Wetenschap draait om samenwerking, niet om het individu
In de wetenschap gaat het nog te veel om het geniale individu, vindt columnist Tom Grosfeld. ‘Gelukkig lijkt het langzaam tot ons door te dringen dat wetenschap voornamelijk draait om samenwerking.’ Dat de Universiteit Twente het predicaat ‘cum laude’ afschaft, is wat Grosfeld betreft een stap in de goede richting.

Wilde ik net solliciteren op een promotieplek aan de Universiteit Twente, schaffen ze daar het predicaat ‘cum laude’ af voor iedereen die promoveert. Dan hoeft het voor mij niet meer. Het moet wel leuk blijven.
Ja, het besluit van de universiteit veroorzaakte veel discussie. Het commentaar van tegenstanders is voorspelbaar: mensen moeten ruimte en vrijheid krijgen om te excelleren. Ontmoedigt dit ambitieuze studenten niet? Wordt alles straks niet middelmaat? Of erger: wordt het verdacht om er bovenuit te (willen) steken?
Die kritiek is best te volgen. Maar de overwegingen van de universiteit ook. Of een proefschrift het predicaat ‘cum laude’ verdient, is namelijk behoorlijk subjectief en moeilijk te kwantificeren in een soort objectieve richtlijnen. Het gevolg: de hele toekenning ervan is niet transparant en pakt bovendien – surprise surprise – systematisch nadelig uit voor vrouwelijke promovendi.
Wat ik vooral interessant vind aan deze discussie, is wat rector magnificus Tom Veldkamp zei tegen NRC, namelijk dat de Universiteit Twente wil toewerken naar een andere vorm van ‘excellentie’. Minder gericht op het individu, meer op het team, wat ook betekent: meer waardering geven aan mensen die goed kunnen samenwerken.
Het is interessant omdat die opmerking misschien wel iets vangt van de veranderde tijdgeest. Terwijl ze in Silicon Valley wanhopig blijven vastklampen aan het idee van het geniale individu (Jobs, Musk, Zuckerberg, Altman, noem maar op), zo’n individu als ware verafgoden, dringt het tot de rest van de samenleving langzaam door dat zo’n geniaal individu helemaal niet bestaat. Of althans: we maken dat soort figuren systematisch groter dan ze in werkelijkheid zijn.
Dat werd bijna 100 jaar geleden al opgemerkt door historicus en techniekfilosoof Lewis Mumford. In Technics and Civilization (1934) schrijft hij dat een uitvinding vrijwel nooit het werk van één enkele uitvinder is, hoe geniaal hij (helaas was het vooral ‘hij’ in de eeuwen die achter ons liggen) ook mag zijn. Nee, het is een product van de opeenvolgende inspanningen van ontelbare mensen, vaak verspreid over verschillende momenten in de tijd, over verschillende culturen, ook.
Toch ligt bij ons in het westen de nadruk al eeuwenlang op het geniale individu. Volgens Mumford is dat slechts een stijlfiguur waarmee een uitvinding aan één persoon kan worden toegeschreven. Een handige leugen, waarschijnlijk gevoed door een vals gevoel van patriottisme. En natuurlijk door de patentmonopolies die een individu in staat stellen speciale financiële beloningen te claimen omdat hij de laatste schakel is in het ingewikkelde sociale proces dat de uitvinding heeft voortgebracht.
Die manier van denken zien we nog altijd terug in de wetenschap, op universiteiten. Het geniale individu die beurzen binnenhaalt, de competitie aangaat, meer publiceert dan de rest, theorieën bedenkt, enzovoorts. Gelukkig lijkt het langzaam tot ons door te dringen dat wetenschap voornamelijk draait om samenwerking. Het is een collectieve onderneming. Om dat ideaal ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen, is het afschaffen van het predicaat ‘cum laude’ waarschijnlijk een goede eerste stap.
Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.
