Plagiaat

Ik kan me zijn blik nog goed voor de geest halen. Het was een combinatie van angst, verdriet en wanhoop. Een dag eerder had een medestudent van me een mailtje gekregen. Of hij bij de directeur van de Honours Academy wilde komen om te praten over zijn paper. Hij wist niet zo goed wat hij moest verwachten, zei hij nog van tevoren. ‘Misschien willen ze het wel publiceren, of zoiets.’

Strikkers banner

Maar nee. ‘Ze zeggen dat ik plagiaat heb gepleegd. En ze willen mij van de Honours Academy sturen.’ Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen. ‘Heb je…,’ begon ik. ‘Nee, volgens mij niet,’ zei hij. ‘Misschien dat ik slordig ben geweest. Ik heb het wel snel in elkaar gezet.’ ‘Heb je ze dat verteld?’ ‘Ja,’ snikte hij. ‘Maar dat maakte ze niets uit.’ Nooit eerder zag ik hem zo. Later vertelde hij me dat hij bang was dat hij voor de rest van zijn studie gebrandmerkt zou worden als fraudeur, dat zijn artikelen en scripties driedubbel gecheckt zouden worden op elk foutje, of dat iedere docent vooraf een waarschuwing zou krijgen als hij in hun werkgroep zou komen.

Ik heb hem nooit gevraagd of hij zijn tekst en de bron die hij niet goed vermeldde ooit naast elkaar heeft gelegd, maar ik vermoed van wel. Ik ben er bijna zeker van. Alles zou hij doen om te vermijden dat hij ooit nog zo’n gesprek zou moeten voeren. Ook ik werd voorzichtiger en daarmee mijn literatuurlijsten langer, wetende hoe meedogenloos een universiteit kan reageren als je betrapt wordt op een rammelende bronvermelding.

Ik moest weer aan mijn studiegenoot denken toen ik las over de plagiaatzaken rond de voormalige UvA-rector Dymph van den Boom en journalist Ad van Liempt. In allebei hun proefschriften werden vorig jaar letterlijk overgenomen passages uit werken van andere wetenschappers gevonden. Bij Van den Boom ging het om een proefschrift uit de jaren tachtig en bij Van Liempt om een destijds nog te verschijnen proefschrift, maar de aantijgingen waren dezelfde: het letterlijk overnemen van passages zonder deugdelijke bronvermelding; precies waar mijn medestudent van beschuldigd werd.

Zowel bij Van den Boom als bij Van Liempt onderzocht een gespecialiseerde commissie maandenlang of er sprake was van plagiaat of niet. Beide commissies kwamen tot hetzelfde oordeel: ja, er waren letterlijke passages overgenomen zonder deugdelijke bronvermelding, maar nee, er was geen sprake van plagiaat. Er werd immers ‘niet gepronkt met andermans veren’, zo luidde de rechtvaardigingsgrond.

Bij mijn studiegenoot was het niet eens een vraag of er gepronkt werd met andermans veren. Het aantonen van opzet vond men klaarblijkelijk overbodig. Volgens de plagiaatdefinitie van Tilburg University is dat ook niet van belang. ‘Ook als men niet op de hoogte is van de regels omtrent het correct vermelden van de bron, kan men, zonder daarbij als doel te hebben andermans werk als eigen werk te presenteren, plagiëren,’ staat bijvoorbeeld op de site van Tisem.

Het is wachten op de eerste student die slordig is in zijn bronvermelding en een beroep doet op de zaken Van den Boom en Van Liempt. Ik ben benieuwd wie er dan aan het langste eind zal trekken.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.