Veiligheidsmaatregelen Tilburg University tegen pro-Palestijnse demonstranten slaan door: ‘Daar gaat geen rechter mee akkoord’
Selectief fouilleren, namen en nummers noteren en toegang tot gebouwen ontzeggen. Met de strenge beveiliging tijdens de opening van het academisch jaar gaat de universiteit buiten haar boekje: ‘Dit is in strijd met grondrechten’, zegt emeritus hoogleraar algemene rechtswetenschap Jan Brouwer.

De start van het academisch jaar verliep dit jaar allesbehalve rustig. Bij verschillende universiteiten hing spanning in de lucht. Ook in Tilburg werd gevreesd voor acties van pro-Palestina demonstranten. Daarom schroefde de universiteit de beveiliging significant op.
Univers was aanwezig bij de opening, zag hoe streng er werd opgetreden en maakte een reconstructie van de dag. De redactie sprak met verschillende medewerkers en studenten die hun onvrede lieten blijken over de gang van zaken.
Een aantal opvallende incidenten is voorgelegd aan Jan Brouwer, emeritus hoogleraar algemene rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen, en aan mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas met de vraag: heeft de universiteit juist gehandeld of ging zij over de schreef?
Afgeblazen protest
De dag begint voor demonstranten van Palestine Solidarity Tilburg (PST) met een teleurstelling. Ze willen demonstreren bij de opening van de Green Office, maar omdat deze opening op het laatste moment met een uur is vervroegd, blazen ze het protest af. De demonstranten druipen af richting verschillende campusgebouwen. Om deel te nemen aan hun colleges, een studieplek te zoeken of om naar kantoor te gaan.
Eenmaal aangekomen bij Dantegebouw wordt een aantal studenten met een kufiya-sjaal de toegang ontzegd. Slechts studenten die colleges hebben, mogen na overleg het gebouw betreden. Hun namen en studentennummers worden genoteerd. Sommigen van hen worden gefouilleerd en in een enkel geval krijgt een student zelfs een beveiliger toegewezen. Deze houdt de student nauwlettend in de gaten. Medewerkers met een kufiya-sjaal beschrijven vergelijkbare ervaringen. Studenten en medewerkers zonder sjaal (of banden met PST) kunnen zonder problemen doorlopen.
Opening academisch jaar
Later die dag verplaatst de aandacht zich naar het Koopmansgebouw en de aula van het Cobbenhagengebouw, waar de officiële opening van het academisch jaar plaatsvindt. Studenten die eerder demonstraties van PST bijwoonden of een kufiya-sjaal dragen, wordt opnieuw de toegang tot een gebouw geweigerd.
Medewerker Michiel Bot en student Bas – beiden actief binnen PST – weten de ingang van de aula wel te bereiken. Beiden zijn in het bezit van een QR-toegangscode omdat zij zich voor de gelegenheid hebben opgegeven. Student Bas wordt na enkele minuten alsnog uit de aula gehaald. Daarbij wordt gewezen op zijn kufiya-sjaal en zijn banden met PST. Univers zag hoe hij, omringd door drie beveiligers, als enige aanwezige werd gefouilleerd. Zijn aanwezigheid zou volgens de beveiliging ‘te storend’ zijn. Ook namen de beveiligers de folders uit de binnenzak van zijn jas in beslag.
Ook Michiel Bot wordt in de aula aangesproken door drie beveiligers. Zij vorderen hem tot drie keer toe om te vertrekken wat door Bot ‘als intimiderend wordt ervaren’. Wanneer Bot vraagt naar een reden wordt deze niet gegeven. Andere TiU-medewerkers, die niet verbonden zijn aan PST, bevestigen het incident aan Univers en omschrijven de aanpak van de beveiliging eveneens als intimiderend.
In strijd met grondrechten
De universiteit lijkt met haar strikte beveiligingsmaatregelen tijdens de opening van het academisch jaar haar boekje te buiten te gaan. Dat stelt Jan Brouwer, hoogleraar algemene rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen.
‘Namen en studentnummers noteren van studenten die een kufiya-sjaal dragen? Of hen de toegang ontzeggen omdat ze banden hebben met een protestgroep? Daarmee zet je individuen onder een koude douche en ontmoedig je hen om uit te komen voor hun politieke opvattingen. Dat is in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling. Door te fouilleren maakt de universiteit bovendien fors inbreuk op het grondwettelijk beschermde privacyrecht. Daar gaat geen rechter mee akkoord.’
Brouwer benadrukt dat de universiteit een zelfstandige rechtspersoon is en niet valt onder de wet openbare manifestaties (wom). ‘Ze is eigenaar van haar gebouwen en terreinen en heeft privaatrechtelijke verplichtingen. Op grond hiervan kan de universiteit zelf binnen redelijke grenzen bepalen hoe zij omgaat met demonstraties op haar terrein, maar ze heeft wel de plicht om de vrijheid van demonstratie te faciliteren. De opening van het academisch jaar is geen openbaar evenement, dus de universiteit kan voorwaarden stellen voor toegang en gedrag.’
Maar die voorwaarden moeten volgens Brouwer wel voor iedereen gelijk zijn: ‘Je kunt mensen niet willekeurig de toegang ontzeggen of selectief fouilleren omdat ze een sjaal dragen of bij een protestgroep horen. Dat is in strijd met grondrechten. Als er gefouilleerd wordt, moet dat op vrijwillige basis. Bij festivals staat dit in de algemene voorwaarden voor toegang en gelden die maatregelen voor iedereen.’
‘Onacceptabele maatregelen’
De maatregelen die de universiteit nam, gaan volgens Brouwer veel te ver: ‘Buitensluiten en fouilleren op basis van het vermoeden dat een medewerker of student de bijeenkomst zou kunnen verstoren, uitsluitend vanwege hun kleding of politieke opvattingen, is onrechtmatig en volstrekt onacceptabel.’
Of de student toestemming zou hebben gegeven voor de fouillering doet volgens Brouwer niet ter zake. ‘De overmacht van meerdere beveiligers bij het uit de aula halen is zo groot dat een student zich gedwongen voelt mee te werken. Iedere schijn van vrijwilligheid verdwijnt onder de druk en intimidatie van de situatie.’
Mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas benadrukt eveneens dat de rechten van de studenten en medewerkers zijn geschonden: ‘Ook op de universiteit geldt het recht op demonstratie en de vrijheid van meningsuiting. Het dragen van een kledingstuk dat daar uiting aan geeft – maar ook een culturele uiting is – is daar een onderdeel van. Studenten mogen niet zomaar, of vanwege meningsuitingen, de toegang worden ontzegd tot gebouwen, gevolgd of gecontroleerd worden.’
Reactie Tilburg University: ‘Studenten en medewerkers hebben ervaringen gehad die als intimiderend zijn ervaren. Daarvoor bieden wij onze excuses aan.’
‘Tilburg University staat voor een open en veilige academische gemeenschap, waarin iedereen zich welkom voelt. Tijdens de dag van de opening van het academisch jaar zijn er helaas zaken misgegaan die niet hadden mogen gebeuren. Studenten en medewerkers hebben ervaringen gehad die als intimiderend zijn ervaren. Daarvoor bieden wij onze excuses aan.
‘Tilburg University vindt het demonstratierecht heel belangrijk. We hebben demonstraties zo veel mogelijk toegestaan of zijn in overleg gegaan met de demonstranten over de manier waarop een protestactie veilig kon plaatsvinden. Wij staan nog steeds achter deze uitgangspunten. De gebeurtenissen op 1 september wekken helaas een andere indruk. Dat betreuren we enorm.
‘Tegelijkertijd willen we ook de context schetsen. Na de bezetting van het Dantegebouw tijdens Night University zijn we extra alert op mogelijke verstoringen. Die bezetting heeft namelijk bij veel aanwezigen op de campus gevoelens van angst en onveiligheid opgeroepen. Het is onze verantwoordelijkheid om het primaire proces op een zo veilig mogelijke manier doorgang te laten vinden. Daarom golden op de dag van de Opening Academisch Jaar verhoogde veiligheidsmaatregelen zoals een bewaakte garderobe en extra beveiligers. Met Palestine Solidarity Tilburg (PST) was afgesproken dat een silent protest buiten mogelijk was, maar vanwege de veiligheid van alle aanwezigen niet binnen in het Cobbenhagengebouw, waar de officiële opening plaatsvond.
‘Dat er studenten en medewerkers het gevoel kregen dat zij vanwege het dragen van een keffiyeh of hun betrokkenheid bij PST niet welkom waren, betreuren we zeer. Onze inzet is nooit geweest om mensen op basis van hun kleding of overtuiging uit te sluiten. Studenten die herkend werden als betrokkenen bij eerdere demonstraties van PST zijn, mede vanwege de verhoogde alertheid, gevraagd of zij een toegangscode hadden of er is gecheckt of zij vanwege een college in gebouw Cobbenhagen moesten zijn.
‘Wij erkennen dat de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen niet in alle gevallen juist is geweest en dat dit geleid heeft tot onterechte en pijnlijke situaties. We hebben begrepen dat beveiliging heeft gehandeld in een context waarbij ze in korte tijd onder druk afwegingen moesten maken. We zullen dit grondig evalueren en ervan leren, zodat we in de toekomst veiligheid kunnen waarborgen zonder dat leden van onze gemeenschap zich buitengesloten voelen.’
Verantwoording
Bas is een gefingeerde naam, de echte naam is bij de redactie bekend.