeken te worden (ook wanneer dat in werkelijkheid niet gebeurt), wordt gedisciplineerd om zich goed te gedragen. Alleen al het idee dat er beveiligers rondlopen die je in potentie in de gaten houden, maakt dat je je goed gedraagt, dat je nadenkt over wat je zegt en wat je doet.
Niet voor niets zei iemand in het AD: je hebt continu het gevoel dat je over je schouder moet kijken.
Veelzeggend is daarnaast wat een studentenvertegenwoordiger van de universiteit vertelde, namelijk dat blijkt dat vooral zwarte studenten en mensen uit het Midden-Oosten extra worden gecontroleerd.
En meer in algemene zin: wijst het bespieden niet op een groot wantrouwen van de universiteit naar haar studenten? En zeg je daarmee ook niet: pas op, het is hier geen veilige plek? Paradoxaal genoeg leidt die sfeer juist tot een gevoel van onveiligheid op de campus. En subtieler: het beïnvloedt hoe vrij studenten zich voelen. Dat mag nooit gebeuren, helemaal niet op een universiteit.
Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.