Slecht onderwijs door bezuinigingen? ‘Wij kunnen niet altijd ingrijpen’

Slecht onderwijs door bezuinigingen? ‘Wij kunnen niet altijd ingrijpen’

Als een opleiding wordt wegbezuinigd, mogen studenten die nog afmaken, ook als ze er jaren over doen. Wie checkt of zij goed onderwijs krijgen? Er zit een gat in het toezicht, meent inspecteur-generaal Alida Oppers van de Onderwijsinspectie.

Alida Oppers. Beeld Marieke Duijsters / HOP

Hogescholen en universiteiten moeten de komende jaren de broekriem aanhalen, want er zijn steeds minder Nederlandse studenten en het kabinet remt de internationalisering. Daar komen de bezuinigingen nog overheen.

Dus verdwijnen er banen en gaan er opleidingen sluiten. Het doek valt bijvoorbeeld voor aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam en enkele kleine taalopleidingen moeten fuseren.

Voor de huidige studenten zou het niet mogen uitmaken, want zij hebben het recht om hun opleiding af te maken. Maar krijgen ze nog steeds goed onderwijs? Daar heeft de overheid geen zicht op.

Gat in het toezicht

Er is een ‘toezichtsgat’, staat in het jaarlijkse rapport De Staat van het Onderwijs, dat de Inspectie van het Onderwijs vandaag uitbrengt. Het overheidstoezicht op het hoger onderwijs is verdeeld over twee organisaties: de Onderwijsinspectie en accreditatieorganisatie NVAO. Maar zij dekken niet alles af.

De verdeling is als volgt. Eens in de zes jaar moeten opleidingen door de keuring van kwaliteitsbewaker NVAO heen, anders mogen ze geen diploma’s uitreiken en krijgen studenten geen studiefinanciering. De NVAO baseert zich op het oordeel van deskundigen die de opleiding doorlichten.

Daarnaast houdt de Inspectie van het Onderwijs toezicht op de naleving van wet- en regelgeving in het hoger onderwijs. De inspecteurs grepen bijvoorbeeld in bij de TU Delft, toen ze ‘signalen’ kregen dat de sociale veiligheid er in gevaar was.

‘Die verschillende instanties zijn los van elkaar neergezet’, zegt Alida Oppers, ‘maar zo zit de werkelijkheid niet in elkaar.’ Het leidt tot witte vlekken in het toezicht, waarschuwt ze.

Heeft u een voorbeeld?

‘In de krant kun je lezen over de Roosevelt Academy in Zeeland en de Universiteit Twente, waar ze moeten bezuinigen. Dat gaat vaker gebeuren. We moeten er rekening mee houden dat allerlei opleidingen in nabije toekomst ‘in afbouw’ zullen raken: ze worden opgeheven. Een opleiding in afbouw wordt niet meer door de NVAO bekeken, terwijl er natuurlijk nog wel studenten zijn, die ook recht hebben op goed onderwijs.’

Dus je kunt accreditatie krijgen, vijf jaar later besluiten om de opleiding af te bouwen en nog eens vijf of zes jaar later lopen er nog steeds studenten rond zonder dat de overheid kijkt of hun onderwijs goed genoeg is.

‘Dat zou in theorie kunnen. En zo’n situatie is in deze tijd bepaald niet denkbeeldig. In de Staat van het Onderwijs schrijven we voor het eerst dat de financiële weerbaarheid van universiteiten en hogescholen echt aandacht vraagt. Niet alleen vanwege de bezuinigingen, maar ook vanwege de demografische ontwikkelingen. Er zijn straks gewoon minder studenten en het kabinet kijkt ook nogal kritisch naar de internationalisering. Daar komen de inflatie en de hoge energierekening nog bij.’

Je hoeft een opleiding niet meteen te sluiten, je kunt ook het aantal docenten terugschroeven. Wie houdt in de gaten of dat ten koste gaat van het onderwijs?

‘Wij doen nu een onderzoek bij alle universiteiten: hoe wordt er omgegaan met die minder rooskleurige financiële vooruitzichten? Daarbij kijken we ook naar de kwaliteit van het onderwijs, bijvoorbeeld naar het aantal docenten aan opleidingen.’

In zware tijden kunnen sommige studenten dus ondermaats onderwijs krijgen. Kan de overheid dat gat dichttimmeren?

‘Dat kan, maar daar gaat zo een paar jaar overheen. Wij pleiten al langer voor een modernisering van de wet op het hoger onderwijs. Dan kun je opnieuw bedenken hoe je het toezicht het beste kan regelen.’

Zijn er meer witte plekken in het toezicht?

‘Als er tussentijds iets misgaat met de onderwijskwaliteit bij een opleiding, of als dat dreigt te gebeuren, dan kunnen wij niet ingrijpen en de NVAO ook niet. Bijvoorbeeld als een onderwijsvernieuwing misloopt. Dat is wel een risico van het huidige stelsel, waarin de NVAO eens in de zes jaar de kwaliteit van opleidingen beoordeelt.’

Maar volgens De Staat van het Onderwijs functioneert het accreditatiestelsel goed.

‘In het algemeen wel, maar er zijn aandachtspunten. Meestal hebben de deskundige beoordelaars bijvoorbeeld maar één onderzoeksdag op de opleiding zelf. En dan moeten ze een oordeel vellen over alle varianten: deeltijd, voltijd, verschillende locaties. Dat systeem is wel kwetsbaar.’

Jullie noemen ook het belang van burgerschap in het onderwijs. Is toezicht daarop ook een witte vlek in het hoger onderwijs?

‘In de wet op het hoger onderwijs staat dat de instellingen aandacht moeten schenken aan het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef van studenten. Maar dat artikel is zo abstract dat wij daar als toezichthouder niet goed mee uit de voeten kunnen.’

In het geval van ‘wanbeheer’ kan de Onderwijsinspectie wel optreden. Dat is bijvoorbeeld bij de TU Delft gedaan toen de sociale veiligheid in het geding was. Biedt dat niet genoeg ruimte om in te grijpen bij problemen?

‘We doen inderdaad vaker onderzoek bij instellingen in het hoger onderwijs, ook in gevallen waarbij we niet op voorhand zeker weten dat er wanbeheer is. We kunnen niet zeggen bij hoeveel instellingen we onderzoek doen, want daarover communiceren we pas als er een rapport ligt. Maar voorheen was het echt een uitzondering, en nu niet.’

Bij de TU Delft zijn de problemen misschien zichtbaar, maar elders spelen soortgelijke dingen. Er is altijd wel een hoogleraar die opeens een tiran blijkt of een bestuurder die geen tegenspraak duldt.

‘Er zijn andere instellingen waar ook veel signalen over zijn binnengekomen, waar onderzoeken lopen. Je kunt de problemen niet veralgemeniseren, maar je kunt wel zeggen dat er in de academische wereld risicoverhogende omstandigheden zijn. Het gaat dan om een combinatie van hiërarchische afhankelijkheden en een enorme werkdruk in een competitieve omgeving. Daardoor komen mensen gemakkelijk in grensoverschrijdende situaties terecht. Maar eigenlijk is dat het terrein van de Arbeidsinspectie.’

Jullie gaan niet over sociale veiligheid?

‘Wel als wanbeheer de oorzaak is. Verder is het voor ons van belang of zulke omstandigheden de kwaliteit van het onderwijs raken.’

En zelfs als de kwaliteit van het onderwijs in het geding lijkt, kunnen jullie dus niet altijd ingrijpen.

‘Daarom pleiten we voor een dekkend stelsel. Het maakt ons niet uit wie de verantwoordelijkheid krijgt, als die maar ergens ligt.’

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.