Elektrische auto vergroot concurrentiestrijd tussen autobedrijven
Wielen, een batterij en een elektrische laadpaal: voor een elektrische auto heb je veel onderdelen nodig. In zijn masterscriptie onderzocht voormalig bedrijfskundestudent Daniël Stoffels de samenwerking tussen bedrijven die al deze onderdelen leveren. ‘Bedrijven willen niet langer alleen samenwerken, maar ook concurreren.’

Waar gaat je scriptie over?
‘In mijn onderzoek richt ik me op de samenwerking tussen verschillende spelers binnen een ecosysteem. Ik kan dit het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld dat ik in mijn scriptie gebruik; het ecosysteem van de automobielindustrie, en dan specifiek de ontwikkelingen van de afgelopen twintig jaar.
‘In deze periode heeft de sector, net als veel andere industrieën, enorme veranderingen doorgemaakt. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is de elektrificatie, gedreven door duurzaamheid en de noodzaak om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken.
‘Om auto’s op een duurzame manier te laten rijden, is de overstap naar alternatieve energiebronnen essentieel. Maar een auto is een complex product, bestaande uit talloze onderdelen zoals wielen, een motor, ramen en een batterij. Dit maakt het voor één enkel bedrijf lastig om een auto volledig zelfstandig te produceren.’
Hoe ziet de samenwerking tussen deze bedrijven eruit?
‘Je hebt bijvoorbeeld energieleveranciers die laadpalen faciliteren, autoproducenten die de voertuigen bouwen en leveranciers die essentiële onderdelen leveren, zoals batterijen.
‘De batterij is een cruciaal onderdeel van een elektrische auto, maar het ontwikkelen ervan is zo complex dat autoproducenten dit vaak uitbesteden aan gespecialiseerde leveranciers. Een auto zonder batterij is niet functioneel, en zelfs mét batterij kan de auto niet opereren zonder een goede oplaadinfrastructuur. Dit laat zien hoe afhankelijk deze partijen van elkaar zijn om de volledige waarde van het product te creëren.’
Hoe heb je je onderzoek aangepakt?
‘Ik heb de verschillende typen bedrijven binnen het ecosysteem onderverdeeld in drie categorieën. Allereerst de Original Equipment Manufacturer, oftewel de autoproducent. Daarnaast de supplier, de toeleverancier die essentiële onderdelen levert, zoals batterijen of andere auto-onderdelen.
‘Tot slot de complementor, een partij die indirect waarde toevoegt, oftewel zonder direct onderdeel uit te maken van het maakproces van de auto. Een voorbeeld hiervan is een energieleverancier die laadinfrastructuur aanbiedt.

‘Op basis van verschillende bedrijfskundige theorieën heb ik onderzocht hoe de onderlinge afhankelijkheid van deze bedrijven hun samenwerkingen beïnvloedt. Met andere woorden: wat bepaalt de manier waarop een autoproducent samenwerkingen aangaat met een supplier, een complementor, of zelfs met een andere autoproducent?
‘Met deze theorieën als uitgangspunt heb ik voorspellingen gedaan over hoe bedrijven in dit ecosysteem samenwerken en onderzocht hoe sterk deze samenwerkingen in de loop van de tijd zijn veranderd.’
Wat kwam er uit je onderzoek?
‘Rond 1990, in de beginfase van de elektrische auto-industrie, was er nog veel onzekerheid. Bedrijven waren sterk afhankelijk van elkaar om gezamenlijk de technologie te ontwikkelen. Dit staat bekend als de value creation-fase, waarin de focus ligt op samenwerking om innovatie mogelijk te maken.
‘Naarmate de technologie concreter werd, vooral vanaf de vroege jaren 2000, veranderde deze dynamiek. Bedrijven wilden niet langer alleen samenwerken, maar begonnen ook te concurreren. Iedereen wilde als eerste een werkende elektrische auto op de markt brengen.
‘Mijn verwachting was dat de samenwerking hierdoor zou afnemen, omdat bedrijven zich minder zouden richten op gezamenlijke ontwikkeling en meer op het zelf maximaliseren van waarde: de zogenaamde value capture-fase.
‘Uit mijn analyse blijkt inderdaad dat de sterkte van de samenwerkingen in de loop van de tijd is afgenomen. Deze trend zien we ook in bredere zin in de markt. Een extreem voorbeeld hiervan is ASML, een Nederlands bedrijf dat de markt voor geavanceerde chipmachines volledig heeft gedomineerd.’
Is dat een gevaarlijke ontwikkeling?
‘De term geopolitieke oorlog wordt de laatste tijd steeds vaker gebruikt en verwijst naar de groeiende invloed van landen en bedrijven die cruciale technologieën of grondstoffen beheersen. Door strategisch bepaalde producten of innovaties binnen hun eigen landsgrenzen of continent te houden, kunnen zij geopolitieke druk uitoefenen op de rest van de wereld.
‘Dit soort afhankelijkheidsrelaties kunnen grote economische en politieke gevolgen hebben. Stel dat de VS volledige controle krijgt over AI-technologie en Europa daarin achterblijft, dan worden wij extreem afhankelijk van Amerikaanse bedrijven. Hetzelfde geldt voor China en elektrische auto’s: als Europa die auto’s nodig heeft, maar China besluit exportheffingen te verhogen, dan hebben zij de touwtjes in handen en raakt Europa in een zwakkere positie.’
Masterscriptie
Een literatuuronderzoek, experimenteren in het lab of toch in de weer met SPSS? De studenten van Tilburg University schrijven de meest uiteenlopende scripties. In de rubriek Masterscriptie licht Univers er maandelijks eentje uit.
Auteur: Daniël Stoffels
Titel: The temporal dynamics of collaboration within and across ecosystems: A study on Electrical Vehicle Ecosystems
Begeleider: Mohammad Nasiri
Cijfer: 8,5
Master: Strategic management