Vijf lessen van oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen: ‘Ik denk elke dag aan de dood’

Vijf lessen van oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen: ‘Ik denk elke dag aan de dood’

Als het even kan trekt oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen weer naar een nieuwe brandhaard in de wereld. De afgelopen 27 jaar was hij in bijna alle gebieden waar gewapende conflicten heersen: Irak, Kosovo, Syrië, Gaza. Vijf observaties van een man die naar eigen zeggen ‘thuishoort’ in de oorlog.

Beeld Jack Tummers

‘Ik kom net terug uit Oekraïne. Zaterdag ben ik vanuit Polen in Nederland geland. Mijn vrouw is op vakantie, ik zie jullie eerder dan haar’, zegt oorlogsjournalist Hans Jaap Melissen maandagmiddag 24 februari tegen de zaal in de Black Box van het Esplanade-gebouw. De verslaggever van onder andere dagblad Trouw en EenVandaag komt op uitnodiging van Studium Generale vertellen over zijn vak. En nee, dat blijkt zeker niet alleen een verhaal van lijden en last te zijn.

1. De oorlog wordt óók omarmd

Melissen erkent dat het moeilijk voor te stellen is, maar er zijn genoeg oorlogen waardoor mensen hun leven meer gaan waarderen. ‘Een jonge vrouw in het zwaar gebombardeerde Charkiv vertelde me dat ze nog nooit zo gelukkig was geweest als tijdens deze oorlog. In oorlog zoeken mensen elkaar op: voor warmte, voor elektriciteit, voor eten. Er heerst een idee dat iedereen met elkaar aan iets groots kan werken.’

Natuurlijk tekent niemand voor de vele gewonden, de doden en de massale angst, maar Melissen signaleert wel dat er mensen zijn die de oorlog missen als-ie eenmaal voorbij is. Oorlog draait gek genoeg om saamhorigheid. ‘In Syrië brachten mensen elkaar thee en haalden ze elkaar bij dreigingen snel uit bed. Een studente die ik sprak had het idee tijdens de oorlog echte vrienden te hebben gemaakt. Dat was voor haar in vredestijd een stuk moeilijker.’ Vrede is voor veel mensen in grijstinten gekleurd, de oorlog is ten minste zwartwit.

2. Mannen kunnen niet tegen hun verlies

Karl Marlantes was militair in de Vietnam-oorlog en schreef dat er trots schuilde in ‘de verwoesting die hij aan kon richten’. ‘Alleen al het idee dat hij alles kon vernietigen gaf hem een soort kick’, zegt Melissen. ‘Heel veel mannen weten niet hoe ze met verlies moeten omgaan. Ze doen nog heel veel dingen met hun oerbrein.’

Die oerdriften van de mens — lees: de man — leiden vaak tot excessief geweld. ‘De Australische speciale eenheden in Zuid-Afghanistan hielden zó van geweld dat ze regelmatig op moordtochten gingen. Nieuwe rekruten moesten bij een ‘initiatierite’ een burger doodschieten om zichzelf te bewijzen. Dat soort gedrag zie je bij veel meer legers terug.’ Het is boven alles een machtssysteem, wil de oorlogsverslaggever maar zeggen: de ontgroeningen bij studentenverenigingen gaan er vaak ook niet geheel geweldloos aan toe.

3. Neutraal verslaggeven is een uitdaging

Al honderden jaren is propaganda dé manier om de moraal in een oorlog op te krikken of de publieke opinie bij te sturen. Zelfs in de moderne tijd is daar weinig aan veranderd. ‘Ik ben op pad geweest met een Oekraïense journalist in het oosten van het land. Daar wonen ook nog mensen die pro-Russisch zijn. De Oekraïense journalisten berichten daar gewoon niet over.’

Er zijn altijd krachten die invloed proberen uit te oefenen op wat journalisten opschrijven, merkt Melissen. ‘In Libië kwam iemand me vertellen dat hij bij een groep gedode Khadaffi-militairen condooms gevonden had. Hij wilde het laten lijken alsof die militairen op verkrachtingstocht waren. Er klopte niets van dat verhaal: die gedode militairen waren namelijk helemaal verbrand en uit elkaar geknald.’ Daar haal je natuurlijk geen ongehavende pakjes condooms tussenuit.

‘Ik vraag dan ook altijd aan mensen: heb je dit zelf gezien, of is het een verhaal dat je gehoord hebt?’

4. We moeten met de dood leren leven

Melissen laat er geen misverstand over bestaan. ‘Iedereen die in de zaal zit, is een toekomstig lijk. Mij helpt het in mijn werk altijd om elke dag aan de dood te denken. Een beter doodsbesef leidt tot een beter levensbesef. Het doet je beseffen wat er wel en niet belangrijk is: dat het niet gaat om die nieuwe keuken met die zwarte kranen die je gaat kopen.’

Melissen is zelden bang om weer naar een oorlogsgebied af te reizen, maar soms ontkomt ook hij niet aan de onzekerheid. ‘Toen ik onderweg was naar Charkiv wilde ik eigenlijk omdraaien: in de buurt waren al veel burgerslachtoffers gevallen en in gedachten zag ik mezelf daar ook tussen liggen.

‘Op dat moment heb ik mijn vrouw gebeld en die zei dat ik moest doorrijden. Dat heb ik toen ook gedaan. Je probeert toch te beseffen dat je in dit gebied bent om een verhaal te vertellen, ook als dat een afschuwelijk verhaal is.’

5. Het leven gaat door

Oorlog is niet alleen een verhaal van dood en verderf, maar ook van wederopbouw. Juist in oorlogstijd is het belangrijk dat het leven zo veel mogelijk doorgaat als vanouds. ‘Oorlog is geen Hollywood. Je wilt dat het gewone leven doorgaat. Toen ik als enige westerse journalist in Kiev zat, ben ik gewoon naar een restaurant gegaan. Het verbaasde me hoezeer ze nog alles op de menukaart hadden.’

In Syrië zag Melissen dat burgers de straten weer begonnen schoon te vegen en weer planten in de perkjes begonnen te zetten nadat het regime van Assad eind vorig jaar viel. ‘Tijdens de oorlog lieten ze het vaak verwaarlozen, nu zie je dat er een nieuw soort energie is. Ik gunde ze die blijdschap ook, dat was fantastisch om mee te maken. Ik vraag me wel af of dat lang aanhoudt en wat de toekomst gaat brengen. Dat vraag ik me overigens ook af wat Oekraïne betreft.’

Er staan hoe dan ook nog winkelstraten overeind, Melissen kan soms nog in hotels verblijven. En hoewel ook hij in hotels heeft geslapen waar de spiegel na een raketinslag door de kamer vloog, gebeurt het net zo vaak dat de oorlog ver weg voelt. ‘Eerder werkte ik in Bagdad en werd mij gevraagd verslag te doen van een ontplofte autobom die groot nieuws was. Ik had die bom zelf helemaal niet gehoord. De oorlog is een moeilijke realiteit om uit te leggen. Ik ben vooral dankbaar dat ik dit werk mag doen.’

In de foyer van het Cobbenhagengebouw staan momenteel panelen van de Oekraïense tentoonstelling Unissued Diplomas. In die expositie zijn de verhalen te lezen van Oekraïense studenten die hun diploma niet hebben gehaald omdat ze in de oorlog gesneuveld zijn. De expositie wordt wereldwijd tentoongesteld en staat nog tot en met 14 maart op de campus.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.