Johan Wolswinkel: ‘Als het kon ging ik drie maanden het klooster in om aan data science te werken’
Elke maand vraagt Univers aan een wetenschapper wat hij of zij zou onderzoeken wanneer alles mogelijk is. Voldoende geld, voldoende tijd, geen restricties. Kortom: utopisch denken. Deze keer: Johan Wolswinkel, hoogleraar Bestuursrecht bij Tilburg Law School (TLS).

U bent de trotse bezitter van een Vidi-beurs.
‘Die heb ik in 2023 ontvangen voor mijn CITaDOG-onderzoek naar hoe openbaarheidswetgeving transparantie richting burgers kan versterken, specifiek in het geval van individuele besluitvormingsprocedures, zoals subsidies, vergunningen en boetes.
‘Het boeiende: dit soort individuele beschikkingen zijn vaak niet openbaar. Maar waarom eigenlijk niet? Wat als ze – als onderdeel van de beweging naar een meer open overheid – wél openbaar worden gemaakt voor iedereen?’
De overheid wordt daartoe straks verplicht?
‘De Wet open overheid is in 2022 in werking getreden en wordt in delen uitgerold. Het gedeelte waar ik onderzoek naar doe, de beschikkingen, staan op de planning voor 2026. Maar in de tussentijd wordt er al veel informatie proactief openbaar gemaakt, ook bepaalde beschikkingen.’
Hoe ontstond dit idee?
‘We hadden thuis een vergunning nodig voor een uitbouw. Als reactie op onze aanvraag kregen we een brief van de gemeente waarin stond dat ze de aanvraag wilde afwijzen omdat de uitbouw tot de erfgrens zou komen. Er stond ook dat een uitbouw vergelijkbaar met dat van de buren wel zou passen. In het bestemmingsplan vond ik echter dat die uitbouw van de buren tot een meter uit de erfgrens moest blijven, ze mochten ook niet verder bouwen.
‘Wij mochten dat wel op grond van het bestemmingsplan. Lang verhaal kort: doordat ik toegang had tot andere beschikkingen, zoals die bij de buren, kon ik beter motiveren waarom mijn verbouwingsplan gewoon goedgekeurd zou moeten worden. De gemeente ging akkoord.’
Wat zouden die openbaarmakingen van beschikkingen voor burgers veranderen?
‘Het verandert het speelveld tussen overheid en burger. Het adagium is normaal gesproken dat iedereen de wet moet kennen. Maar tegelijkertijd zijn wetten vaak vaag, ze laten ruimte. De uitkomst van een wettelijke regeling op jouw specifieke aanvraag valt dus niet te voorspellen. Wanneer je wil weten of een wet consistent wordt toegepast op jouw casus in vergelijking met andere gevallen, tja, dan zal je toch die andere gevallen moeten kennen. Maar dat kan niet, want ze zijn niet openbaar.
‘Wanneer beschikkingen wél openbaar zijn, en burgers dus toegang krijgen tot een enorm reservoir aan data, ga je misschien wel toe naar een heel andere vorm van besluitvorming. Een besluit wordt dan niet enkel gebaseerd op de toepasselijke wetgeving, maar mogelijk mede gebaseerd op vergelijkbare gevallen uit het verleden.
‘Het dwingt de overheid om meer vergelijkend te gaan motiveren en redeneren. Dat moet ook, want anders zegt de burger: hey, mijn aanvraag lijkt toch op die van hem? Waarom is die dan wel goedgekeurd?’
Gaat de burger dat ook echt doen?
‘Voor de gemiddelde burger zal het ingewikkeld zijn. Misschien is het onze taak als wetenschappers om te kijken of we tools kunnen ontwikkelen die het laagdrempeliger kunnen maken. Tegelijkertijd: als je als ambtenaar weet dat je beslissing op straat komt te liggen, zul je zelf ook nauwkeuriger te werk gaan. Dat verbetert dus als het goed is de consistente besluitvorming.’
Er is voor u al best veel mogelijk met uw Vidi-beurs. Maar toch: zijn er nog dromen?
‘Ik moet bekennen dat ik niet zo’n groot utopisch denker ben. Ik zit vaak in de modus: wat is het volgende artikel? Maar waar ik al langer over nadenk is dat ik me eigenlijk zou moeten bekwamen in data science. Maar het komt er nooit van, geen tijd voor. Ik zou wel drie maanden afgezonderd in een klooster willen zitten om daaraan te werken.’
En wanneer u naar uw onderzoeksproject kijkt?
‘Er komt straks een kantelpunt aan voor de overheid. Plots moeten vele beschikkingen openbaar gemaakt worden. Dat is best een uniek historisch moment. Het zou mooi zijn om over de volle breedte van de overheid te kunnen meten hoe ze dat doen, hoe dat de manier van werken verandert. Is er misschien sprake van een soort ‘voor’- en ‘na’-tijdperk?
‘In het verlengde daarvan: wat als we nou bij overheidsorganisaties binnenin mee zouden kunnen kijken? Natuurlijk, het is mogelijk om alle geopenbaarde beschikkingen te analyseren, maar dan heb je in wezen alleen toegang tot het eindproduct, de beslissing. Maar wat als we bijvoorbeeld ook de aanvraag konden zien? En de hele weg van de aanvraag naar de beslissing toe?
‘Dat zou een veel completer beeld geven van hoe besluitvorming tot stand komt en in hoeverre die consistent wordt toegepast. Dus in een utopisch scenario zou ik gewoon alles willen kunnen inzien. En dan de vraag stellen: verandert dit het beeld over hoe consistent de besluitvorming van de overheid is?
‘Als laatste zou ik graag flexibeler willen zijn. Voor mijn onderzoeksproject moest ik alles van tevoren bedenken en vastleggen. Maar de ontwikkelingen zijn soms niet bij te houden. Large language models bestonden bijvoorbeeld nog niet echt tijdens mijn aanvraag voor dit onderzoek. Nu vragen promovendi of ze die kunnen gebruiken. Tja, daar is dan eigenlijk geen budget voor.
‘Dus dat vasthouden aan formaliteiten mag van mij wel verdwijnen en plaatsmaken voor meer flexibiliteit, zeker bij wetenschappelijk onderzoek. Dan zou ik bijvoorbeeld kunnen bedenken: hmm, toch wel interessant om nog een neurowetenschapper of filosoof toe te voegen aan het project.’