Stadshoogleraar Ton Wilthagen luistert gretig naar zijn stad: ‘Ik ben een allesvreter’

Stadshoogleraar Ton Wilthagen luistert gretig naar zijn stad: ‘Ik ben een allesvreter’

Bijna drie jaar is Ton Wilthagen nu stadshoogleraar in Tilburg. Zijn plan: veel meer bruggen slaan tussen de universiteit en de stad. Als een finalist in een televisiequiz is de hoogleraar arbeidsmarkt voortdurend en razendsnel op zoek naar nieuwe ideeën, en die mogen gerust de stad ontstijgen. ‘Ik ben geen allesweter, wel een allesvreter.’

‘Ik wil van jullie weten hoe het met Tilburg gaat,’ vraagt stadshoogleraar Ton Wilthagen. Beeld Jack Tummers

Laat één ding heel duidelijk zijn: Ton Wilthagen komt deze dinsdagavond geen college geven. Hij heeft zich niet uitgebreid voorbereid, er is geen Powerpoint-presentatie: er is alleen de stadshoogleraar en een groot wit vel. In de kleurrijke Stemmingmakerij in de LocHal wil hij van het publiek weten wat er leeft in de stad. ‘Ik heb geen agenda, ik hoef nergens over te praten. Ik wil vooral van jullie weten hoe het met Tilburg gaat’, spreekt hij profetisch.

Samen met de gemeente Tilburg werkt hij aan het toekomsttraject Tilburg 2050. Hij wil van inwoners weten hoe de ‘comeback city’ de komende 25 jaar moet veranderen en welke ideeën daarover leven. Een twintigtal mensen, zeg gerust de gegoede Tilburgse bovenlaag, heeft zich verzameld om een duit in het zakje te doen. Studenten van de universiteit zijn overigens dungezaaid: in de zaal zitten vooral 55-plussers, die hoe dan ook het beste met de wereld voorhebben.

Tientallen onderwerpen worden hem op een dienblaadje aangereikt. Hoe voorkomen we dat mensen in een isolement raken?’, werpt een mevrouw op. ‘De natuur, met een heel groot uitroepteken. Natuur moeten we in de stad waar het dan ook kan een kans geven’, zegt een andere mevrouw. Of: ‘De functie van de binnenstad. Het lijkt wel of ze daarvoor elke vier jaar iets nieuws verzinnen.’ Armoede, kunst, vrijwilligerswerk, huiselijk geweld: er zijn weinig onderwerpen die vanavond níét de revue passeren.

De hoogleraar schrijft driftig mee op zijn flipover en probeert ondertussen verbanden te leggen. ‘Vergrijzing’, schrijft-ie op. ‘Eenzaamheid’, even later. ‘Dat heeft ook weer met elkaar te maken, er zijn genoeg eenzame ouderen’, zegt Wilthagen. In het afbrokkelen van gemeenschapszin schuilen risico’s op ondermijning, hoe we naar arbeid kijken zegt iets over de waardering van mbo-studenten. ‘Alles hangt met alles samen’, concludeert Wilthagen. Samen met de meute distilleert hij er een paar grotere thema’s uit.

Zorg via de computer

Dat we steeds ouder worden, bijvoorbeeld. ‘Eigenlijk is de vergrijzing een enorm succes’, constateert de hoogleraar. ‘Vroeger werden de Tilburgse textielarbeiders gemiddeld 36 jaar. Inmiddels leven we door betere zorg en hygiëne een stuk langer. En ja, dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Er komt een moment dat 50PLUS bijna een soort jongerenpartij wordt’, grapt hij.

In 2050 zal de vergrijzing in Nederland pieken en daar hebben we helemaal geen invloed op, zegt Wilthagen. ‘We hebben veel te laat het besef gekregen dat vergrijzing niet overgaat. Het nadenken over consequenties van die vergrijzing is nog niet zo ver ontwikkeld.’ Doodzonde, want de verouderingsgolf die eraan komt heeft gigantische invloed op hoe we werken, de zorg en de woningmarkt.

En wie gaat er voor die vergrijzende bevolking zorgen? Bejaardentehuizen met een Perzisch kleedje waar bewoners een advocaatje krijgen bestaan tenslotte al lang niet meer. ‘We werken nu veel met mantelzorgers, misschien gaan we dat wel structureel vaker zien, of zien we vaker zorgrobots aan ons bed staan. Misschien moeten we wel bij meer elkaar gaan wonen om voor elkaar te kunnen zorgen.’

‘De mate van individualisme is in Nederland behoorlijk hoog,’ stelt Wilthagen. Beeld Jack Tummers

Zijn conclusie: de zorg van nu zal hoe dan ook niet de zorg van de toekomst zijn. Idealiter bereiden we ons nu voor op een samenleving waarin we mensgerichte technologie gaan inzetten. ‘In Geldrop is de polikliniek van het ziekenhuis voortaan digitaal. Dat zullen we vaker gaan zien als we willen dat onze zorg op peil blijft.’

Naar elkaar omkijken

Wilthagen is hoorbaar voorstander van sterke wijken als een medicijn tegen veel problemen die op ons afkomen. ‘De mate van individualisme is in Nederland behoorlijk hoog. We hebben niet per se de energie, de zin of de tijd om ons in anderen te verdiepen’, stelt Wilthagen. ‘Maar in wijken zit wél menselijk kapitaal. Die mensen moet je benutten en mobiliseren.’

Tja, makkelijker gezegd dan gedaan. In veel wijken blijft het dagdagelijkse contact beperkt tot WhatsApp-groepen. Zijn er ideeën om mensen te stimuleren meer naar elkaar om te kijken? ‘Misschien moeten we wat meer in kleinere groepen gaan denken’, zegt een mevrouw. ‘Met mijn buurt heb ik veel meer contact dan met mijn hele wijk.’

Dat soort thema’s raken niet noodzakelijk aan de arbeidsmarkt, zijn eigen vakgebied. Wilthagen bewijst dat hij zich ook moeiteloos van andere onderwerpen kan bedienen. ‘Ik ben een soort ideeënmens. Ik heb zelf ook niet het idee dat ik alleen de arbeidsmarkt moet onderzoeken’, erkent hij. ‘Ik sta elke dag op met een nieuw idee en dat hoeft niet noodzakelijkerwijs een goed idee te zijn of iets waar ik veel verstand van heb. Ik ben geen allesweter, wel een allesvreter.’

Verder praten

Dit eerste gesprek met de stad is hem goed bevallen. Liever een wat kleiner zaaltje waarin iedereen zijn zegje kan doen dan een grote tribune waar maar een paar mensen aan het woord komen. ‘Ik had misschien nog wat meer bezorgdheid verwacht. Je kunt ook mensen hebben die denken: ik kom hier even de zaak op stelten zetten. Dat had ook gemogen trouwens, ik ben daar niet bang van. Misschien komen op dit soort evenementen ook niet de mensen af die de meeste problemen hebben.’ Er komt in elk geval een vervolggesprek, ergens in een Tilburgse wijk, zegde hij al toe.

Wat Wilthagen in de stad hoort, kan hij prima gebruiken om onder de neuzen van de wethouders en ambtenaren te schuiven. Doen die er dan ook iets mee? Daar is nog een wereld te winnen, signaleert de hoogleraar. ‘Er is ook bij de gemeente een objectief personeelstekort. De wil om te veranderen is er vaak wel, maar soms kan het niet omdat ze er gewoon geen mankracht voor hebben. Het is net een bedrijf.’

Maar Wilthagen blijft proberen, blijft gesprekken voeren en blijft opiniestukken in de krant schrijven. De jas van de stadshoogleraar lijkt hem als gegoten te zitten. Hij blijft in elk geval nog een jaar in functie, daarna is het nog maar de vraag of hij verder kan. ‘Ik weet niet of ik na de gemeenteraadsverkiezingen ook nog de eer krijg om stadshoogleraar te blijven. Dat hangt er maar net vanaf welke partijen er dan in de Tilburgse coalitie zullen zitten. Uiteindelijk beslissen zij of dit een vervolg krijgt.’

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.