‘Als je veel monden moet voeden, gaat het niet om hoe een aardappel smaakt’
Moet een aardappel lekker smaken of vooral veel opleveren? Voor zijn masterscriptie onderzocht voormalig econometriestudent Rein Lommerse welke gewassen op de meeste waardering kunnen rekenen van boeren wereldwijd. ‘Zo kunnen we boeren in arme landen de meest geschikte zaden aanbieden.’

Waar gaat je masterscriptie over?
‘Voor mijn scriptie heb ik samengewerkt met het Zero Hunger Lab, een transdisciplinair onderzoeksinstituut van Tilburg University waar onderzoekers data science en wiskundige optimalisatie inzetten om honger in de wereld te verminderen.
‘Ik heb onderzocht hoe boeren in verschillende landen, zoals Nigeria, India en Guatemala, verschillende zaden van veredelaars beoordelen. Boeren kregen hiervoor drie verschillende varianten van een gewas, zoals zoete aardappelen.
‘De boeren plantten deze zaden en observeerden het groeiproces. Aan het einde van de teelt beoordeelden ze welke variant de hoogste opbrengst had, welke het beste smaakte en welke er het mooist uitzag. Op basis van deze eigenschappen gaven ze een eindoordeel over welke variant ze over het algemeen het beste vonden.
‘Mijn taak was om te analyseren welke van deze factoren – bijvoorbeeld: smaak, opbrengst of uiterlijk – de grootste invloed had op dat eindoordeel. Met die informatie kan het Zero Hunger Lab boeren helpen de juiste zaden te kiezen, zodat hun oogst optimaal aansluit bij hun voorkeuren.’
Hoe heb je dat aangepakt?
‘Het hele proces – van het uitdelen van de zaden aan de boeren tot het groeien en beoordelen van de gewassen – was al afgerond. De data waren dus al verzameld, en mijn taak was om de verbanden binnen die data te onderzoeken. Ik vroeg me af hoe ik wiskundig kon achterhalen welke eigenschappen de boeren het belangrijkst vonden aan de zaden.
‘Een wiskundig model dat de verbanden tussen zaadeigenschappen inzichtelijk maakt, was nog niet ontwikkeld. Daarvoor dook ik in bestaande wiskundige methoden die me konden helpen deze vraag te beantwoorden.
‘Tijdens mijn onderzoek kwam ik verschillende methoden tegen die potentieel geschikt waren. Er is nu eenmaal niet één vaste weg naar het antwoord. Uiteindelijk kies je een methode waarvan je verwacht dat die de juiste inzichten oplevert, en dan test je die uit.
‘Soms blijkt het inderdaad de juiste aanpak en kom je een stap dichter bij de oplossing. Maar soms werkt het niet zoals gehoopt, en dan moet je terug naar de ‘rekentafel’ om een andere methode te proberen. Het was echt een proces van experimenteren, leren en opnieuw proberen.
‘Ik had het geluk dat ik naar Zuid-Frankrijk mocht afreizen om samen te werken met Alliance Bioversity International, een onderzoeks- en ontwikkelingsorganisatie die zich wereldwijd inzet voor het behoud en de benutting van biodiversiteit in de landbouw en bossen.

‘Daar kreeg ik de kans om met onderzoekers en wetenschappers te sparren over mijn scriptieonderzoek. Ik leerde veel over hun vakgebied en manier van denken, en hun agrarische expertise was essentieel om mijn thesis goed te onderbouwen.’
Wat kwam er uit je onderzoek?
‘Dat ‘opbrengst’, zoals ik eigenlijk al verwachtte, de belangrijkste factor was voor een positief eindoordeel. Dit is logisch, want voor boeren in landen waar armoede en honger heersen, is een hoge opbrengst cruciaal. Zij moeten immers zoveel mogelijk mensen voeden. In zulke situaties wegen smaak en uiterlijk van de zoete aardappel veel minder zwaar.
‘Toch verschilden de prioriteiten per regio. Een boer in een woestijngebied hecht bijvoorbeeld veel waarde aan droogteresistentie, terwijl een boer in een regenachtig gebied juist een gewas nodig heeft dat goed bestand is tegen vocht. Daarom onderzocht ik ook of het mogelijk was om boeren te groeperen op basis van hun specifieke behoeften.
‘Zo konden we beter in kaart brengen welke voorkeuren verschillende groepen hebben – bijvoorbeeld boeren in droge versus natte gebieden – en hen de meest geschikte zaden aanbieden. Op die manier kunnen alle boeren gewassen krijgen die optimaal aansluiten bij hun omstandigheden en behoeften.’
Hoe was het voor jou om vanuit een welvarende, Westerse achtergrond onderzoek te doen naar honger en armoede?
‘Het is bijna niet voor te stellen hoeveel mensen wereldwijd in armoede leven en honger hebben. In Nederland zijn we enorm geprivilegieerd met supermarkten op elke straathoek die volop gevuld zijn met voedsel. Juist daarom was het waardevol om met mijn onderzoek een bijdrage te leveren aan het helpen van boeren, zodat zij hun oogst beter kunnen afstemmen op hun behoeften en omstandigheden.’
Masterscriptie
Een literatuuronderzoek, experimenteren in het lab of toch in de weer met SPSS? De studenten van Tilburg University schrijven de meest uiteenlopende scripties. In de rubriek Masterscriptie licht Univers er maandelijks eentje uit.
Auteur: Rein Lommerse
Titel: Unraveling Trait Interactions in Crop Varieties: A Network Analysis
Begeleider: Marleen Balvert
Cijfer: 8,5
Master: Business Analytics and Operations Research