Een minimumleeftijd voor sociale media maakt kinderen kwetsbaar

Een minimumleeftijd voor sociale media maakt kinderen kwetsbaar

Een minimumleeftijd van 15 jaar voor het gebruik van sociale media, is dat een goed idee? Tom Grosfeld denkt van niet. ‘Het is zinvoller om kinderen weerbaar te maken. Hoe gaan ze om met misinformatie, wat doen ze als ze worden gepest?’

Tom Grosfeld. Beeld Ton Toemen

Vorige week stemde een meerderheid van de Tweede Kamer in met een motie (D66) om een minimumleeftijd van 15 jaar in te stellen voor Facebook, Instagram, TikTok en Snapchat, kortom, voor alle sociale apps met een verslavend algoritme. 

Ja, de vaart zit erin. Het besef lijkt te zijn ingedaald dat we onze kinderen moeten beschermen tegen de gevaren van sociale media. Een goede ontwikkeling. Op het eerste oog, dan. Want toen ik de motie goed las, kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat we de verkeerde kant – sorry, het is ook nooit goed – op aan het bewegen zijn. 

Wat telkens lijkt te gebeuren is dat we alle problemen van jongeren – meer angst, meer stress, meer depressies, meer trauma’s, meer jeugdzorg – lijken toe te schrijven aan sociale media. Tien jaar geleden was het de Amerikaanse psycholoog Jean Twenge die de alarmerende vergelijking legde tussen de komst van de iPhone in 2007 en het aantal depressies dat vanaf die periode toenam. Daar kreeg ze veel kritiek op: een correlatie maakt nog geen causaal verband. Maar de toon was gezet. 

Jonathan Haidt, ook een Amerikaanse psycholoog, slaat dezelfde richting in. Zijn boek Generatie Angststoornis lijkt een gevoelige snaar te raken bij politici en het publieke debat een flinke duw te geven naar een leeftijdsgrens voor sociale media. Veelzeggend is dat bijna alle wetenschappers die onderzoek doen naar sociale media sterke kanttekeningen bij zijn boek plaatsen: de nuance is ver te zoeken. 

Want: het is wetenschappelijk gezien zeer wankel om sociale media aan te wijzen als dé veroorzaker van alle onheil. Er zijn naast negatieve effecten ook positieve effecten. Het is voor elke jongere weer anders. Ook de manier van meten – zelfrapportage – is niet ideaal.

De fixatie op sociale media als zondebok laat ook bredere, meer fundamentele maatschappelijke invloeden buiten beschouwing, zoals de kapitalistische ratrace waarin we zitten, bepaalde denkbeelden over succes en geluk, de klimaatcrisis en de invloed daarvan op hoe we ons voelen en het feit dat het moeilijk is om betekenis te vinden in een wereld waarin geen grote verhalen meer zijn overgebleven.

Een verbod maakt kinderen daarnaast kwetsbaar. Plots worden ze losgelaten op die verslavende platforms. Maar is het niet zinvoller om ze weerbaar te maken? Hoe gaan ze om met misinformatie, hoe herkennen ze een betrouwbare bron? Hoe gedragen ze zich op sociale media, wat doen ze als ze worden gepest, een raar bericht krijgen van een vreemde of een naaktfoto krijgen doorgestuurd? 

Op die manier begeleid je kinderen bij hun eerste stappen op sociale media en ontneem je ze – minstens zo belangrijk – geen ervaring die in potentie ook heel verrijkend kan zijn: toegang tot nieuwe bronnen van informatie en kennis, een sociaal netwerk, entertainment, identiteitsvorming, enzovoorts.

De verantwoordelijkheid komt zo ook nadrukkelijker bij het platform te liggen: zij moeten ervoor zorgen dat jongeren, ook wanneer ze onder de vijftien zijn, op een verantwoorde manier gebruik kunnen maken van hun diensten.

Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.