Mensen met geheimen worden gelukkiger oud

Vijftigplussers die met een geheim rondlopen lijken tevredener te zijn met hun leven dan senioren die hun geheimen met anderen delen. Dat blijkt uit onderzoek van Tilburgse wetenschappers. Geheimbewaarders besparen zichzelf een hoop schaamte en sociale problemen, aldus psycholoog Joyce Maas. Toch wordt niet iedereen gelukkig oud met een geheim — binnenvetters en piekeraars lijden er juist onder.

Joyce Maas en haar medeonderzoekers — psycholoog Andreas Wismeijer en methodoloog Marcel van Assen — gebruikten de data van honderden vijftigplussers die digitale vragenlijsten invulden via de Nationale Senioren Barometer. De wetenschappers ontdekten dat het geheim van gelukkig oud worden wel eens precies dat zou kunnen zijn: een geheim.

De resultaten van het onderzoek suggereerden dat ouderen met geheimen een hogere kwaliteit van leven hebben. “Het delen van een geheim kan reacties opleveren waar je niet op zit te wachten. Als mensen besluiten iets geheim te houden, besparen ze zichzelf vervelende consequenties zoals schaamte of sociale uitsluiting”, zegt Maas.

Binnenvetters en piekeraars

Dat geldt overigens niet voor elke vijftigplusser. Mensen die van nature gesloten zijn of de neiging hebben veel te piekeren, ervaren een geheim vaker als een zware last. “Als je een binnenvetter bent en veel piekert over je geheim, kan het beter zijn je geheim wel te delen”, zegt Maas. “Dat hoeft niet meteen met iedereen of met je directe naasten, je kunt ook denken aan een psycholoog of een geestelijke. Of je kunt je geheim anoniem kwijt op een online forum, of misschien zelfs aan een dagboek.”

Maar wie gelukkig oud wil worden en niet gebukt gaat onder de last van zijn of haar geheim, kan beter blijven zwijgen. “Als je prima kunt leven met je geheim, zou ik adviseren het geheim voor je te houden. Daarmee kun je jezelf voor vervelende gevolgen behoeden.”

Meer geheimen

Het is niet de eerste keer dat de Tilburgse wetenschappers de psychologische effecten van geheimen onderzoeken. Eerder onderzoek leek ook al uit te wezen dat mensen met geheimen gelukkiger zijn dan mensen die hun geheimen delen, zolang iemand geen binnenvetter is en niet overmatig over het geheim piekert. Maar de vragenlijsten werden voorheen telkens afgenomen onder studenten en andere jongvolwassenen. Over invloed van geheimen op het geluk van ouderen was nog nauwelijks iets bekend.

Een gemis, vonden Maas en haar collega’s, want ouderen vormen een interessante populatie voor onderzoek naar geheimen. “Vijftigplussers leven al langer dan jongvolwassenen. Zij hebben daardoor simpelweg meer tijd gehad om geheimen te ‘verzamelen’, maar de geheimen hebben ook meer tijd gehad om een effect te hebben op het leven en de gezondheid van deze mensen”, legt Maas uit.

Tien jaar

Een overgroot deel van de ondervraagde vijftigplussers (84,5 procent) gaf aan al langer dan tien jaar met een geheim rond te lopen. Dat bevestigt wat de onderzoekers al vermoedden: ook als mensen lange tijd iets verbergen, lijkt geheimhouding niet per se ongezond. Je zou zelfs heel goed oud en gelukkig kunnen worden met een geheim.

Wat de respondenten al zo veel jaren verborgen houden, blijft gissen. Naar de inhoud van de geheimen hebben de onderzoekers niet gevraagd. Daarom kan Maas ook niet zeggen of het nog iets uitmaakt wát iemand precies geheimhoudt. “Over de invloed van de aard van het geheim weten we eigenlijk nog veel te weinig”, zegt ze. “Het zou bijvoorbeeld interessant kunnen zijn om te kijken of positieve geheimen, zoals de eerste maanden van een zwangerschap, dezelfde soort effecten hebben.”

Verder lezen? De publicatie “Associations between secret-keeping and quality of life in older adults” (2019) van Joyce Maas, Andreas Wismeijer en Marcel van Assen is via deze link open access beschikbaar.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.