Kine Dawit: ‘De houding was: wees blij dat je hier mag zijn’

Kine Dawit: ‘De houding was: wees blij dat je hier mag zijn’

Masterstudent klinische neuropsychologie Kine Dawit (24) kwam op haar 19e naar Nederland vanuit haar geboorteland Duitsland, waar ze in warm familieverband opgroeide met haar Ethiopische familie. Haar bachelor werd een teleurstelling. ‘Als internationals leefden we in een bubbel. Ik dacht: hoe kan ik dit land ooit leren kennen als ik geen band krijg met de Nederlanders zelf?’

Kine Dawit. Beeld privé archief

In de vensterbank van een smalle studentenkamer in de wijk Korvel flakkeren waxinelichtjes in het grauwe winterlicht. Masterstudent klinische neuropsychologie Kine Dawit zet dampende mokken thee neer. Tussen haar bureautje, dat ook als eettafel fungeert, en het eenpersoonsbed, passen net twee stoelen.

We spreken elkaar begin november, als Dawit is in de laatste fase van haar studie is beland. Onlangs rondde ze haar masterscriptie klinische neuropsychologie af, over het mogelijke verband tussen neurale dedifferentiatie en de geheugen- en aandachtsproblemen die zich voordoen bij mensen met ADHD. ‘Bij neurale differentiatie ontwikkelen neuronen, dat zijn zenuwcellen in de hersenen, zich zodanig dat ze steeds gespecialiseerdere taken kunnen uitvoeren,’ legt ze uit.

‘Bij neurale dedifferentiatie verloopt dat proces omgekeerd, en wordt de functie van die zenuwcel steeds algemener. Dat proces vindt meestal plaats op oudere leeftijd. De zenuwcellen zijn als het ware moe en versleten, en dat beïnvloedt de cognitieve functie. Mensen krijgen bijvoorbeeld problemen met hun geheugen of hebben moeite om hun aandacht ergens bij te houden. Ik was benieuwd of dit proces zich ook voordoet bij mensen met ADHD, omdat zij deze klachten ook hebben, en zoja, hoe het komt dat die zenuwcellen zich op die manier ontwikkelen.’

Internationals in Tilburg

Chinees, Duits, Braziliaans: lange tijd zijn internationals uit alle hoeken van de wereld naar Nederland getrokken. De wetenschap houdt zich niet aan landsgrenzen en Dutch universities willen goed scoren op het academische wereldtoneel. Maar er kwamen wel heel veel internationals deze kant op: collegezalen en studentenhuizen zitten overvol en veel opleidingen worden alleen nog in het Engels gegeven.

Tijd voor een ommekeer, klinkt het nu. De politiek wil minder internationals en Engels aan universiteiten. Universiteiten maken plannen om de internationalisering terug te dringen. En zo gaat het steeds óver internationals. Maar wie zijn zij eigenlijk? En hoe zien zij hun toekomst voor zich? In deze rubriek gaat Univers in gesprek met internationale studenten en medewerkers van Tilburg University.

Dawit schreef haar scriptie in de universiteitsbibliotheek, op een kwartiertje fietsen van haar kamer. ‘De universiteitsbibliotheek is mijn tweede huis,’ vertelt ze. ‘Ik kom ook graag in de openbare bibliotheek, de LocHal. Dat is een fijne kleurrijke plek, er zijn Engelse boeken en er heerst een open sfeer.’ Aan die warmte heeft het in Tilburg soms ontbroken, zal ze later vertellen.

Dawit groeit op in Kelsterbach, een stad onder de rook van Frankfurt, als kind van Ethiopische ouders die daar in de jaren negentig, net als veel andere landgenoten zijn neergestreken, aangetrokken door de goede werkgelegenheid in de industriestad. Als Dawit twee is scheiden haar ouders. Haar vader vertrekt naar Canada. Op haar tiende gaat ze bij hem wonen. Ze hebben het fijn samen, maar na een jaar keert ze zonder hem terug naar Duitsland.

Ze wil niet uitweiden over de relatieproblemen van haar ouders, maar het heeft wel impact op haar leven gehad, vertelt ze. ‘Ik vond het moeilijk dat mijn vader er niet meer was. We hebben pas recent het contact weer opgepakt. Het doet pijn, van beide kanten, dat we zo weinig deel uitmaken van elkaars leven.’

Ook al woont haar vader aan de andere kant van de wereld, eenzaam is de jonge Dawit allerminst. Samen met haar moeder woont ze met een oom en later nog vier tantes in een appartement. ‘Het was een vrolijke, liefdevolle jeugd,’ blikt Dawit terug. ‘Er was altijd wel iemand thuis om mee te spelen of die me ergens mee kon helpen. Haar moeder maakt lange dagen. ‘Ze had haar eigen schoonmaakbedrijf en haar eigen juwelierszaak, wat bijzonder is als je bedenkt dat ze met helemaal niets vanuit Ethiopië naar Duitsland was gekomen en alles zelf heeft opgebouwd.’

Jarenlang trekt Dawit met haar familie van woning naar woning. ‘Soms omdat het huis werd gesloopt, dan weer omdat we niet genoeg ruimte hadden of omdat de huur te hoog was. We wilden per se samenblijven. In het begin hadden we twee slaapkamers met elk twee bedden en sliepen we met zijn drieën in een bed.’ Ze grinnikt. ‘Toen ik zes werd vonden ze dat ik mijn eigen kamer moest krijgen, maar die voelde zo leeg en eenzaam. ’s Nachts kreeg ik nachtmerries en kroop weer bij mijn tante in bed. Ik wilde helemaal geen eigen kamer.’

Kortom, veel aandacht, maar waarschijnlijk ook veel mensen die op je letten?

‘Een collectieve opvoeding betekent dat iedereen iets over je leven te zeggen heeft of in ieder geval denkt dat dat zo is. Zo gaat het nog steeds. Iedereen geeft ongevraagd zijn mening, waardoor ik soms niet meer weet wat ik zelf wil. Daar had ik het afgelopen jaar veel last van. Soms dacht ik: hou alsjeblieft even je mond allemaal. Ik moest leren om het nuttige advies eruit te filteren en de rest te negeren.’

Hebben al die adviezen iets met elkaar gemeen?

‘Ja, dat ik moet trouwen. Dat is de mindset in Afrikaanse families. Trouwen en carrière maken. Op zich wil ik ook wel trouwen en een gezin stichten, maar niet omdat ik word opgejaagd.’

Dawit dooft een wierookstokje. ‘Die brand ik elke dag om rustiger te worden.’ Op de spiegel boven de wastafel prijkt in witte viltstift een Bijbelspreuk: ‘De heer zelf gaat voor je uit, hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken.’ Het afgelopen jaar kon ze de bemoedigende spreuk goed gebruiken, vertelt ze. ‘Ik was in een negatieve spiraal terechtgekomen.

‘Ik vond dat ik met mijn studie niet genoeg presteerde en ik was op dat moment samen met iemand die mij het gevoel gaf dat ik niet goed genoeg was. Ik vroeg me af: wat ben ik waard, waar doe ik het eigenlijk allemaal voor? Terugkijkend denk ik dat het vooral komt omdat ik ver weg was van mijn familie en mijn geliefden. Het voelde alsof ik er helemaal alleen voor stond.’

Wat doe je als je heimwee hebt, ga je dan Ethiopisch koken?

‘Onee, Ethiopisch voedsel is voor mij zo sterk verbonden met gemeenschapsgevoel, als ik dat in mijn eentje eet, krijg ik alleen maar meer heimwee.’

Dawit staat op, rommelt in een van de volle tassen die aan haakjes aan de muur hangen en diept een felgekleurd gewaad op. ‘Dit soort jurken, dera, dragen we in Afrika om te chillen. Zodra ik het draag voel ik me thuis.’

Lukte het je om door te gaan met je studie?

‘Ja, maar ik ben het rustiger aan gaan doen. Ik heb het studiejaar over twee jaar uitgespreid, want ik wilde er niet doorheen jakkeren, maar me echt verdiepen in het onderzoek.’

Waarom koos je zes jaar geleden voor Tilburg?

‘Op mijn 18e wilde ik psychologie studeren, maar dat kan in Duitsland alleen als je negens en tienen haalt, en dat was niet het geval bij mij. Bovendien wilde ik graag in het Engels studeren, dat kan in Duitsland niet. Ik had me aangemeld in Nijmegen, Groningen, en in Tilburg en bij een Oostenrijkse universiteit. Tilburg was de eerste universiteit die me accepteerde en het was het dichtst bij huis. Ik koos uit gemak, het was niet zo dat ik per se naar Tilburg wilde.’

Heeft je keus voor een studie psychologie iets te maken met je achtergrond?

‘Oja, enorm. Ik koos voor psychologie om mezelf en mijn familie beter te begrijpen. Ik ben altijd benieuwd hoe mensen elkaar beïnvloeden en welke rol cultuur daarbij speelt, want ik heb altijd het gevoel gehad dat ik in twee werelden leefde. Buiten sprak ik Duits, thuis spraken we Amharisch en kreeg ik de Ethiopische waardes mee, die heel anders waren dan wat ik zag bij vrienden en klasgenoten.

‘Ik ben opgegroeid binnen de orthodoxe kerk. Het zorgen voor elkaar gaat heel diep, de tikkiecultuur kennen we niet in Ethiopië. Het fascineert me dat mensen die in dezelfde omgeving wonen zo verschillend kunnen denken. Ik dacht: waarom is het zo’n enorm probleem voor mijn familie als ik laat thuiskom, terwijl het de ouders van mijn vriendinnen niets kan schelen?

‘Mijn nichtje wil graag uit huis om te gaan studeren, maar haar moeder wil dat niet, want in onze cultuur ga je pas uit huis als je gaat trouwen. Ik wist niet eens dat dat een thema was voordat ik naar Tilburg vertrok en mijn familie vroeg: ‘Waarom ga jij zo ver weg?’ Ik dacht: huh? Ik doe gewoon wat al mijn vrienden doen. Ik was me niet bewust van cultuurverschillen totdat ik over die grens ging.’

Was onafhankelijkheid een van de redenen om in het buitenland te willen studeren?

‘Absoluut, ik wilde mijn eigen ding kunnen doen, zonder dat ik me de hele tijd hoef te verantwoorden.’ Dawit glimlacht. ‘Maar nu ik hier een paar jaar ben, mis ik mensen om me heen die het iets kan schelen wat ik doe. Alles waar ik voorheen afstand van wilde nemen, waardeer ik nu juist meer.’

Voor Nederlanders staat het studentenleven veelal gelijk met vrijheid.

‘Precies, terwijl mijn familie verwacht dat ik na mijn studie weer bij mijn moeder ga wonen. Maar ik weet niet of ik dat wel wil.’

Wat viel je op tijdens je eerste dagen in Tilburg?

‘Dat alle huizen op elkaar lijken. In het begin verdwaalde ik telkens.’

Kon je makkelijk aan een kamer komen?

‘Voor ik aankwam had ik een kamer gevonden, maar die was pas een maand na het begin van mijn studie beschikbaar.’ Dawit schiet in de lach. ‘Ik weet nog dat mijn moeder me meenam naar het Centraal Station, waar ze allerlei Ethiopische mensen begon aan te spreken. ‘Hallo, kan mijn dochter misschien een maand bij jullie in huis?’ Zo gênant! We kwamen een Ethiopisch meisje van begin 20 tegen wie ik tijdelijk mocht intrekken. Dat is typisch Ethiopisch.

‘Als wij een andere Ethiopiër op straat tegenkomen begroeten we elkaar altijd. ‘Salaam!’ Toen ik hier net studeerde kwam er op de campus een meisje gillend op mij afgelopen, omdat ze zo blij was om een andere Ethiopische te zien. Nu is zij een van mijn beste vrienden.’

Kun je met andere Ethiopiërs makkelijker over bepaalde onderwerpen praten?

‘Ja, vooral over onze ouders, want die generatie is zo anders dan de onze. Ze zijn streng en bemoeien zich met ons, terwijl we allerlei dingen niet met ze kunnen delen. Een vriendin van mij heeft ADHD, ze zei: dat zou ik nooit aan mijn ouders kunnen vertellen, zij zouden zeggen: ‘ADHD? Dat is toch geen echt probleem? Depressie, wat is dat?’’

Hoe welkom voelde je je op de campus?

‘Veel medewerkers boden aan om me wegwijs te maken binnen de universiteit, dat gaf een goed gevoel. Maar ik voelde me niet heel welkom onder Nederlanders. Nederlandse klasgenoten hadden een houding van: we hebben genoeg aan onszelf, doei! Na de les bleven ze niet kletsen of koffiedrinken, ze hadden geen zin in contact.

‘Wij hebben er veel voor opgegeven om vanuit de hele wereld naar Nederland te komen, dus we praten met iedereen. Ik was uit huis gegaan om nieuwe dingen te beleven, maar als internationals leefden we in onze eigen bubbel. Tijdens mijn bachelor had ik twee goeie vrienden die toevallig ook uit Duitsland kwamen. Elke dag studeerden, aten, lachten en huilden we samen. Het voelde alsof ik nog in Duitsland was, omdat we onderling Duits spraken.

‘Ik heb niets van Nederland gezien, want internationals krijgen geen gratis ov-kaart. Ik dacht: willen jullie niet dat ik het land zie? Moet ik rondjes lopen voor mijn eigen voordeur? Ik zat bij een zangkoor, maar daar werd alleen Nederlands gesproken. Ik dacht: hoe kan ik dit land ooit leren kennen als ik geen band krijg met de Nederlanders zelf? Zodra ik kon ging ik naar mijn familie in Duitsland.

Kine staat op en zet verse thee in het keukentje dat ze deelt met twee Turkse studentes. Ze woont hier nog maar een maand, maar ze voelt zich al meer thuis dan in haar vorige drie studentenhuizen. ‘We doen samen boodschappen en we gaan samen uit. We eten van elkaars eten en doen de afwas voor elkaar. In de andere studentenhuizen leefde iedereen meer op zichzelf.

Kine Dawit. Beeld privé archief

‘Hiervoor voelde ik me vaak te gast in mijn eigen kamer. Sommige huurbazen liepen zomaar naar binnen, of maakten misbruik van het feit dat ik mijn rechten niet goed ken, waardoor ik soms te veel huur betaalde of voortijdig uit mijn kamer werd gezet, terwijl ik een contract had. Als ik last had van lekkage werden mijn reparatieverzoeken genegeerd. De houding was: wees blij dat je hier mag zijn.

‘Telkens als ik een nieuwe kamer moest zoeken kwam ik de woorden ‘Dutch only’ tegen. Ik snap dat het voor een studentenhuis vol Nederlanders makkelijker is om er nog een Nederlander bij te krijgen, maar na de zoveelste afwijzing raakte ik zo gefrustreerd dat ik dacht: prima jongens, als jullie mij niet willen, dan wil ik jullie ook niet. Ik ben hier voor mijn opleiding, en daar houdt het op. Tilburg is niets meer dan een tussenstop op weg naar iets beters.

‘Toch vind ik Nederlanders veel vriendelijker en opener dan Duitsers. Duitsers zijn rustig en ernstig en lachen weinig. De Nederlandse dienstverlening is ook heel goed. Toen er was ingebroken in mijn vorige kamer werd ik vriendelijk ontvangen op het politiebureau. De volgende dag werd ik gebeld door slachtofferhulp. ‘We hoorden dat er bij je is ingebroken, kunnen we iets voor je doen?’ Wow, ongelooflijk.’

Op welke plekken binnen de campus voel je je thuis?

‘De African Student Association organiseert feestjes en avonden waarbij iedereen eten meebracht. Zij willen iets doen voor Afrikaanse studenten die het moeilijk hadden. Maar wij moeten op de universiteit vechten voor onze ruimte. Andere verenigingen hebben het makkelijker, want ze zijn hier van oudsher geworteld en spreken de taal.

‘Onze vereniging krijgt geen subsidie, terwijl we daar herhaaldelijk om hebben gevraagd. Dat maakt het moeilijker om onze vereniging overeind te houden, terwijl we de steun harder nodig hebben.’

Hoe groot is de Afrikaanse gemeenschap in Tilburg?

‘Minder dan 100 mensen, denk ik. Het is fijn om met elkaar die community te hebben en eten en muziek te delen met mensen die je cultuur begrijpen. Van mij als Afrikaanse wordt bijvoorbeeld verwacht dat ik help bij de opvoeding van familieleden en meedenk over hoe ik hun leven kan verbeteren, zelfs financieel. Dat kan ik niet met Nederlandse vrienden delen, want die zijn alleen verantwoordelijk voor zichzelf. Ze vinden het geen probleem om hun ouders om geld te vragen. Dat zal ik niet zo snel doen, want mijn familie heeft het al moeilijk genoeg.’

Merk je hier nog meer cultuurverschillen?

‘In Nederland gaan mensen makkelijk uit en drinken alcohol. In Ethiopië, zeker als meisje, is het de bedoeling dat je na school meteen naar huis gaat en niet de hele tijd rondhangt met je vrienden, en mijn familie was daar nog wat strenger in. In Nederlandse media zie je veel naakt, mensen praten openlijk over seks. In Ethiopië zie je mensen nooit zoenen op straat. Ik hou thuis niet eens de hand van mijn vriendje vast.’

Past die gereserveerdheid bij jou?

‘Ik zie het als een vorm van respect om me bij familie in te houden, maar ik vind het lastig dat ik niet in het openbaar kan daten, omdat er wordt verwacht dat ik met seks wacht tot het huwelijk, en mijn hele leven maar een partner heb. Maar een fijne partner komt toch niet uit de lucht vallen?

‘De meeste Ethiopische vrouwen vertellen hun familie pas dat ze een vriendje hebben als ze zeker weten dat ze met hem willen trouwen. Iedereen probeert in het geheim verschillende relaties uit. Ik heb in Duitsland een Ethiopische vriend, maar dat weet bijna niemand.’

Is het ook een voordeel om je tussen twee culturen te bewegen?

‘Ja, ik kan elke dag kiezen wie ik wil zijn. Ik kan Duitse zijn, als ik bijvoorbeeld een tussenjaar wil, maar zodra het niet uitkomt kan ik zeggen: sorry, dat is mijn Ethiopische kant. Bijvoorbeeld als ik ergens te laat kom, haha. Een soort positieve code switching.’

Hoe was het om als zwarte vrouw in Duitsland op te groeien?

‘Toen ik klein was mengde iedereen moeiteloos met elkaar. Mijn beste vriendinnen waren Iraans en Chinees, er wonen veel Turkse mensen in Duitsland. Ik herinner me wel dat een klasgenoot op de kleuterschool een keer zei dat ik niet met hem en zijn vrienden kon spelen omdat ik zwart was. Terwijl hij zelf Turks was. Ik begreep het niet, het deed me verdriet. Ik heb er hard om gehuild.

‘Ik beschouw mezelf als Ethiopische die in Duitsland is geboren en getogen. Maar naarmate ik ouder werd, werd ik me bewuster van de manier waarop anderen naar me keken. Ik werkte soms in de juwelierswinkel van mijn moeder, daar kwamen veel oudere Duitsers. Vaak zeiden ze verbaasd: ‘Wat spreek je goed Duits!’ Als ik uitlegde dat ik in Duitsland naar school was geweest, zeiden ze: ‘Oh, dus je leest en schrijft ook Duits?’ Uh ja, de meeste Duitse scholen geven taalonderwijs, toch? Meestal maakte ik er maar een grap van, door te zeggen: ‘Uw Duits is anders ook uitstekend.’

‘Ik heb het geluk dat mijn moeder mij altijd liet merken dat ze zichzelf niet ziet als een vreemdeling die er niet bij hoort. Ze voelt zich Duitse. Maar veel Afrikaanse vrienden van mijn leeftijd voelen zich buitengesloten in Duitsland omdat ze als ‘de ander’ worden gezien. Zelf heb ik daar geen last van gehad, op het gymnasium in Mainz was het zelfs cool om zwart te zijn, hoewel dat ook een beetje dubieus is natuurlijk. Als mensen nieuwsgierig waren naar mijn haar en naar mijn cultuur gaf ik ze gewoon uitleg.’

In 2020, halverwege haar bachelor, breek de corona-epidemie uit. Dawit gaat weer thuis wonen en studeert online verder. ‘Het was een enge tijd, ik wilde dicht bij mijn familie zijn.’ Na het afronden van haar bachelor neemt ze een tussenjaar en gaat een half jaar bij haar oma in Ethiopië wonen, waar ze als zevenjarige een jaar doorbracht.

‘Daarna ben ik een paar keer terug geweest, maar in Duitsland raakte ik een beetje afgesneden van mijn wortels. Soms voelde ik me ontheemd in mijn eigen familie, alsof ik minder Ethiopisch was dan zij, die daar echt zijn opgegroeid. Ik hoorde alle informatie uit de tweede hand, en kon er niet op hetzelfde niveau op reflecteren. Ik dacht: waar hoor ik thuis? Wat is mijn identiteit? Zou ik in Ethiopië kunnen wonen?

Kine Dawit. Beeld privé archief

‘Door een tijdje bij mijn oma te zijn voelde ik me dieper verbonden met mijn afkomst. Ik ontdekte dat het niet gaat om je kleur, of hoe goed je de taal spreekt, of om wat voor paspoort je hebt. Identiteit is niet een enkel ding, het is de optelsom van je ervaringen, het is wat jij ervan maakt.’

Voelde het leven in Ethiopië anders dan in Duitsland of Nederland?

‘Ik merkte wel dat ik in Ethiopië meer ontspannen was. Het voelt alsof ik daar meer mens kan zijn, en word geaccepteerd voor wie ik ben. Terwijl ik in Nederland en in Duitsland altijd oplet hoe ik mezelf presenteer.’

Waar komt dat door?

‘Ik heb het idee dat het in Duitsland en Nederland meer uitmaakt wat ik doe, omdat ik als het ware meer vertegenwoordig dan alleen mezelf. Alsof een verkeerde stap van mij meteen effect heeft op de zwarte gemeenschap als geheel. Duitsland is sinds de jaren negentig steeds multicultureler geworden. Maar vroeger was ik op veel plekken het enige zwarte meisje, mensen letten meer op mij. Ik had weinig speelruimte, dus zorgde ik dat ik verder niet opviel.

‘Ik ben wel eens jaloers als ik immigranten van kleur zie die zich luidruchtig en losjes gedragen, want ik denk vaak: Kine, je kunt niet zo ‘extra’ zijn. Ik vind het treurig, want door me in te houden belemmer ik mezelf. Ik probeer die losse kant van mezelf langzaam toe te laten en meer mezelf te zijn, zonder me druk te maken over wat anderen van mij denken.’

Waardoor besloot je om na je tussenjaar terug te komen naar Tilburg voor je master?

‘Ik wilde klinische psychologie gaan studeren in Frankfurt of Keulen, maar ik werd niet aangenomen. Ik was geïnteresseerd geraakt in positieve psychologie. Het is een nieuw vakgebied, dat toen alleen in het Verenigd Koninkrijk en in Tilburg werd onderwezen. Studeren in Engeland was veel te duur, en in Tilburg was de toelatingsprocedure veel makkelijker voor alumni, dus de keus was snel gemaakt.’

Wat vind je interessant aan positieve psychologie?

‘Klassieke psychologie richt zich op wat er misgaat in het leven, en hoe je iemand met een ongezonde geest gezond kan maken. Positieve psychologie kijkt wat er goed gaat en hoe dat kan worden gestimuleerd. Wat heeft iemand nodig om een goed leven te leiden? Zowel op persoonlijk vlak als binnen een gemeenschap? Je kunt een individu coachen, maar je kunt ook bedrijven helpen om een gezond werkklimmaat te creëren, of scholen adviseren bij het inrichten van een goede leeromgeving.’

Enthousiast: ‘Mijn master heeft mijn beeld van Nederland en Tilburg gekanteld. Ik kreeg meer contact met Nederlanders, vooral door mijn stage positieve psychologie. Het bedrijf waar ik stageliep werkt met kinderen en studenten uit kwetsbare wijken. Ze wilden weten wat hun aanpak doet voor het welzijn van die groep.

‘Met de eigenaren van het bedrijf had ik een leuke uitwisseling – ik deelde mijn wetenschappelijke kennis met hen en zij brachten me in contact met het culturele leven in Tilburg. Ik ging vaker de stad in en ontdekte hoe levendig Tilburg is, ook al maakt de stad op het eerste gezicht een introverte indruk.

‘Ik heb een tijdje bij de Action gewerkt, dat was heel leuk. Ik leerde meer Nederlanders kennen en kon oefenen met eenvoudige gesprekjes. Ik voelde me steeds meer thuis. Na een jaar positieve psychologie ben ik overgestapt op klinische neuropsychologie, omdat je een klinische master nodig hebt om als psycholoog mensen te mogen behandelen.’

Wat wil je straks gaan doen met je studie?

‘Ik schrijf poëzie en ik zit op zangles. Ik wil kijken of ik mijn artistieke kant kan integreren in de psychologie. Eerst dacht ik aan muziektherapie, maar ik weet het nog niet.

‘Het lijkt me ook interessant om als psychotherapeut te gaan werken voor Ethiopiërs in Duitsland. Veel Ethiopiërs trekken naar Europa vanwege de werkgelegenheid, maar dat gaat gepaard met allerlei problemen en teleurstellingen. Veel mensen missen het land en hun familie. Mijn ooms en tantes kwamen naar Duitsland na hun studie, om vervolgens te horen dat hun diploma in Duitsland niet werd geaccepteerd, waardoor ze waren genoodzaakt een baan te accepteren die ze geen voldoening schenkt. Ik vind het droevig om te zien hoeveel mensen afscheid hebben moeten nemen van hun dromen.

‘Als international word je niet serieus genomen als je niet goed Duits spreekt. Het is moeilijk om jezelf goed uit te drukken in een taal die je niet volledig beheerst, zeker als het gaat om je gevoel. Daar wil ik bij helpen. Omdat ik multicultureel en meertalig ben, begrijp ik dat niet alles is wat het lijkt. Sommige mensen denken bijvoorbeeld dat Ethiopiërs onbeleefd zijn omdat ze je tijdens een gesprek niet recht aankijken, terwijl een afgewende blik voor hen een blijk is van respect, als je iemand nog niet goed kent.

‘In Ethiopië delen we niet snel persoonlijke zaken met vreemden. Witte mensen, of dat nu Duitsers of Nederlanders zijn, worden door Afrikanen vaak als bemoeizuchtig gezien, terwijl ze vaak van alles vragen uit oprechte interesse. Maar een Afrikaan denkt: waar bemoei je je mee? Afrikanen gaan niet zo snel de diepte in. Daardoor denken veel Duitsers en Nederlanders dat Afrikanen niet met je willen praten of liever met rust willen worden gelaten, maar ze hebben alleen wat tijd nodig. Dus stel je open, en druk niet zo snel een stempel op het gedrag van iemand uit een andere cultuur.

Het is half december als ik Dawit opnieuw spreek, nu via WhatsApp. Een maand na onze ontmoeting in Tilburg is ze terug bij haar familie in Duitsland. Ook haar oma is voorgoed overgekomen, uit Ethiopië. ‘We wonen met drie generaties samen!’ schrijft Dawit enthousiast. Half januari volgt een update. In oktober zal ze haar master in Tilburg officieel afronden. De komende maanden gaat ze stagelopen in Frankfurt, en daarna wil ze in Duitsland een baan gaan zoeken.

‘Het is geen spontane beslissing,’ licht ze toe, ‘maar de conclusie van een lang denkproces. Aanvankelijk was ik van plan om in Nederland te blijven, maar ik besefte dat mijn leven dan weer bij nul zou beginnen – een nieuwe taal leren, nieuwe banden smeden. Als ik hier blijf werp ik alleen maar barrières op voor mezelf. Ik wil dichter bij mijn familie en mijn vriend zijn, en ik denk dat ik in Duitsland meer kans maak om werk te vinden. Dus ik spring het diepe in en ga kijken of mij in Duitsland een beter leven wacht.’

Hoe kijk je terug op je studie in Nederland?

‘Ik ben blij dat ik ben teruggekomen en een nieuwe kant van Tilburg heb ontdekt. Ik zou iedereen aanraden om hier te gaan studeren. Het studietempo ligt naar mijn idee wat te hoog, maar de sfeer is hier opener dan in Duitsland. Er zijn veel studiemogelijkheden en de studieadviseurs en onderwijscoördinatoren staan altijd voor je klaar met steun en advies. Mijn scriptiebegeleider was heel aardig, ik kon altijd bij haar terecht voor hulp. Al deze medewerkers stralen uit: iedereen is anders, laten we kijken wat werkt voor jou. Je voelt dat de universiteit echt wil dat je slaagt.’

Wat heeft je komst naar Tilburg je gebracht?

‘In Tilburg heb ik mezelf leren kennen. Ik heb hier mijn beste vrienden ontmoet en mijn eerste relatie gehad.’ Met een lach: ‘Maar ik heb ook ontdekt dat ik allerlei dingen alleen kan die ik liever niet in mijn eentje doe. Ik bouw liever op andere mensen, en dat is oké.’

OVER KINE DAWIT (Frankfurt, Duitsland, 1999)

2018 – 2021 bachelor Psychologie, Tilburg University
2022 – 2023 master Positieve psychologie, niet afgerond
2023 – 2025 master Klinische neuropsychologie, Tilburg University

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.