Zie je hoe Rob Jetten zich presenteert? Premierwaardig!
Ondanks alle diepgravende interviews draaien deze verkiezingen opnieuw niet om de inhoud, ziet Tom Grosfeld. ‘Links of rechts, het zal ons een zorg zijn. We kiezen gewoon de lijsttrekker die het beste overkomt op tv.’

Het is deze verkiezingen meer dan ooit mogelijk om te stemmen op de partij waarvan je denkt dat die inhoudelijk het beste bij je past. In kranten als NRC en De Volkskrant verschenen interviews met lijsttrekkers, voornamelijk over hun partijprogramma. De Correspondent gaf lijsttrekkers in hun podcast alle tijd en ruimte om hun plannen genuanceerd en grondig uiteen te zetten.
Weekblad De Groene Amsterdammer dook nog meer de diepte in door langs te gaan bij de wetenschappelijke instituten van verschillende partijen, om de denkers achter de politici te interviewen, en zo een blik te werpen op het gedachtegoed dat de politieke plannen onderlegt.
En toch draaien deze verkiezingen niet om de inhoud. Het lukt maar niet.
Deels is dat de schuld van de media. In talkshows wordt van de verkiezingen elk jaar weer een spektakel gemaakt. Het gaat over peilingen, hoe politici overkomen, hoe ze debatteren, wie met wie wil samenwerken, wie wie uitsluit, enzovoorts.
Toch voelt het eerlijker om de schuld bij onszelf te leggen. Het lijkt wel alsof we helemaal niet willen dat de verkiezingen om de inhoud gaan. Links of rechts, progressief of conversatief, democratisch of anti-democratisch, het zal ons een zorg zijn. We kiezen gewoon de lijsttrekker die het beste overkomt op tv, die we het leukst vinden.
Frans Timmermans, ja, slimme man natuurlijk, goede ideeën. Maar het komt er gewoon niet zo soepel uit. Maar zie je hoe Rob Jetten zich presenteert? Premierwaardig! Zo beschaafd, zo keurig, zo openstaand voor samenwerking met iedereen!
En Henri Bontenbal… Ook zo’n typische premier, hè. Verbindend. Ik zie het wel voor me.
Jetten en Bontenbal, en Joost Eerdmans in mindere mate, hebben door waar het deze verkiezingen om gaat, namelijk om hoe ze gezien worden. Ze hebben hard geoefend om zich op de juiste manier aan de burger te presenteren. En het werkt: ze stijgen hard in de peilingen.
Wat me het meest verdrietig maakt is dat mensen met linkse idealen zich door types als Jetten en zelfs Bontenbal laten inpalmen. D66 is altijd verre van links geweest en maakt nu zelfs een stevige ruk naar rechts. Bontenbal heeft aardige ideeën en kan het leuk verwoorden, maar is ook eerder rechts dan links, net als het CDA. Maar het lijkt een deel van de linkse kiezers niets uit te maken – die zweven zo naar rechts.
Het doet me denken aan Amusing Ourselves to Death (1985), het geweldige boek van schrijver en communicatiewetenschapper Neil Postman. Hij omschrijft daarin een mentaliteitsverandering die zich de afgelopen eeuwen gestaag voltrok: van reflectie naar vermaak. Door de komst van elektronische technologieën zoals de radio en televisie – en later natuurlijk internet en sociale media – werd alles omgevormd tot entertainment. De mens kreeg een onstilbare honger naar vermaak en verstrooiing.
Ik weet dat het onzinnig is om terug te verlangen naar de negentiende eeuw, maar toch. Postman omschrijft hoe we toen leefden in een typografische cultuur, een cultuur van het gedrukte woord. Dat zag je terug in de samenleving: er was een coherente, overzichtelijke ordening van feiten en ideeën. Een hoog concentratievermogen. Debatten tussen twee presidentskandidaten konden wel zeven uur lang duren. En de mensen luisterden.
Ik zeg niet dat ik jaloers ben op die tijd, of terug wil, dat zijn allemaal onzinnige discussies, maar toch, dat concentratievermogen. Als wij daar ook maar een flard van bezaten, zagen deze verkiezingen er heel anders uit.
Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.
