Analyse: de zaak Stapel

Hij had aanzien, connecties en sleepte miljoenen aan onderzoeksgeld binnen. Een topwetenschapper die meer dan honderd artikelen in wetenschappelijke tijdschriften publiceerde. In 2007 verwierf hij een Early Career Award, een paar jaar later de Career Trajectory Award. Promovendi, medewerkers en bestuurders zagen hem als topper, als briljant wetenschapper. Tilburg University benoemde hem zelfs tot decaan. Maar exact 20 jaar nadat Diederik Stapel cum laude afstudeerde aan de Universiteit van Amsterdam, spatte de zeepbel uiteen. Nagenoeg zijn gehele carrière bleek op leugens gebaseerd.

De fraude vond al minstens vanaf 2004 plaats, toen Stapel nog hoogleraar was in Groningen,  maakte de commissie Levelt bij de presentatie van het interim-rapport over de zaak Stapel bekend. Bij een persconferentie schilderde Levelt de gewezen hoogleraar af als een machtswellusteling, iemand die misbruik maakte van zijn positie als hoogleraar en decaan. Een 180-gradenbocht ten opzichte van alle eerdere lofuitingen.

Levelt: “Stapel verkeerde in een machtige positie. Hij was de wetenschappelijke coryfee van het departement, zo niet van de faculteit. Hij werd departementsvoorzitter en vervolgens decaan. Zijn gezag was onaantastbaar. Dat oogstte bewondering, maar ook angst. Wanneer een onderzoekspartner het waagde door te vragen naar de vragenlijsten, naar bijzonderheden van de onderzochte school, dan wees Stapel op het vertrouwen dat hem toekwam. Hij liet, als dat zo uitkwam, merken dat er twijfel kon rijzen over de voortzetting van die samenwerking of over de partner’s geschiktheid voor een eventueel aioschap. Machtsmisbruik was hem niet vreemd.”

Stapel vertrouwde niet blind op zijn positie, hij deed alles om de suggestie te wekken van integere wetenschap.  Met een jonge onderzoeker werd een theorie bedacht waaruit toetsbare hypothesen werden afgeleid. Samen met zijn mede-onderzoekers boog Stapel zich over een onderzoeksopzet en de manier waarop ze het experiment zouden uitvoeren. De onderzoekspartner prepareerde alle benodigdheden voor de experimenten zoals vragenlijsten, plaatjes, belonend snoepgoed. In veel gevallen moest de medewerker ook een tabel inleveren met de op grond van de hypothesen verwachte empirische uitkomsten. Het papierwerk en snoepgoed verdwenen in de achterbak van de auto van Stapel. Een paar weken later kwam hij met gegevens terug, die de jonge onderzoeker verder mocht uitwerken. Compleet verzonnen data, zo blijkt nu. De scholen waren nooit bezocht, alles kwam uit de grote duim van Diederik Stapel.

Het werk van Stapel had tot kritische vragen van wetenschappers moeten leiden, zegt Levelt. Ze hadden de tabellen beter moeten bekijken op statistische onmogelijkheden. Stapels hypothesen klopten altijd. Zijn datasets leverden nooit vreemde uitschieters op.  Dat terwijl het in de wetenschap vaak voorkomt dat hypothesen niet uitkomen. De onderzoekers deden dit echter af als een uiting van kwaliteit. Diederik Stapel, de geniale wetenschapper. Stapels onderzoeksresultaten werden complimenteus “te mooi om waar te zijn” genoemd.

Volgens de commissie Levelt heeft de vertraagde onderkenning van vermoedens van fraude te maken met het Tilburgse academische systeem. Wetenschappers die twijfelen aan de integriteit van een collega, kunnen dit aankaarten bij de vertrouwenspersoon van hun universiteit. Maar in Tilburg vervulde rector magnificus Philip Eijlander die rol.

Levelt: “Volgens de regels van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) is de  functie van vertrouwenspersoon onverenigbaar met die van een lid van het college van bestuur, een faculteitsdecaan of een directeur van een onderzoekinstituut. De rector magnificus is een van de machtigste mensen binnen de universiteit. Daar ga je niet heen, als je je vermoedens niet keihard kunt maken.”  In de GPD-bladen schetste de Tilburgse hoogleraar Ad Vingerhoets (klinisch psycholoog) al hoe hij sterke vermoedens had over de fraude van Stapel, maar niet als klokkenluider durfde op te treden. “Stapel stond in hoog aanzien. Ik durfde het niet bij de rector aan te kaarten,” zegt Vingerhoets.

Een ander kritiekpunt van Levelt op de Tilburgse universiteit betreft het bewaren van data. “Internationaal is de gangbare norm dat onderzoeksdata voor minstens vijf jaar gearchiveerd wordt en op aanvraag ter beschikking gesteld kan worden aan andere wetenschappers. Stapel stelde primaire data zoals vragenlijsten niet eens ter beschikking aan zijn eigen co-auteurs. Data-archivering stond niet in zijn woordenlijst. Hij werd daar ook niet bestuurlijk op aangesproken.  Die archiveringsregel dient ten spoedigste te worden geïmplementeerd in Tilburg, maar ik vrees ook op andere plaatsen in Nederland.”

Opvallend is dat er volgens de commissie Levelt al eerder argwaan was over de werkwijze van Stapel. Levelt: “Er waren weleens statistische merkwaardigheden in de tabellen. Er zijn in 2010 en 2011 drie meldingen verricht aan leden van de wetenschappelijke staf binnen de psychologie.  De eerste twee hebben in eerste of tweede instantie niet geleid tot follow-up. Het is bekeken door een staflid, maar er was niet genoeg bewijs om het vermoeden te melden bij de rector. Achteraf zeg je, had dat toch maar gedaan. De haast onaantastbare positie van Stapel heeft wellicht een rol gespeeld. Ook bij collega-hoogleraren zijn gedurende het laatste jaar tweemaal verdenkingen gerezen ten aanzien van door de heer Stapel aangereikte data. Aan die verdenkingen is geen follow-up gegeven.”

De zaak Stapel. Het zou de titel van een spannend boek kunnen zijn. Spannend was (en is) het wel voor de wetenschappers die van Stapel samengewerkt hebben. Wat is hun onderzoek nog waard? Ze zullen nog een aantal maanden moeten wachten, tot de commissie Levelt haar definitieve rapport klaar heeft.

Het is echter ook een boek waarvan de inhoud zeer negatief is voor de reputatie van de wetenschap in het algemeen en die van het UvT in het bijzonder.  Stapel scoorde in de pers met verschillende opvallende onderzoeken. “Een rommelige omgeving zorgt voor meer discriminatie” en “vlees-eters zijn asocialer” luidden de kern van enkele (van zijn verzonnen) onderzoeken. De afgelopen weken merkte je bij kroeggesprekken al dat mensen twijfelen aan het waarheidsgehalte van andere wetenschappelijke onderzoeken met bizarre uitkomst. “Mensen die rode kleding dragen presteren beter bij een onderhandeling dan mensen in witte kleding,” berichtte Univers een half jaar geleden over een wetenschappelijk onderzoek. Destijds slikten alle lezers het voor zoete koek. Ze zagen het als een vreemd, maar wel correct bericht aan. Nu leiden dergelijke bizarre berichten tot scepsis, hoe correct het onderzoek ook verlopen is.

Als alleen Stapel aan de schandepaal genageld was door de commissie Levelt, waren de gevolgen niet zo immens geweest. Ook de andere (niet oplettende) wetenschappers en de UvT krijgen in het rapport van Levelt echter vegen uit de pan. Studenten zullen geen hinder hebben van de affaire. Onderwijs en wetenschap zijn twee verschillende poten van de UvT-stoel. De kwaliteit van het onderwijs aan de UvT staat in deze zaak niet ter discussie.  UvT-wetenschappers zullen mogelijk wel meer moeite hebben om hun artikelen in gerenommeerde internationale tijdschriften gepubliceerd te krijgen. Hoe geloofwaardig zijn de Tilburgse onderzoeken nog? Het kan nog jaren duren voordat de totale gevolgen van de fraude bekend zijn. Maar dat de impact immens is, staat buiten kijf.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.