Over de bloemetjes en de bijtjes op de campus
Het begint zo langzamerhand echt lente te worden. De bloemetjes en de bijtjes laten zich weer zien, ook op de campus. Dankzij insectvriendelijke beplanting en een heus insectenhotel zelfs meer dan ooit. “Insecten zijn heel nuttig.”
Een groene campus vol gras en bomen is natuurlijk mooi, maar het kan veel insectvriendelijker. Bram Groothuis, chef campusterrein, is daarom bezig van de campus een corridor voor insecten te maken. “We proberen dat af te stemmen met de gemeente, bijvoorbeeld door afspraken over welke bloemen en planten we plaatsen. We willen een doorgaande weg worden voor hommels, bijen en vlinders tussen het Bels Lijntje, het Warandebos en de stad.”
Bram Groothuis en het symbolische insectenhotel
Er zijn al jaren zorgen over de wereldwijde afname van het aantal insecten. Groothuis: “Vier jaar geleden ben ik bij het terras naast het Warandegebouw begonnen met het inzaaien van insectvriendelijke kruiden en wilde bloemen. Gewoon om te kijken hoe het zou gaan. Insecten zijn heel nuttig, bijvoorbeeld voor het bestuiven van allerlei gewassen. En als universiteit die zich bezighoudt met Understanding Society en met zo’n groene campus, moet je daar toch wat mee doen.”
Elke oude boom is een insectenhotel
En dat kan met insectvriendelijk beplanting, of bijvoorbeeld met het plaatsen van een insectenhotel. Een fraai voorbeeld daarvan is te bewonderen aan de campusrand bij het grote parkeerterrein. Al is die voor een deel ook wel symbolisch, erkent Groothuis. “In principe is elke oude boom een ‘insectenhotel’ op zich”.
Onze groene campus is, zeker op warme dagen, bij uitstek mensvriendelijk. Genoeg schaduwgevende bomen, grote grasvelden om eens lekker op neer te vleien. Dat zal ook allemaal zo blijven, legt Groothuis uit.
Het zijn de stukjes groen daartussen die wat ‘wilder’ worden. De bosranden, de groene bult tussen bibliotheek en Esplanade-gebouw en dus de zogeheten wadi naast het Warandegebouw. “Wadi staat voor Waterafvoer door middel van infiltratie. Het regenwater van het dak van het Warandegebouw spoelen we niet het riool in, maar laten we daar langzaam infiltreren in de grond.”
Moet je niet eens schoffelen?
Het is een leerproces, vertelt Groothuis, het is uitproberen wat hier wel en wat hier niet groeit. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met de indruk die het maakt. Weegbree en klaver zijn bijvoorbeeld bij uitstek geschikt voor bestuivende insecten, maar elke campusbezoeker herkent het meteen als onkruid. “Dan krijgen we toch te horen: moet je niet eens schoffelen.” Vandaar dat gekozen wordt voor een kruidenmix en wilde bloemen als klaproos en korenbloem. Ook wel bevorderlijk voor insecten en een stuk prettiger ogend.
De bijvriendelijke bloemen en kruiden zijn nuttig, maar ook nog eens leuk om te zien. Regelmatig komen er complimenten binnen, vertelt Groothuis. Bijvoorbeeld van omwonenden die een wandelingetje over de campus maken. Om die reden wordt nu bijvoorbeeld ook het wilde bloemen-beleid in de bosrand bij het Cobbenhagen-gebouw ingevoerd. “Zo kun je toch wat terugdoen voor de buurt, als compensatie voor de overlast die ze misschien hebben van de universiteit.”
Overlast is ook de reden dat sommige insecten nog steeds niet welkom zijn op de universiteit. Zo willen we geen last hebben van irritante wespen en eikenprocessierupsen. Die worden daarom zoveel mogelijk op een natuurvriendelijke manier bestreden. Groothuis: “We hebben mezenkastjes opgehangen. Die eten zoveel rupsen weg, daardoor hoef je er verder bijna niets meer aan te doen.”
Advertentie.
