De Olof-baret: klein hoofddeksel met een grote geschiedenis

De Olof-baret: klein hoofddeksel met een grote geschiedenis

Met een baret onderscheiden studenten en hoogleraren van universiteiten zich al eeuwenlang van de rest van de bevolking. Ook aan de destijds nog Tilburgse hogeschool kreeg dit gebruik vorm: het studentencorps Sint Olof voerde zijn eigen barettraditie in, waarvan onlangs exemplaren opdoken.

Eeuwenlang was het traditie aan Europese universiteiten dat studenten en hoogleraren een baret of andersoortig hoofddeksel droegen. Het distantieerde de intellectuele klasse van de rest van de bevolking. Zij hadden, zeker aan de oude middeleeuwse universiteiten als die van Bologna, Oxford en Leuven, hun eigen mores en rechtspraak. Tevens waren zij vaak vrijgesteld van stedelijke belastingen en, niet onbelangrijk, ook van de accijnsheffingen op alcohol.

Het studieuze hoofddeksel ontwikkelde zich door de eeuwen heen langs twee lijnen: het corpus doctum, veelal de hoogleraren, droeg een zwarte ronde of vierkanten baret (afgeleid van het Latijnse biretum) en lange toga, die soms was afgezet met bont. De studenten hadden een meer eenvoudige vierkante zwarte baret, soms met een kwastje. In het Engels ook wel cap geheten. Zij die nog niet waren afgestudeerd, undergraduates, werden geacht de baret bij zich te dragen maar niet op te zetten. Pas na het voltooien van de studie was men daartoe officieel gerechtigd.

Bij de officiële inzweringsceremonie (immatriculation) als student aan de universiteiten van Oxford en Cambridge is het nog altijd verplicht om met cap en gown te komen opdraven. Ook bij tutorials, één-op-één discussies met je eigen tutor, wordt de pupil verwacht zijn gown te dragen.

Tegenwoordig heeft bijna elke universiteit, en in mindere mate zelfs middelbare scholen, de (Amerikaanse) hype ontwikkeld waarbij tijdens de afstudeerceremonie alle caps met kwastjes de lucht ingaan, als ware het een trouwboeket. Om het feest compleet te maken draagt men daarbij ook nog vaak een sjerp van de class of…

De andere lijn die dit studentenhoofddeksel heeft afgelegd is die langs de lijn van studentenverenigingen. In Nederland waren in de vorige eeuw verschillende studentenverenigingen of corpora waarvan de leden hun hoofd versierden met een baret. Aanvankelijk waren de meeste studenten automatisch lid van het studentencorps, die hun belangen behartigde bij de universiteit. Zo ook bij het op 8 oktober 1927 opgerichte Tilburgsch Studentencorps Sint Olof, gestart met vijftien leden.

Studenten van het Tilburgsch Studentencorps Sint-Olof in de jaren 1930 (foto, collectie Academisch Erfgoed, Tilburg University)

Vanaf het jaar daarna ontvingen alle nieuwe studenten – en dus corpsleden – tijdens een feestelijke ceremonie, gehouden in het gebouw van de RK Leergangen waar de jonge hogeschool toen ook onderdak genoot, hun inschrijvingsbul en baret uit handen van de zittende praeses van het corps. Deze sprak daarbij vaak een moraliserend woordje en wees de studenten op hun verplichtingen.

De Olofbaret was van zwart velours, voorzien van een goudkleurige ronde bies, en van binnen afgezet met een gekleurde stof. Het metalen Olofspeldje – met de staf en vleugels van Hermes (die ook op het oude hogeschoollogo prijkten) en een tandwiel – versierde het hoofddeksel.

Metalen Olofspeldje met staf en vleugels van Hermes, een vast onderdeel van de baret (collectie Academisch Erfgoed, Tilburg University)

Aan de zilverkleurige sterren op de baret kon men zien hoeveelste ‘jaars’ iemand was. De baret werd gedragen door zowel de mannelijke als – toen nog spaarzame – vrouwelijke studenten. Recent ontving de afdeling Academisch Erfgoed van Tilburg University een tweetal van zulke studentenbaretten.

Ze hadden toebehoord aan een mannelijke en een vrouwelijke student, die begin jaren dertig waren toegetreden tot het studentencorps St. Olof. Zij waren later getrouwd en wij ontvingen van één van hun kinderen deze zwartfluwelen baretten. De man was, gelet op de sterren, vier jaar lid geweest van het corps, terwijl de vrouw, met drie sterren, eerder was afgehaakt.

Baret van de mannelijke student, recent geschonken aan de afdeling Academisch Erfgoed (collectie Academisch Erfgoed, Tilburg University)

Onze afdeling bezit al zo’n baret, zelfs met vijf sterren, en inclusief een kwastje met het dispuutslogo van ‘A One’. Veel kom je deze baretten echter niet meer tegen, dus wij zijn erg content met deze aanwinst.

Baret van de vrouwelijke student (collectie Academisch Erfgoed, Tilburg University)

Om het overzicht compleet te maken hadden sommige disputen binnen St. Olof ook nog hun eigen baretten, of beter gezegd eenvoudige petjes. Zo had het in 1929 opgerichte dispuut ‘Black and White’, u raadt het al, een zwart-wit petje. Het in 1933 opgerichte forensendispuut ‘Lijn 25’, een rood-groen petje, de leden van dispuut ‘A One’ tooiden zich met blauw-wit-groene kleuren, en het dispuut ‘Hunky Dooly’ had rood-blauwe kapjes.

Dispuutspetjes voor de minder serieuze gelegenheden (foto, collectie Academisch Erfgoed, Tilburg University)

Al deze hoofddeksels leken meer op matrozenhoedjes en zullen vooral tijdens het studentenjolijt in de eigen dispuutshuizen gedragen zijn, terwijl de chiquere baretten gedragen werden tijdens plechtigheden, studentenoptochten door de stad (en die waren er geregeld) en bij bezoeken aan andere verenigingen in het land.

Joep van Gennip is projectleider Academisch Erfgoed van Tilburg University.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.