Zorgen om privacy bij gebruik genetische genealogie in strafzaken
DNA-onderzoek uit particuliere genealogische databanken gebruiken om een doorbraak in oude moordzaken te forceren? Het gebeurt. Maar Nederland moet hier wel duidelijke juridische en ethische richtlijnen voor opstellen, vindt de Tilburgse promovendus Taner Kuru.

Genetische genealogie is een techniek waarbij DNA uit particuliere genealogische databanken wordt gebruikt om familiebanden te traceren en zo mogelijke verdachten of onbekende slachtoffers te identificeren.
DNA uit misdaadonderzoek wordt vergeleken met profielen in deze databanken. Bij een gedeeltelijke match reconstrueren onderzoekers via stamboomonderzoek mogelijke verwanten, hetgeen kan leiden tot de vondst een verdachte. ‘Het is een veelbelovende techniek,’ stelt Taner Kuru, die promotieonderzoek aan het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) doet.
De techniek, waarmee in 2018 de beruchte ‘Golden State Killer’ in de Verenigde Staten werd geïdentificeerd, kan ook in Nederland een gamechanger zijn. ‘Vooral in cold cases kan het echt het verschil maken,’ voegt Kuru toe.
Juridische en ethische obstakels
Sinds de introductie heeft genetische genealogie al geholpen bij het oplossen van honderden strafzaken, waarvan sommige al tientallen jaren lagen te verstoffen. De Nederlandse overheid bekijkt ondertussen de ethische, juridische en privacy-implicaties.
Want: mag de politie DNA uit een particuliere databank gebruiken zonder expliciete toestemming? Is het rechtvaardig dat een nietsvermoedende broer in een onderzoek wordt betrokken, enkel omdat een familielid zijn DNA heeft gedeeld met een stamboomwebsite?
Oproep tot wetgeving
Naast de juridische en ethische overwegingen is er nog een struikelblok: de EU-wetgeving voor gegevensbescherming. Denemarken en het Verenigd Koninkrijk werken aan wetgeving die het gebruik van genetische genealogie voor strafzaken toestaat, maar wel onder strikte voorwaarden. In Zweden is de techniek al succesvol gebruikt, maar volgens Kuru ontbrak daar de juridische basis.
Om die reden pleit Kuru voor een helder kader: ‘Zonder een deugdelijke juridische basis kan het gebruik van genetische genealogie door wetshandhavingsinstanties problemen opleveren, en bovendien het publiek vertrouwen schaden.’
Transparantie
Ook in Nederland ontbreekt tot dusver een dergelijk kader. Kuru roept daarom beleidsmakers op om samen met wetshandhavingsinstanties, databankbedrijven, gegevensbeschermingsautoriteiten, juristen en maatschappelijke organisaties duidelijke regels op te stellen en de transparantie te bevorderen.
Alleen zo kan genetische genealogie op een verantwoorde manier worden ingezet als opsporingsmiddel, zonder dat fundamentele rechten in gevaar komen.