Kapitalisme en de kloof tussen arm en rijk: waarom maakt ongelijkheid ons ongelukkig?

Kapitalisme en de kloof tussen arm en rijk: waarom maakt ongelijkheid ons ongelukkig?

Statusangst, schaamte en de meritocratische illusie. In het nieuwe boek Extravagance and Misery van filosofen Alfred Archer, Bart Engelen en Alan Thomas ligt de kloof tussen arm en rijk onder de loep: ‘Het probleem is dat succes wordt gezien als resultaat van hard werken, terwijl geluk en toeval vaak belangrijker zijn.’

Alfred Archer (L) en Bart Engelen met hun boek. Beeld: Ton Toemen

Waarom is economische ongelijkheid slecht voor de samenleving en voor onszelf? En waarom blijft de maatschappij vasthouden aan de illusie van de meritocratie: een samenleving waarin sociale status, privileges en kansen worden verdeeld op basis van individuele verdiensten? Deze en andere vragen staan centraal in het recent verschenen boek Extravagance and Misery van Alfred Archer en Bart Engelen, beiden ethici en politiek filosofen aan Tilburg University, en Alan Thomas, politiek filosoof aan de Universiteit van York.

Wat maakt dit boek anders dan eerdere werken over dit thema? Het trio benut inzichten uit verschillende disciplines van de science of happiness, waarbij sociologen, psychologen, filosofen en economen empirisch onderzoek doen naar de factoren die geluk beïnvloeden.

Wat onderzoeken jullie in het boek?

Engelen: ‘De titel van ons boek verwijst naar de kloof tussen de rijke en arme mensen in onze samenleving. We leggen uit waar deze ongelijkheid vandaan komt, waarom het problematisch is en we maken een filosofische verbinding met rechtvaardigheid, welzijn en geluk.

‘Ook onderzoeken we het kapitalistische systeem dat deze ongelijkheid genereert en waarom dit systeem zo stabiel is. Deze ongelijkheid is problematisch omdat het grote, negatieve invloed heeft op het welzijn van burgers. Toch komen mensen niet in opstand en blijft het systeem bestaan. Dit brengen we in met wat we het ‘emotionele regime’ noemen.’

Wat is dat ‘emotionele regime’ precies?

Engelen: ‘Het emotionele regime bestaat uit een set van normen en culturele verwachtingen. We vertellen elkaar verhalen over hoe je je zou moeten voelen ten opzichte van anderen. Zo kijken we in onze samenleving op naar de rijken en benijden we hen. Ze belichamen ‘het succes’ waar ze hard voor hebben gewerkt. Arme mensen worden daarentegen met minachting bekeken. Ze zijn ‘de verliezers’ van de samenleving en hen wordt verweten dat het hun eigen schuld is dat ze niet succesvol zijn.’

Archer: ‘Opvallend is de negatieve impact van dit gedachtegoed op deze groep mensen. Ze schamen zich voor hun situatie, wat kan leiden tot sociale isolatie. In extreme gevallen kan schaamte zelfs een negatieve invloed hebben op iemands gezondheid. Ook bewondering voor de rijken creëert een gevaarlijke dynamiek. Het zorgt voor een eindeloze statusstrijd, waarbij je nooit genoeg hebt of hard genoeg lijkt te werken. Die constante frustratie en statusangst zijn schadelijk voor ons welzijn.’

Is succes vaak ook een kwestie van geluk en toeval?

Archer: ‘Ja, dat klopt. Het probleem van de meritocratie is dat het succes presenteert als iets dat volledig voortkomt uit individuele inspanning, terwijl geluk en toevallige omstandigheden vaak een grotere rol spelen. Mensen die in rijkdom geboren worden, krijgen betere kansen; van het kiezen van de juiste peuteropvang tot het inschrijven bij de beste scholen en universiteiten. Zo zorgen rijke ouders ervoor dat hun kinderen de best mogelijke kansen krijgen.’

Engelen: ‘Ondertussen kunnen mensen die in armoede zijn geboren, ondanks hun harde werk en inzet, nooit diezelfde kansen krijgen. De samenleving is dus eigenlijk niet meritocratisch, maar de illusie dat het dat wel is, is extra schadelijk.’

Past het idee van een meritocratie dan wel in het kapitalistische systeem?

Archer: ‘Pro-kapitalistische economen zouden niet zeggen dat kapitalisme per se meritocratisch is. In een échte meritocratie zou iedereen die even hard werkt, even rijk moeten worden. In de praktijk houdt het kapitalistische systeem daar geen rekening mee. De markt draait om vraag en aanbod. Als iemand een product op de markt brengt dat goed verkoopt, wordt diegene rijk; niet omdat er harder is gewerkt dan anderen, maar omdat het product populair is.’

Engelen: ‘Toch blijft de maatschappij vasthouden aan de meritocratische illusie. Wereldwijd winnen politieke partijen die niets willen veranderen aan dit fundamentele systeem keer op keer de verkiezingen. Dit gebeurt terwijl het overgrote deel van de mensen, hier eigenlijk tegen zou moeten zijn. Ze horen niet bij de rijke elite, maar stemmen toch tegen hun eigen belangen in.’

Hoe kunnen we een eerlijker systeem creëren?

Archer: ‘De ‘meritocratische’ illusie moet verbroken worden door een ander verhaal te vertellen en gangbare ideeën en verwachtingen te veranderen. Hoe we dat kunnen doen? Door steeds te benoemen dat succes niet alleen afhangt van ‘hard werken’ maar ook van de nodige dosis ‘geluk’ en ‘toeval’.’ Ook moeten we het emotionele regime afwijzen door niet mee te gaan in de algemene bewondering voor de rijken.’

Engelen: ‘Maar het veranderen van het emotionele regime alleen, is niet genoeg. Er moeten ook structurele oplossingen komen, bijvoorbeeld in het onderwijs. Op dit moment hebben kinderen van rijke ouders een oneerlijk voordeel: dankzij financiële middelen kunnen zij gebruikmaken van bijlessen en privéonderwijs. Dit vergroot hun kansen, bijvoorbeeld om naar de universiteit te gaan.

‘Andere kinderen moeten het zonder die extra steun redden. Dat moet anders: grijp in en voorkom dat de rijken opnieuw alle kansen naar zich toetrekken. Toegankelijk, kwalitatief en betaalbaar onderwijs is een krachtig middel om deze vorm van ‘opportunity hoarding’ (groepen controleren middelen en kansen en sluiten anderen uit, red.) tegen te gaan.’

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.