Oud-Holleeder advocaat Stijn Franken: ‘Meer bescheidenheid zou goed zijn voor juristen’

Oud-Holleeder advocaat Stijn Franken: ‘Meer bescheidenheid zou goed zijn voor juristen’

Willem Holleeder, Lucia de Berk en Volkert van der Graaf. Strafrechtadvocaat Stijn Franken stond ze allemaal bij. In zijn boek Laatste man kijkt de ongeneeslijk zieke Franken terug op zijn omvangrijke carrière, die ooit bij Tilburg University begon. ‘Iedere student in het wetenschappelijk onderwijs is een bevoorrecht persoon.’

Stijn Franken: ‘Mijn bureau lijkt rommelig, maar ik weet precies waar alles ligt.’ Beeld Ton Toemen

Strafrechtadvocaat Stijn Franken (Breda, 1967) houdt kantoor op een Arnhemse etage boven een bekende pizzaketen. Wie aanbelt en de trap naar de eerste verdieping neemt, heeft de geur van pizza nog een tijdje in de neus hangen. Franken, spijkerbroek, trui en witte sneakers, meldt zich iets later, hij komt net terug van een ziekenhuisafspraak. ‘Is er al koffie aangeboden?’

Sinds Franken ongeneeslijk ziek is en zijn boek Laatste man verscheen, laat hij de media toe. Iets dat hij eerder in zijn carrière bewust zo veel mogelijk afhield. ‘Sommige advocaten zijn bekender dan hun cliënt. Maar het gaat om de verdachte, niet om de advocaat.’ In het boek staan inhoudelijke en ook grappige inzichten. Zo omschrijft Franken hoe Willem Holleeder en hij elkaar begroetten: ‘Hé advocaat.’ ‘Hé boef.’

Hier begonnen

Profvoetballers, fractievoorzitters, ministers, presentatoren en rechters. Tilburg University heeft heel wat bekende alumni. In de rubriek Hier begonnen blikt Univers met ze terug op hun studententijd.

Het is ook Holleeder die vanuit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught naar zijn oud-raadsheer belt als hij hoort dat deze ‘echt ziek’ is. Franken schrijft daarover: ‘Willem Holleeder is een boef, maar ook een heel loyale man.’

Tijdens het interview wil Franken op de stoel zitten die het beste zicht op de deur biedt. Met een kop koffie in de hand vertelt hij over zijn eerste jaar als Tilburgse rechtenstudent. ‘Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik toen niet zo heel hard gestudeerd heb.’

In uw boek omschrijft u uw eerste collegejaar als een feestjaar. U vergat zich bijvoorbeeld in te schrijven voor tentamens.

‘Ik moet gissen waarom ik dat destijds vergeten ben. Waarschijnlijk heb ik er gewoon niet aan gedacht, of ik lag nog in bed. Ik herinner me dat die periode als een eindeloze zomer aanvoelde. Maar na dat jaar heb ik het serieuzer aangepakt, ik vond het namelijk erg leuk en werd gegrepen door het vak, met name door het strafrecht. Ik ben uiteindelijk netjes binnen vier jaar afgestudeerd, ik was pas 22 jaar.’

Als uw kinderen om uw mooiste herinnering uit die periode zouden vragen, wat antwoordt u dan?

‘Ik denk dat mijn kinderen mij heel saai vinden. Dat vind ik overigens een ondergewaardeerde eigenschap, saaiheid. Er is helemaal niets mis met saai zijn. Al die mensen die gaan bungeejumpen tegenwoordig… Waarom zou je dat doen? Maar dat terzijde. Ik weet nog dat ik als jonge student-assistent al serieus werd genomen op de universiteit. Dat vond ik bijzonder. Verder ben ik nooit lid geweest van een studentenvereniging, dus ik was toch een beetje saai.’

Er is veel onwetendheid over het vak van strafrechtadvocaat, vindt u. Wat is in uw ogen de grootste misvatting?

‘Ik denk dat veel mensen het beeld hebben van mannen in pakken met snelle auto’s en dure horloges die veel geld verdienen en per definitie proberen recht te praten wat krom is. Waar het in mijn vakgebied echt op neerkomt, is hard werken. Wij proberen mensen die misschien wel in de moeilijkste fase van hun leven zitten zo goed mogelijk bij te staan.

‘Ook de gedachte dat als een advocaat vaak op televisie komt, hij of zij wel heel goed zal zijn, is nergens op gebaseerd.’

Hebben huidige rechtenstudenten een goed beeld van de wereld waarin ze terechtkomen?

‘Dat weet ik niet, maar ik hoop dat ze tijdens hun studie niet alleen leren wat er in de wet staat en hoe die wet wordt uitgelegd door rechters. Maar dat ze ook leren hoe ze om moeten gaan met mensen. Als ze later een positie binnen het strafrecht krijgen, bijvoorbeeld als rechter, advocaat of officier, is het belangrijk dat ze zich realiseren dat ze met echte mensen te maken hebben. En vaak zijn het ook nog eens mensen die het in het leven minder goed getroffen hebben dan zijzelf.’

Wat bedoelt u daarmee?

‘Iedere student in het wetenschappelijk onderwijs is een bevoorrecht persoon. Ik kom in mijn vakgebied cliënten tegen die het er zelf naar gemaakt hebben, maar ook cliënten die het minder getroffen hebben: mensen met een verstandelijke beperking, met psychische-, of verslavingsproblemen. Ik vind het belangrijk dat studenten niet alleen de wet, maar ook de mens in het recht leren kennen: praat met je cliënten, leer ze een beetje kennen en kijk eens voorbij je eigen bubbel.’

Stijn Franken: ‘Je sociale positie is vaak een kwestie van geluk.’ Beeld Ton Toemen

‘Mensen denken soms dat ze de sociale positie waarin ze verkeren helemaal zelf verdiend hebben, terwijl het vaak een kwestie van geluk is. Je moet jezelf niet in een verheven positie plaatsen en denken dat je alles wel weet.’ Franken benadrukt: ‘En dit gebeurt echt, hé? Rechters en verdachten begrijpen elkaar niet, omdat ze een andere achtergrond hebben en bij wijze van spreken een andere taal spreken.

‘De eind-veertigers, vijftigers en zestigers in het strafrecht hebben het wat dat betreft gewoon niet zo goed gedaan. Maar ik heb een groot vertrouwen in de jonge mensen die de rechtspraak ingaan, die kunnen het mooi beter doen dan oude mensen, zoals ik.’

Welke eigenschappen heeft een goede advocaat?

‘Een goede advocaat is bereid om hard te werken. Daar begint het mee. Daarnaast heeft een goede advocaat een gedegen kennis van het recht en van hoe de wet wordt uitgelegd in de rechtspraak. Verder heb je heb vermogen nodig om empathie op te brengen voor een ander. Een beetje creativiteit en taalvaardigheid helpen ook.’

Over onnodig ingewikkeld juridisch taalgebruik is momenteel veel te doen.

‘Probeer jezelf zorgvuldig en met precisie uit te drukken. Maar nog belangrijker dan taalvaardigheid vind ik de manier waarop je je als jurist opstelt ten opzichte van anderen. Juristen zijn namelijk heel goed in staat om met taalkundige spitsvondigheden om de hete brei heen te draaien.

‘Ik maak me er ook schuldig aan: net zo lang ergens omheen praten tot iedereen is vergeten welke vraag er eigenlijk werd gesteld. Als rechter, advocaat of jurist leer je dit ook, en dat is niet altijd goed.’

U bent naast strafrechtadvocaat ook hoogleraar aan de universiteit van Utrecht. Nadat Lucia de Berk, die eerder tot levenslang was veroordeeld, in 2010 definitief vrijkwam, gaf u samen met haar hoorcolleges aan eerstejaars rechtenstudenten. Waarom deden jullie dat?

‘Lucia heeft toen zij vervolgd werd vaak meegemaakt dat ze nauwelijks meer als mens werd beschouwd. Zij werd als een seriemoordenaar gezien, iemand die baby’tjes en oudere mensen van het leven had beroofd. Vreselijk. Het was voor Lucia en mij belangrijk om niet alleen de basisbeginselen van het strafrecht aan studenten mee te geven, maar ook dat je als jurist of rechter een grote verantwoordelijkheid hebt.

‘Namelijk de verantwoordelijkheid om mensen op een fatsoenlijke en menswaardige manier te bejegenen. Lucia kon dat studenten als geen ander duidelijk maken. We hebben deze colleges een aantal jaar gegeven, de zaal zat zonder uitzondering tot de nok toe vol.’

U zegt net dat een goede advocaat bereid moet zijn om hard te werken. In uw boek omschrijft u hoe u de afgelopen 35 jaar altijd aan het werk was. Is het dat achteraf waard geweest, vindt u?

‘Ja en nee. Als je een goede advocaat wil zijn en mensen wilt helpen, dan moet je soms heel hard werken, ook op momenten dat anderen vrij zijn. Ik heb weleens op zondagmiddag, of midden in de nacht gewerkt en gedacht: waarom doe ik dit eigenlijk? Maar ik kan niet tegen mijn cliënten zeggen: ik heb deze week al hard genoeg gewerkt, dus die zaak die wij morgen hebben, ga ik niet voorbereiden.

‘Als je écht goed wilt zijn en als je écht wilt doen waarvoor je als advocaat op de wereld bent gezet, dan moet je af en toe hard werken. En ja, dat is het dubbel en dwars waard. Maar wel in de wetenschap dat het harde werk soms ten koste gaat van de mensen van wie je houdt.’

Wat zou u de rechtenstudenten van nu mee willen geven?

‘Doe het beter dan mijn generatie. Kijk niet op tegen de grijze mannen en vrouwen. Zorg dat je altijd voor ogen houdt waar het in de kern om gaat: om vraagstukken van rechtvaardigheid en schuld en boete, niet om ‘halen we de planning’ of ‘lopen we uit’. Ik hoop dat studenten zich dat over 30 jaar ook nog herinneren, want als je eenmaal in de ratrace zit, is dat erg lastig.’

U schrijft dat u erachter bent gekomen dat juristen helemaal niet zo’n leuke mensen zijn.

‘Ik denk dat juristen een soort zelfgenoegzaamheid in zich hebben. Iets meer bescheidenheid en nederigheid zou goed zijn.’

Al met al ben ik een goede advocaat geweest, concludeert u in uw boek. Bent u nu niet te bescheiden?

‘Nee, ik denk dat ik over mezelf kan zeggen dat ik een goede advocaat was, dat is iets anders dan jezelf neerzetten als een topadvocaat. In de regel heb ik mijn werk goed gedaan, want ieder mens maakt fouten. En ik heb mijn werk met veel plezier en met hart en ziel gedaan. Maar het is niet zo dat ik daardoor een bijzonder mens ben, want er zijn in onze samenleving tal van mensen die hard werken, en ik deed het toevallig als advocaat.’

CV (beknopt)

1985-1989 Studie rechten Tilburg University
1993 Gepromoveerd Tilburg University
1993 Beëdiging tot advocaat
2002-heden Hoogleraar straf(proces)recht Universiteit van Utrecht
2002 Staat Volkert van der Graaf bij
2003 Staat Lucia de Berk bij
2008 Staat Willem Holleeder bij
2010 Oprichting eigen kantoor Franken Zuur Van Baarlen Van Kampen
2014 Staat Willem opnieuw Holleeder bij
2018 Door collega’s verkozen tot beste strafrechtadvocaat van Nederland
2023-heden Spijker Strafrechtadvocaten Arnhem
2024 Boek De laatste man

 

 

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.