Van bakker tot rechtenstudent: ‘Soms loop ik over de campus en denk: wauw, ik ben hier gewoon!’

Van bakker tot rechtenstudent: ‘Soms loop ik over de campus en denk: wauw, ik ben hier gewoon!’

Na jaren als patissier te werken, besluit tweedejaars Global Law-student Claudia Schroën (26) een carrièreswitch te maken. Ze verruilt gebak en chocolade voor een stapel wettenbundels. Via het mbo en hbo belandt ze op de universiteit: ‘Ik ben de eerste van mijn familie die aan de universiteit studeert.’

Stapelaar Claudia Schroën over de universiteit: ‘Voor mij is het allesbehalve vanzelfsprekend om hier te zijn; ik heb er hard voor moeten werken.’ Beeld: Ton Toemen

Welke route heb je afgelegd om op de universiteit terecht te komen?

‘Ik heb een wat onconventionele route gevolgd. Na het vmbo-t (vmbo theoretische leerweg, red.) ben ik doorgestroomd naar mbo-3, waar ik een opleiding brood en banket volgde. Die duurde drie jaar. Daarna vertrok ik naar Brugge voor een mbo niveau 4-specialisatie in chocolade. Vervolgens werkte ik drie à vier jaar fulltime als patissier.

‘Hoewel ik veel plezier had in mijn werk, begon ik te twijfelen of ik dit mijn hele leven wilde blijven doen. Daarom ging ik op het internet op zoek naar vacatures die me aanspraken en besloot ik uit te zoeken welke opleiding je nodig hebt om op zo’n vacature te kunnen reageren. Zodoende kwam ik bij rechten terecht.

‘Soms mis ik de bakkerij. Ik vond het werk erg leuk, maar het was fysiek erg zwaar. In mijn laatste jaar kreeg ik drie keer een slijmbeursontsteking in mijn polsen en knieën. Dat was voor mij het moment om te kiezen voor een carrière die fysiek minder belastend is en die ik op lange termijn kan volhouden.

‘Ik startte aan het hbo met het idee: we zien wel hoe ver ik kom, waarschijnlijk lukt dit nooit. Maar tot mijn eigen verrassing haalde ik mijn propedeuse meteen, met een gemiddelde van 8,7. Dat gaf me een enorme boost. Toen besloot ik om alles wat erin zit eruit te halen en de overstap naar de universiteit te maken. Soms voelt het nog steeds onwerkelijk. Dan loop ik over de campus en denk ik: wauw, ik ben hier gewoon!’

Merk je verschil tussen de werkwijze op de universiteit en het hbo of mbo?

‘Wat me vooral opvalt, is dat je op het hbo meer informatie krijgt en zelfstandiger moet werken dan op het mbo. Voor mij was dat prima te doen. Sterker nog, ik genoot van die zelfstandigheid, terwijl veel van mijn klasgenoten daar juist moeite mee hadden.

‘Waarschijnlijk kwam dat doordat ik al vier jaar fulltime had gewerkt. Ik was gewend om mijn eigen verantwoordelijkheid te nemen. De overstap naar de universiteit vond ik ook goed te doen, al is het daar nóg intensiever.

‘Je krijgt op de universiteit meer studiestof te verwerken en moet nog zelfstandiger werken. Dat vind ik soms best een uitdaging. In het verleden hoefde ik nauwelijks te leren voor toetsen; alles ging me vrij gemakkelijk af. Nu moet ik echt moeite doen, en het kost me af en toe wat tijd om mijn draai te vinden.

Mijn dagen zijn dan ook goed gevuld. Ik heb meestal twee à drie lessen per dag en spendeer de rest van mijn tijd aan mijn studie. Soms ben ik de hele dag bezig, andere dagen wat minder. Daarnaast werk ik twee avonden per week en op zaterdag bij Coolblue, in het magazijn.

Stapelaars

Sommige studenten belanden na een rechtlijnige route van het vwo op de universiteit. Anderen leggen een heel eigen weg af. In de rubriek Stapelaars spreekt Univers met studenten die via het vmbo, MBO en HBO hun academische droom waarmaken.

‘Werken in de bakkerij was geen optie meer; daar zou ik op vrijdagnacht moeten werken. Nu heb ik meer regelmaat, een vast contract en daarmee de stabiliteit die ik belangrijk vind.’

Merk je dat je iets ouder bent dan je medestudenten?

‘Er zijn momenten waarop ik het leeftijdsverschil duidelijk merk, vooral als het gaat om zelfstandigheid. Ik ben eraan gewend om dingen zelf uit te zoeken. Als een docent iets niet uitlegt, dan ga ik ervan uit dat het vast wel ergens in de literatuur staat en ga ik zelf op onderzoek uit.

‘Veel van mijn medestudenten raken in zo’n situatie juist gefrustreerd. Ze vinden dat de docent de stof had moeten behandelen en blijven daar vaak in hangen. Dat verschil in aanpak en mindset valt me soms wel op.

‘Ook merk ik dat ik beter begrijp hoe het is om ergens voor te moeten knokken dan veel van mijn medestudenten. Voor mij was het allesbehalve vanzelfsprekend om hier te zijn; ik heb er hard voor moeten werken. Dat geeft je een bepaald doorzettingsvermogen. Je weet hoe het voelt om keer op keer je best te doen om je doelen te bereiken.’

Hoe kijk je terug op je middelbareschooltijd?

‘Er is veel veranderd sinds die tijd. Pas zo’n drie jaar geleden ontdekte ik dat ik ADHD heb. Daar heb ik dus mijn hele middelbare schoolperiode mee rondgelopen, zonder dat ik het wist. Achteraf denk ik dat ik daardoor altijd een beetje onder mijn niveau ben geplaatst.

‘Ik vind het jammer dat de diagnose zo laat is gesteld. Ik heb er zelf op aangedrongen om het te laten onderzoeken, omdat ik bepaalde symptomen herkende. Soms vraag ik me af hoe mijn schooltijd eruit had gezien als ik het eerder had geweten.

‘Het grote verschil tussen toen en nu is dat ik nu veel beter weet hoe ik met mezelf moet omgaan. Ik begrijp waar mijn uitdagingen liggen en wat voor mij werkt als het op leren aankomt. Ik heb een traject doorlopen waarin ik hulp kreeg en zelfs een tijdje medicatie heb geprobeerd. Die medicatie bleek niet ideaal voor mij, maar het traject zelf heeft me wel waardevolle inzichten gegeven. Binnenkort ga ik opnieuw hulp inschakelen om nog meer handvatten te krijgen.’

Denk je dat vmbo-studenten te maken krijgen met vooroordelen?

‘Ja, zeker. Ze krijgen vaak te horen dat ze ‘geen echte studie’ doen of ‘geen student’ zijn omdat ze een praktische opleiding volgen. Dat vind ik pijnlijk, vooral omdat de maatschappij die praktische vaardigheden juist hard nodig heeft.

‘Over studenten die een mbo niveau 1- of 2-opleiding volgen, wordt vaak gezegd dat ze dom zijn. Dat is niet alleen onterecht, maar ook schadelijk. Iedereen is op zijn eigen manier slim. De een blinkt uit in theorie en de ander in de praktijk. Geen van beide is beter; ze vullen elkaar juist aan.

‘Persoonlijk heb ik nooit last gehad van zulke vooroordelen, ook niet in mijn directe omgeving. Sterker nog, ik ben de eerste in mijn familie die naar de universiteit gaat. Bij ons was het helemaal niet vreemd dat ik een mbo-opleiding deed; het is juist bijzonder dat ik nu aan de universiteit studeer.

‘Maar op sociale media word ik wel met vooroordelen geconfronteerd. Als ik reacties lees onder nieuwsberichten, waarin mensen vmbo’ers dom noemen, schrik ik. Is dat nu echt nodig? Dat soort opmerkingen zegt meer over de afzenders dan over de mensen waar het over gaat.’

Wat was je eerste succesmoment op de universiteit?

‘Dat was toen ik in mijn eerste jaar alle vakken in één keer haalde. Toch vind ik het lastig om daar trots op te zijn, vooral omdat ik mijn diploma nog niet heb. Ik wil het niet jinxen; nu gaat het goed, maar wat als dat volgend jaar ineens niet meer zo is?

‘Soms heb ik nog steeds moeite om te geloven dat ik dit kan, en dat ik hier echt thuishoor, ook al bewijzen mijn resultaten het tegendeel. Ook voel ik me nu niet beter dan toen ik in de bakkerij werkte. Toen genoot ik enorm van het vakmanschap, nu geniet ik van mijn groei en de weg die ik heb afgelegd.’

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.