Frans Cruijssen: ‘Wat is de echte prijs van een avocado? Dat wil ik weten’
Elke maand vraagt Univers aan een wetenschapper wat hij of zij zou onderzoeken wanneer alles mogelijk is. Voldoende geld, voldoende tijd, geen restricties. Kortom: utopisch denken. Deze keer: Frans Cruijssen, hoogleraar Analyses voor duurzame ontwikkeling en directeur van het Zero Hunger Lab.

Wat doet u voor onderzoek?
‘Ik ben een econometrist en wij econometristen kijken met modellen naar systemen om vervolgens te onderzoeken of daar verbeteringen in kunnen worden aangebracht. Die modellen worden vaak toegepast op commerciële systemen. Albert Heijn helpen hun winkel efficiënter in te richten, bijvoorbeeld. Maar wij dachten: die modellen kun je ook toepassen op NGO’s.
‘Het Wereldvoedselprogramma is net zo goed een logistiek complexe organisatie, de grootste logistieke dienstverlener ter wereld, zelfs. Dan heb je ook meer impact. Met wiskunde valt daar – er werken historisch gezien veel alfa’s – relatief veel te verbeteren.
‘Dus richtten Hein Fleuren en Perry Heijne zo’n zes jaar geleden het Zero Hunger Lab op. Het bestaat momenteel uit tien promovendi en die worden begeleid door een team van universitair hoofddocenten en professoren, afkomstig uit verschillende disciplines.
‘We doen projecten voor het Wereldvoedselprogramma, maar ook voor onder andere Nibud, Artsen Zonder Grenzen, het Rode Kruis en Voedselbanken Nederland. Onze partners leggen ons een probleem voor en vervolgens bespreken we samen waar ze hulp bij nodig hebben, waar ze tegenaan lopen, en dat stuurt vervolgens ons onderzoek.’
Wat is uw achtergrond?
‘Ik heb econometrie gestudeerd, ben gepromoveerd en vervolgens de commerciële wereld ingegaan. Ik heb ook elf jaar lang een consultancybureau gehad. Maar het gevoel kwam opborrelen dat ik vooral bezig was met rijke bedrijven rijker te laten worden. Wat is precies het nut van een transactie tussen twee commerciële bedrijven optimaliseren?’
Kunt u wat vertellen over jullie onderzoek voor Voedselbanken Nederland?
‘In Nederland gaat een groot deel van de mensen die er recht op heeft niet naar de voedselbank. Ze schamen zich of hebben het idee dat ze daarmee een stigma over zichzelf afroepen. In ons onderzoek doen we een aantal aanbevelingen – op basis van interviews die we met mensen in armoede hebben afgenomen – waarmee mensen misschien wél die stap over de drempel van de voedselbank zouden kunnen zetten.
‘Het moet nog gepubliceerd worden, maar ik ben er trots op dat al onze aanbevelingen ook terecht zijn gekomen in de landelijke campagne ‘Ook voor jou’ die nu loopt, op tv en online. De kern daarvan is dat je je niet hoeft te schamen wanneer je naar de voedselbank gaat. Dat het iedereen kan gebeuren en dat je soms gewoon pech heb in het leven.’
Wat is een ander project waar u trots op bent?
‘In de humanitaire wereld is het belangrijk om te weten waar mensen hoeveel honger hebben, even plat geformuleerd. Dat wordt met een model berekend. Wij hebben dat model preciezer en objectiever gemaakt. Dat is heel relevant, want als je die cijfers goed in beeld krijgt, weten hulporganisaties waar de nood het hoogst is en kan geld goed worden ingezet.’
Het klinkt alsof u steevast met veel restricties te maken heeft. Hoe zou uw ideale onderzoek eruitzien?
‘Ik zou alle restricties kunnen loslaten, maar dat werkt niet. We willen juist graag werken met grenzen, want we zijn veel te lange tijd hartstikke grenzeloos met de wereld omgegaan. We denken dat we drie Aardes hebben, we lijken niet te schrikken van de opwarming ervan, enzovoorts. Dus die grenzen zijn heilig voor me, die wil ik behouden.
‘Mijn utopische gedachte zou dan zijn: wat nou als alle duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties mee zouden wegen bij elke economische transactie die we doen? Dus je koopt een stuk fruit, je zet de verwarming aan, je pakt het vliegtuig, en telkens wordt dan berekend wat de invloed daarvan is op die zeventien doelen, dus op onder andere de wereldwijde armoede, honger, gezondheid, staat van de aarde, enzovoorts.
‘Dat is op dit moment totaal niet inzichtelijk. Een avocado is gezond, het levert gezondheidswinst op, maar er kleven ook negatieve aspecten aan: de avocado wordt hiernaartoe gevlogen, er wordt heel veel water verbruikt voordat hij überhaupt kan groeien. Dus de werkelijke kosten liggen veel hoger.
‘Wat zou er gebeuren als we van producten of diensten de échte kostprijs weten? En dan op alle zeventien dimensies die de Verenigde Naties zo mooi heeft uitgewerkt. Misschien dat bepaalde producten dan onbetaalbaar worden. Nou, dan laten we die voortaan links liggen. Het zou ook kunnen dat je er bij andere producten juist geld bij krijgt, omdat het zo’n positieve impact heeft, bijvoorbeeld doordat het werkgelegenheid creëert waardoor mensen zich uit de armoede kunnen werken.
‘Ik ben benieuwd wat voor menselijk gedrag we dan gaan zien. Ik gok dat we dan flinke stappen kunnen zetten om die duurzaamheidsdoelstellingen ook daadwerkelijk te behalen. We liggen nu op koers om er in 2030 twee van de zeventien te behalen. Er is werk aan de winkel.’