D66 en CDA: ‘We investeren fors in innovatie, kennis en onderzoek’
D66 en CDA willen meer woningen voor studenten, meer buitenlandse wetenschappers voor universiteiten en meer bijscholing van werkenden door hogescholen. Al noemen ze geen bedragen, ze willen wel ‘fors investeren’.

Ze hebben samen een inhoudelijke en ambitieuze agenda opgesteld, vinden partijleiders Rob Jetten (D66) en Henri Bontenbal (CDA) zelf. Informateur Sybrand Buma gaat met andere partijen verder praten.
Jetten ziet het document als een uitgestoken hand. Het is ‘nadrukkelijk geen eindpunt, maar een begin’, onderstreepte hij dinsdagavond bij de persconferentie.
Met hun afspraken willen CDA en D66 laten zien dat je in goede harmonie kunt samenwerken, zei Bontenbal. De twee partijen willen op een andere manier politiek bedrijven dan ze de afgelopen tijd hebben gezien: ‘Constructief, respectvol en gericht op de inhoud.’
Studenten
Er staat niets over de studiefinanciering in het voorlopige akkoord. D66 wil eigenlijk de basisbeurs verhogen, maar het CDA had dit niet in het verkiezingsprogramma staan.
In de passage over de woningnood komen studenten wel aan bod. Jetten en Bontenbal willen meer ‘gedeelde woonvormen voor jongeren en studenten’, schrijven ze. ‘Minder studio’s en meer samenwonen levert niet alleen snel meer betaalbare woningen op’, menen ze, ‘maar is ook goed voor bestrijding van eenzaamheid,’
Dit willen ze bevorderen met ‘objectsubsidies’. Er staat alleen niet bij wie deze subsidie dan krijgt: de student die de huur betaalt of de woningbouwvereniging die het gebouw neerzet of de verbouwing betaalt.
De woningnood moet ook verholpen worden met ‘simpelere regels voor optoppen en splitsen’, vinden de twee partijen. ‘De minister ziet erop toe dat gemeenten geen onnodige belemmeringen opwerpen.’ Belemmeringen voor hospitaverhuur (wonen bij iemand die een kamer overheeft) worden weggehaald, beloven ze.
Ook relevant voor studenten: als er niet genoeg jongeren het leger in willen, dan komt er een ‘selectieve opkomstplicht’. Want de krijgsmacht moet wel groot genoeg zijn, vinden de twee middenpartijen.
Hogescholen
De hogescholen worden in één adem genoemd met mbo-instellingen en universiteiten. Zij zijn ‘hard nodig om mensen op te leiden voor de arbeidsmarkt van de toekomst’, is de open deur die Jetten en Bontenbal intrappen.
Indirect komen ze terug in de passage over een ‘leven lang leren’, oftewel het bijscholen van werkenden. Daarover schrijven D66 en CDA: ‘We stimuleren een leven lang ontwikkelen en begeleiding van werk naar werk door sociale partners, zodat werknemers zich ook tijdens hun loopbaan kunnen bijscholen en de aansluiting houden met de arbeidsmarkt van de toekomst.’ Ze voegen eraan toe: ‘De overheid zorgt voor middelen voor onderwijs en opleiding, zoals een leerbudget of leerrechten.’
Dat kan aanknopingspunten bieden voor de publiek gefinancierde hogescholen, die al jarenlang streven naar een grotere rol in een ‘leven lang leren’. Verder worden ze nog aangestipt in het hoofdstukje over Defensie. Zie verderop.
Universiteiten
Universiteiten krijgen een dubbele boodschap te horen. Buitenlandse onderzoekers zijn welkom, maar met buitenlandse studenten willen de twee partijen niet te hard van stapel lopen.
‘We willen onderzoeksinstellingen in staat stellen om toponderzoekers en toptalenten uit het buitenland aan te trekken en te behouden’, aldus de agenda. De instellingen krijgen daarom weer de ruimte ‘om in te zetten op het aantrekken van wetenschappelijk toptalent’. De partijen willen hiertoe de expatregeling herstellen, de regeling voor kenniswerkers verbeteren en aansluiten bij de EU-talent pool voor niet-Europese bollebozen.
Maar hoe zit het met internationale studenten? Daarover schrijven ze: ‘Universiteiten voeren de bestaande afspraken uit over aantallen internationale studenten.’ Waarschijnlijk doelen D66 en CDA op de beloofde ‘zelfregie’ van universiteiten op het gebied van internationalisering.
Investeringen in de wetenschap worden ook aangekondigd – dat kan haast niet anders met D66 als grootste partij in de regering – maar die investeringen lijken vooral in dienst te staan van innovatie en ‘kennisvalorisatie’.
Defensie
D66 en CDA willen voor de innovatie van wapensystemen minder afhankelijk worden van de Verenigde Staten. Daartoe ‘gaan we zélf vol investeren’, schrijven ze. Naar voorbeeld van de Amerikanen willen ze één fonds voor defensie-innovatie, dat uiteindelijk 10 procent van het defensiebudget moet beslaan.
Het gaat om een fonds ‘waarin defensie met universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstituten en de defensie-industrie werkt aan de krijgsmacht van de toekomst’. En jawel, ze committeren zich aan de hogere NAVO-norm voor Defensie-uitgaven.
Investeringen in onderzoek en innovatie
‘We investeren fors in innovatie, kennis en onderzoek, digitalisering en nieuwe energie-infrastructuur’, schrijven de twee partijen. Dat werken ze op allerlei plekken uit. Steeds lijkt het om het economisch belang te draaien.
‘We verhogen publieke investeringen in R&D die nodig zijn voor ons toekomstig verdienvermogen en voor productiviteitsverhoging’, zeggen ze bijvoorbeeld. Aan de Lissabondoelstelling (3 procent van het BBP aan publieke en private investeringen) willen ze zich niet committeren. Ze zeggen alleen dat ze richting dat doel bewegen.
Nog een voorbeeld: ‘We investeren in wetenschappelijk onderzoek, digitale infrastructuur en kennisvalorisatie om (wetenschappelijke) kennis vaker en beter naar de markt te brengen.’ Ook willen ze met investeringen in onderzoek en innovatie de ‘concurrentiekracht’ op peil houden.
De twee partijen gaan daarnaast in campussen investeren omdat die belangrijk zijn in onderzoek en innovatie. ‘Dit draagt bij aan een ecosysteem voor startups en scale-ups’, aldus de agenda.
Andere partijen
Nu is het afwachten of dit document, zonder precieze financiële afspraken, tot een meerderheidscoalitie leidt. Een minderheidskabinet zou ook een uitkomst kunnen zijn, zolang dat in de Tweede Kamer op steun kan rekenen.
Advertentie.
