Centen én procenten in nieuwe cao universiteiten
Werknemers van universiteiten krijgen per 1 juli een loonsverhoging van 2 procent plus 100 euro, dat staat in een nieuw cao-akkoord. Verder krijgen werknemers in oktober een eenmalige uitkering van 350 euro.

‘We zijn blij dat er ruimte is voor goede cao-afspraken, ondanks de overheidsbezuinigingen’, zegt bestuurder Donald Pechler van de Algemene Onderwijsbond. De gemiddelde loonstijging is hierdoor 4,2 procent.
Centen of procenten?
Sommige vakbondsleden wilden liever ‘centen’ in plaats van ‘procenten’ erbij. Met andere woorden: geef iedereen een vaste loonsverhoging in plaats van een percentuele verhoging, dan gaan medewerkers met een lager salaris er naar verhouding harder op vooruit.
‘Je moet altijd kijken wat er mogelijk is in de onderhandelingen, maar aan de wens van deze leden konden we dus tegemoetkomen’, zegt Pechler, doelend op de 100 euro verhoging van het maandsalaris en de eenmalige uitkering van 350 euro.
Employability
Het inmiddels demissionaire kabinet snijdt ongeveer 400 miljoen euro in de financiering van universiteiten – en dat kleurde de onderhandelingen. Verschillende universiteiten hebben al ontslagen aangekondigd.
Dus moesten de onderhandelaars over de aanpak van reorganisaties praten. Er komt een ‘employabilityfonds’ voor mensen die van baan moeten veranderen. Ze krijgen dan begeleiding om ander werk te vinden of geld voor omscholing. Het fonds loopt tot en met 2028. Er zou 45 miljoen euro voor beschikbaar zijn.
Andere afspraken gaan bijvoorbeeld over de ontslagtermijn: mensen krijgen soms iets langer de tijd om ander werk te zoeken als ze moeten vertrekken. Dit is bijvoorbeeld van groot belang voor buitenlandse medewerkers, voor wie ook verblijfsvergunningen op het spel kunnen staan.
Vicevoorzitter Margot van der Starre van de Universiteit Utrecht was onderhandelaar namens werkgeversvereniging UNL. ‘De enorme bezuinigingen van het huidige kabinet hakken erin bij universiteiten’, zegt ze in een verklaring. ‘Met dit akkoord bieden we een verantwoorde loonstijging en zorgen we ervoor dat we medewerkers in deze lastige tijd goed kunnen ondersteunen.’
Werkdruk
Andere ‘heikele punten’ (Pechler) zijn de werkdruk en de sociale veiligheid. Erg concreet wordt het nog niet: ze gaan een gezamenlijke analyse maken. Ook gaan ze subsidie aanvragen voor het ontwikkelen van bijvoorbeeld leiderschapstrainingen en andere programma’s.
Verder willen de vakbonden beter zicht op de ‘urennormering’, oftewel hoeveel taken mensen in een uur moeten verrichten. Dat loopt eigenlijk via de medezeggenschap, maar de afspraak is dat de informatie beter wordt gedeeld.
Ook is er voor promovendi afgesproken dat ze hooguit 20 procent van hun tijd aan lesgeven hoeven te besteden. ‘Wij horen vaak de klacht dat promovendi te veel tijd aan onderwijs kwijt zijn’, zegt Pechler, ‘en dat proberen we nu te bestrijden.’
Loonruimte
Overigens zijn de vakbonden in een rechtszaak tegen de overheid verwikkeld. De overheid stuurt werkgevers elk jaar een brief met de ‘loonruimte’, oftewel de hoeveelheid geld voor loonsverhogingen. De vakbonden krijgen daar geen inzage in.
Ze kregen van de rechter wel inzage in de brieven uit het verleden, maar nog niet in de huidige brieven. De vakbonden vinden dat die informatie openbaar zou moeten zijn, aangezien het om publieke financiering gaat. Ze hebben een hoger beroep aangespannen.
Stemmen
De vakbondsleden hebben twee weken om over het akkoord te stemmen, net als de universiteitsbestuurders.