Kim Tenfelde: ‘Wat als we alle digitale ontwikkelingen tien jaar konden pauzeren?’
Elke maand vraagt Univers aan een wetenschapper wat hij of zij zou onderzoeken wanneer alles mogelijk is. Voldoende geld, voldoende tijd, geen restricties. Kortom: utopisch denken. Deze keer: Kim Tenfelde, post-doc onderzoeker bij de universiteitsbrede academische werkplaats Digital Health and Mental Well-Being.

Het gerucht bereikte mij dat u weinig moeite heeft met utopisch denken.
‘Ha, dan ben ik wel benieuwd wie jou dat heeft ingefluisterd. Maar het klopt, ik kan behoorlijk utopisch denken. Maar laat me eerst bondig mijn onderzoek uitleggen: ik houd me bezig met ongelijkheid binnen de gezondheidszorg, tegenwoordig ook mede aangezwengeld door digitale technologie. Mensen met een lagere sociaaleconomische positie profiteren doorgaans minder van alle nieuwe technologische tools, zoals videobellen, allerlei apps, smartwatches, patiëntenportalen, noem maar op. Ze hebben moeite om mee te komen, terwijl anderen er juist voordeel uit halen. Daardoor groeit de digitale kloof tussen verschillende groepen in de samenleving.
Met mijn onderzoek probeer ik te ontdekken wat er nou voor zorgt dat mensen met een lagere sociaaleconomische positie bepaalde digitale technologieën wel of niet succesvol kunnen gebruiken. Meer kennis daarover draagt bij aan het dichten van de kloof. Al is dat bij vlagen een frustrerend proces. De kloof wordt namelijk almaar groter. Misschien dat ik daarom regelmatig verval in extreem utopisch denken.’
Ik zou zeggen: brand los.
‘Een van de factoren die bijdraagt aan de ongelijkheid op het gebied van gezondheid is geld. Kort gezegd: mensen met een lager inkomen sterven ongeveer acht jaar eerder dan mensen met een hoger inkomen. Maar wat zou er gebeuren met de maatschappij wanneer iedereen dezelfde financiële middelen heeft? Ik zie een experiment voor me waarmee we, als eerste stap, de samenleving klonen. Misschien in de vorm van een digitale kopie. Die kopie gebruik je dan als een soort van laboratorium. Je kunt daarin iedereen dezelfde financiële middelen geven en een paar jaar vooruit simuleren. En dan kijken wat er gebeurt. Zo kun je telkens variabelen aanpassen en onderzoeken, om uiteindelijk scherper te krijgen welke factoren nou invloed uitoefenen op de zorgkloof.’
Dan is in principe alles mogelijk.
‘Ja! Ik zal proberen om het iets realistischer te maken. We zetten het klonen even in de koelkast. In plaats daarvan: extreem longitudinaal onderzoek. Van geboorte tot ouderdom. Waarbij we mensen van verschillende sociaaleconomische posities volgen in hun digitale wereld. Dus hoe ontwikkelen zij zich in de loop der jaren in hun digitale gezondheidsvaardigheden? Kunnen ze meekomen? Waar hebben ze moeite mee? Wat beïnvloedt hun vertrouwen in technologie?
Om even op dat laatste door te gaan: om digitale technologie te gebruiken, te omarmen, moet je er een beetje positief over denken. Je mening omtrent technologie kan daarbij ook gevormd worden door je sociale kring, door gesprekken met anderen. Maar in die interacties hebben wij nauwelijks zicht. Als dat wel zou kunnen, zouden we ontzettend veel leren over hoe bepaalde houdingen ten opzichte van technologie ontstaan en hoe die houdingen vervolgens van invloed zijn op het wel of niet gebruiken van technologie – en dus uiteindelijk op de gezondheidsongelijkheid.’
U wilt dus vooral meer inzicht. Is het zo lastig om tot die kennis te komen?
‘Er spelen zo veel factoren mee dat het haast onmogelijk is om alles te onderzoeken. Soms heb ik het gevoel dat ik niet tot de kern kom, dat ik dingen mis. Daarom zoek ik naar manieren om tóch alles vast te kunnen leggen, om niets te hoeven laten gaan, alles te vangen van wat invloed is of kan zijn.’
En intussen, zei u zojuist, wordt de kloof alleen maar groter.
‘Omdat het tegenwoordig zo snel gaat. Als je al niet mee kon met digitale therapie of dingen als een smartwatch, dan is daar nu plots ook kunstmatige intelligentie bovenop gekomen. Ik denk daarom weleens: wat als we, bij wijze van experiment, alle digitale ontwikkelingen konden pauzeren, bijvoorbeeld voor een periode van 10 jaar? Ik denk dat de kloof dan deels gedicht wordt. Veel mensen hebben simpelweg meer tijd nodig.
Zo’n pauze zou misschien ook leiden tot een wereld die minder draait om de ene technologische innovatie na de andere, maar meer om menselijkheid, om tijd nemen voor elkaar. Artsen hebben nu vaak maar tien minuten om met hun patiënten te praten. Met name voor mensen met een lagere sociaaleconomische positie is dat eigenlijk te kort. Soms hebben ze iemand nodig die ze ziet struggelen, die even de tijd neemt om alles nog een keer goed samen door te nemen.’
Is dit een idee voor een experiment? Of meer algemeen utopisch denken?
‘Beide. Uiteindelijk ben ik niet alleen onderzoeker, maar wil ik de samenleving ook ten goede veranderen. Ik wil de kloof niet alleen begrijpen, maar ook dichten.’
Ik krijg het gevoel dat u nog meer kwijt wil.
‘Ik zou de groep over wie het gaat, dus mensen met een lagere sociaaleconomische positie, nóg meer bij mijn onderzoek willen betrekken. Wat nou als je samen met een bepaalde wijk een eigen digitale utopie gaat ontwikkelen? Dus met die mensen in gesprek gaan en vervolgens samen de digitale tools ontwikkelen die zij nodig denken te hebben.
Eerder deden we dit op kleine schaal via co-creatie, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een chatbot voor het documenteren van medicijngebruik. Gebruikers met minder digitale vaardigheden gaven aan dat zij gesloten vrager prettiger vonden dan open vragen, omdat ze dan minder het gevoel hadden een fout antwoord te kunnen geven. Dat kun je dan implementeren. Zoiets in het groot opzetten lijkt me razend enthousiast. Daar zijn denk ik twee dingen voor nodig: héél veel tijd en een flinke zak geld zodat je een team van onderzoekers op dit project kunt zetten.’