Bedreigd academisch erfgoed overzee
De ontwrichtende plannen van de regering-Trump raken ook de nationale en internationale wetenschap. Het ontkennen van wetenschappelijke feiten, het smoren van diversiteitsbeleid en het idee om het ministerie van Onderwijs af te schaffen, zijn voorbeelden van maatregelen die Joep van Gennip verontrusten.

Dit keer geen toelichting of bijzonderheid vanuit onze eigen collectie van Tilburg University, maar een hartenkreet ingegeven door de huidige onrustige politieke en economische situatie wereldwijd.
Het heeft mij zeer verbaasd maar ook ernstig verontrust hoe in een betrekkelijk korte tijd de president van de Verenigde Staten daadwerkelijk zijn ontwrichtende plannen in gang kon zetten. Mij is het hier vooral te doen om de uitwerking daarvan op de wetenschap, zowel nationaal als internationaal. USAID, dat in meer dan honderd landen opbouwhulp en medische zorg verleent, werd door de regering-Trump in januari volledig stopgezet. Inmiddels is de werking van deze hulporganisatie, waar zoveel landen van afhankelijk zijn, onderwerp geworden van een juridische strijd.
Financiële sancties
Hetzelfde geldt voor andere controversiële uitspraken van Trump die direct de universiteiten in het land raken, ook de private prestigieuze universiteiten als Yale en het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Door middel van financiële druk, namelijk dreigen met het stopzetten van financiering, probeert de Amerikaanse regering het diversiteitsbeleid en het intellectuele debat – steevast weggezet als ‘links’ – aan de Amerikaanse universiteiten te smoren.
Meer dan vijftig universiteiten en colleges liggen momenteel onder een vergrootglas, waarbij met name onderwijsprogramma’s die beurzen beschikbaar stellen voor studenten en promovendi uit ‘achterstandsgroepen’ de kop van jut zijn. Iedereen is het erover eens dat wetenschappelijke kwaliteit doorslaggevend moet zijn. Dat daarnaast, door diversiteit in het wetenschappelijke veld te stimuleren, niet alleen de onderlinge gelijkwaardigheid wordt bevorderd, maar tegelijkertijd ook zorgt voor nieuwe en ‘andere’ invalshoeken gaat er bij deze Amerikaanse regering niet in.
Kritiek moet bestreden worden
Sterker nog, elke federale overheidsinstelling die vraagtekens zet bij het beleid van Trump wordt aangemerkt als ‘communistisch’ of anti-Amerikaans en kan sancties verwachten. Die verstikkende greep reikt zelfs over de oceaan, waar internationale samenwerkingsprogramma’s en congressen met Europese universiteiten die ‘verdachte’ onderwerpen tot onderzoek hebben door de VS worden gesanctioneerd of financieel geboycot.
Waar wetenschap kritiek omarmt om beter te worden voor de bonum commune, daar ziet Trumps regering kritiek alleen maar als een aanval op het eigen gelijk die koste wat kost bestreden moet worden. Helaas herhaalt de geschiedenis van inmenging zich op dit vlak. In de jaren 1950 was het de Republikeinse senator McCarthy die zowel in het federale bestuursapparaat als op tal van universiteiten een heksenjacht liet organiseren naar alles wat in zijn ogen naar communisme riekte. Hoewel grotendeels gebaseerd op onjuist of gebrekkig bewijs, was de impact van zijn handelen op de Amerikaanse maatschappij enorm.
Alternatieve feiten
Mogelijk nog verontrustender is de ontkenning van wetenschappelijke feiten door Trump en zijn regering, vooral op het gebied van klimaatverandering. Dit uit zich in economisch beleid van America first waarbij de eigen olie- en gasproductie wordt opgevoerd, wetenschappelijk onderzoek naar klimaat en schone energiebronnen wordt afgebroken en de Verenigde Staten zich terugtrekken uit het akkoord van Parijs, dat ernaar streeft om de opwarming van de aarde beperkt te houden tot 1,5 graad. Een uitermate kortzichtig beleid en bovendien een lange neus naar andere landen die zich wel aan het Parijsakkoord hebben gecommitteerd. Toekomstige generaties zullen geconfronteerd worden met een nog verdere opwarming van de aarde, zeespiegelstijging en teloorgang van biodiversiteit.
Waar universiteiten, scholen en colleges vrijplaatsen zijn voor intellectueel debat, het opleiden voor toekomstige generaties en broedplaatsen voor fundamenteel onderzoek, daar lijkt de huidige Amerikaanse president alternative facts voorrang te geven. Er wordt niet eens meer moeite gedaan om argumenten daarbij te bedenken, maar ze worden gewoon als feiten gepresenteerd, hoe onwaar ook. Levensgevaarlijk voor een inhoudelijk debat, omdat hier het wapen van de waarheid niet meer effectief tegenover geplaatst kan worden. Het verwordt tot een gesprek waarin mensen elkaar niet meer verstaan met alle gevolgen van dien.
Ministerie van Onderwijs afschaffen
Maar het kan nog gekker, namelijk het idee dat afgelopen februari werd gelanceerd door de Trump-regering om het ministerie van Onderwijs af te schaffen. Onder het mom van efficiency, het terugsnoeien van federale instellingen en bezuinigingen dreigt een heel departement opgeheven te worden dat toekomstige Amerikanen moet vormen. Het kan zijn dat de Amerikaanse president hiermee anticipeert op de uitwerking van zijn eigen destructieve milieubeleid voor de aarde, waardoor die toekomstige generaties er überhaupt niet meer zijn. In dat geval geldt: regeren is vooruitzien…
Helaas is dit een grap met een bitterzoete nasmaak, want waar ooit de Verenigde Staten op tal van wetenschappelijke gebieden gidsland waren, dreigt dit nu te verworden tot letterlijk academisch erfgoed, in de zin van afgedaan en passé. Gelukkig komen er langzaamaan meer tegengeluiden, ook vanuit de (internationale) wetenschappelijke wereld. Want het academisch erfgoed in de Verenigde Staten, gestold in zoveel instituten, publicaties, cultuur en innovaties, is iets waar het land trots op mag zijn.
Het delen van deze kennis, voorbij het eigen nationale belang, heeft deze natie zo vaak tot gids in de wetenschappelijke wereld gemaakt. Een rol die het onder de huidige regering definitief dreigt te verliezen, waardoor het afglijdt van gidsland naar achterland. Laten we hopen dat het zover niet komt en dat academische instellingen waar ook ter wereld een krachtig tegengeluid laten horen.
Joep van Gennip is programmamanager Academisch Erfgoed van Tilburg University.