Een onvergetelijke Prinsjesdag voor TiU-alumnus Vincent Bleuzé: ‘Het enige dat ontbrak, was een kiekje met de koning’
Op een stralende Prinsjesdag bevindt Vincent Bleuzé, voormalig filosofiestudent aan Tilburg University, zich op wel een heel bijzondere plek: het balkon van de Koninklijke Schouwburg. Met een panoramisch uitzicht over de zaal waar politiek Den Haag bijeenkomt: ‘Ik voelde me misplaatst, alsof ik daar niet hoorde.’

Waarom Bleuzé op een van de meest prestigieuze evenementen van het Nederlandse politieke jaar te vinden is? Hij heeft de wedstrijd gewonnen die is uitgeschreven ter nagedachtenis van Willem Witteveen, de geprezen hoogleraar en Eerste Kamerlid die omkwam bij de MH17-ramp. Witteveen, ook bekend om zijn poëzie, schilderkunst en filosofie, inspireerde Bleuzé om een gedicht te schrijven over de MH17-crash.
Het avontuur op deze derde dinsdag van september begint voor de voormalig filosofiestudent met een onconventioneel probleem: bij zijn aankomst blijkt hij aan de verkeerde kant van de afgezette straat te staan. ‘Er stonden dubbele hekken aan beide zijden,’ vertelt hij. ‘Ik zei tegen een agent dat ik een officiële uitnodiging had en moest worden doorgelaten. Ze braken de hekken open zodat ik erdoorheen kon.’
Tussen trots en ongemak
De hele ervaring op Prinsjesdag is een combinatie van persoonlijke trots en een tikkeltje ongemak. ‘Het voelde heel speciaal om langs alle militairen en veiligheidschecks te gaan,’ vertelt Bleuze, die in zijn twintiger jaren is, ‘zeker op mijn leeftijd. Maar ook misplaatst, alsof ik daar niet hoorde, hoewel ik wist dat ik er was omdat ik de prijs had gewonnen.’
Eenmaal binnen, ziet hij ook de Tweede Kamerleden binnenlopen, en kan hij vanaf de achterste rij van het balkon zien hoe politici elkaar opzoeken. ‘Jetten en Timmermans spraken met elkaar, en Baudet en Wilders trokken naar elkaar toe.’
Voor Bleuzé was de Troonrede een moment van betekenis. Hoewel hij de rede overtuigend geschreven vindt, is hij er als geheel niet van overtuigd. De plannen van het kabinet staan haaks op zijn idealen en op de reden waarom hij daar aanwezig is.
‘Het is ironisch,’ zegt hij, ‘want de mensen met wie ik ben uitgenodigd, zijn allemaal bezig met sociale en culturele bijdragen aan de maatschappij. We zijn daar omdat we iets bijzonders hebben gedaan, terwijl het kabinet juist de kunst- en cultuursector aanpakt.’

Bijzondere ontmoetingen
Ook de ontmoeting met andere gasten is een ervaring die Bleuzé bijblijft. Zo sprak hij met Franki Dodwell, een Ierse componiste die speciaal een muziekstuk had gecomponeerd voor de gelegenheid. ‘Het was geweldig om haar te ontmoeten en de uitvoering van haar stuk was het hoogtepunt van mijn dag.’
Bleuzé voegt er met een knipoog aan toe: ‘Het enige dat ontbrak, was een kiekje met Willem (koning Willem-Alexander, red.). Ik had hem graag willen ontmoeten, maar helaas zat dat er niet in. Geen koninklijk moment voor mij deze keer!’
Maar lang niet alle ontmoetingen waren even aangenaam. Een oudere man, wijzend naar Bleuzé’s oorbel, vroeg hem met een perverse ondertoon of hij homoseksueel is, en drukte daarna zijn kaartje met telefoonnummer in Bleuzé’s hand. ‘Dat vond ik vreemd en ongemakkelijk,’ zegt hij. Een andere man, zonder zich voor te stellen, zei direct en schaamteloos dat hij wel van jonge kerels hield. Eén van hen was zelfs een Eerste Kamerlid.’
Poëzie als middel tegen onverschilligheid
Zijn deelname aan het symposium en zijn aanwezigheid op Prinsjesdag markeren een belangrijk moment in de poëtische carrière van Bleuzé. Het gedicht dat hij schreef, dat de MH17-crash en de noodzaak om onverschilligheid tegen te gaan behandelt, weerspiegelt een diepgaande betrokkenheid bij maatschappelijke kwesties.
‘Mijn poëzie is een manier om met cynisme en onverschilligheid om te gaan,’ legt hij uit. ‘Door te dichten kan ik reflecteren en weerstand bieden aan het gevoel dat zulke tragedies normaal worden.’
Nu zijn studie achter de rug is, hoopt hij zijn poëzie verder te ontwikkelen. ‘Ik ga regelmatig naar een dichtclub in Den Haag en heb onlangs voor het eerst op een open podium voorgedragen,’ zegt hij enthousiast. ‘Ik wil me hier verder in verdiepen, vooral nu ik niet meer gebonden ben aan academische deadlines.’
Toch ambieert Bleuzé geen carrière als dichter. ‘Schrijven doe ik echt voor mijn plezier,’ voegt hij toe. Zijn ambities liggen juist in het sociale en maatschappelijke werkveld, waar hij hoopt een betekenisvolle bijdrage te kunnen leveren.
Gedicht van Vincent Bleuzé
Homo Immortalis
Waanzin heerst, over
grijze luchten gevuld met naamloze kreten.
Vluchten is—zijn—onmogelijk,
de gastvrijheid zwaargewond
die dag. Verlies viel binnen,
onaangekondigd, nooit op
tijd, altijd onverschillig.
De wijzers van de klok gebogen, ver-
weg, niks blijft heel, onder
het oneindige gewicht der waanzin, laat
scharnieren buigen tot ze breken.
De deur schiet uit de post, maar
zat niet op slot.
Grenzen golven weg en terug
van hun vaste post, iets
biedt weerstand en
waanzin kent geen einde,
ze breidt zich uit, onverzadigbaar
voedend op de naamlozen.
Keer op keer weer, biedt
weerstand, langzaam
begint het dichten, de
gaten worden dichtgeplakt.
Gedicht,
met namen die ooit eeuwig waren.
De hoopgevende mens onsterfelijk,
op het moment van de dood.