Junteng Zheng: ‘In Tilburg voel ik me welkom’
Op zijn achttiende verruilde Junteng Zheng (34) vaderland China voor een rechtenstudie in Amerika. Maar een academische carrière bleek daar voor hem als nieuwkomer niet zomaar weggelegd. Sinds 2023 is hij docent Global Law in Tilburg. ‘Tilburg is een van de weinige universiteiten die openstaat voor medewerkers die overal vandaan komen.’

Read this interview in English.
Als Junteng Zheng op een grauwe winterdag naar buiten kijkt ziet hij het centrum van Rotterdam in mistige plukjes opdoemen tussen de wolken. In zijn smetteloze woning, hoog in een wolkenkrabber aan het water, leidt de docent global law een contemplatief bestaan. Overdag geeft hij les in Tilburg, ’s avonds, terwijl het stadsleven in de verte flonkert, trekken dossiers en wetboeken hem terug naar wat hij ziet als de essentie van zijn vakgebied: analyseren hoe internationale wetgeving de machtsdrift van staten kan beteugelen.
Althans, dat is de bedoeling, glimlacht hij, terwijl hij thee schenkt in kleine keramieken mokken. Dit jaar hoopt hij zijn promotieonderzoek af te ronden. Hij gebaart naar een hoge stapel geprint papier, perfect uitgelijnd op de hoek van zijn bureau. ‘Het onderwerp is nogal bizar en onconventioneel. Ik bestudeer het begrip tijd binnen internationaal recht. Helemaal toevallig is dat niet, want ik heb na de middelbare school een jaar filosofie gestudeerd. Langzaam keer ik terug naar waar ik begon.’
Zheng groeit onder de eenkindpolitiek in China op als enige zoon in Jiaoling, een arm stadje in de zuidoostelijke provincie Guangzhou. Vader en moeder werken bij hetzelfde elektrabedrijf – hij als ingenieur, zij bij de administratie en bij personeelszaken. Oma van moederskant is analfabeet. Als in 1966 de Culturele Revolutie uitbreekt moet opa zijn universitaire studie staken en verlaat de moeder van Zheng voortijdig de middelbare school.
Internationals in Tilburg
Chinees, Duits, Braziliaans: lange tijd zijn internationals uit alle hoeken van de wereld naar Nederland getrokken. De wetenschap houdt zich niet aan landsgrenzen en Dutch universities willen goed scoren op het academische wereldtoneel. Maar er kwamen wel heel veel internationals deze kant op: collegezalen en studentenhuizen zitten overvol en veel opleidingen worden alleen nog in het Engels gegeven.
Tijd voor een ommekeer, klinkt het nu. De politiek wil minder internationals en Engels aan universiteiten. Universiteiten maken plannen om de internationalisering terug te dringen. En zo gaat het steeds óver internationals. Maar wie zijn zij eigenlijk? En hoe zien zij hun toekomst voor zich? In deze rubriek gaat Univers in gesprek met internationale studenten en medewerkers van Tilburg University.
Zoonlief Junteng moet het op school waar gaan maken, en dat doet hij, dag in, dag uit. Nuchter: ‘Mijn jeugd kende weinig memorabele momenten. Als kind was het mijn voornaamste taak om het goed te doen op school. Mijn ouders koesterden extreem hoge verwachtingen. Elke dag was ingekaderd, van het opstaan, huiswerk maken, samen eten en televisiekijken tot aan mijn bedtijd. Ik had weinig vrije tijd.
‘Zonder de liefde en steun van mijn ouders had ik hier nu niet gezeten. Maar als kind en tiener dacht ik: waarom ziet iedere dag er hetzelfde uit? Wanneer mag ik buitenspelen? Mijn ouders waren gewend dat ik de beste van mijn klas was. Toen ik werd toegelaten op de op een na beste universiteit waren ze teleurgesteld en gefrustreerd, maar dat probeerden ze te verbergen, omdat ze wisten dat ik het er zelf ook moeilijk mee had.’
Op zijn zeventiende vertrekt Zheng naar de Renmin University of China in Beijing. ‘Eindelijk kon ik weg uit dat kleine stadje.’ Op 2.000 kilometer van zijn ouderlijk huis blijkt alles anders, van het eten tot de omgangsvormen. Hij slaapt in een stapelbed, in een kleine slaapzaal die hij deelt met zeven andere studenten, de een nog briljanter dan de ander. ‘Vanaf dat moment besefte ik dat ik onmogelijk altijd nummer één kon zijn. Dat maakte mijn leven een stuk makkelijker.’
Na een jaartje filosofie stapt hij over op rechten. Eigenlijk is het nooit zijn bedoeling geweest om advocaat te worden. ‘Ik wilde taalkundige worden. Ik hield van lezen, vooral de encyclopedie trok me aan. Ik was gefascineerd door verschillende culturen en ik hield van mode en interieurontwerp. Ik tekende en schilderde en speelde piano en viool. Maar in traditionele Chinese gezinnen zoals de mijne was het de bedoeling dat je arts, advocaat, ingenieur of ambtenaar werd. Dat was de enige manier om te ontsnappen aan je omgeving en aan je sociale klasse.’
Zhengs interesse voor de rechtspraak groeit op de middelbare school. Nadat China zich in 2001 heeft aangesloten bij de Wereldhandelsorganisatie, krijgt het gezin op allerlei niveaus meer bewegingsvrijheid. In 2003 – Zheng is dan dertien – verruilen zijn ouders hun fiets voor een motorfiets, wordt de eerste computer aangeschaft en krijgt hij Engelse les – het gevolg van de Chinese opendeurpolitiek, waarmee het land vanaf de jaren 70 westerse technologie en denkbeelden verwelkomt.
‘Opeens hadden we internet en kreeg ik toegang tot allerlei informatie die in het Chinees niet voorhanden was. Ik las wat er gebeurde in Rwanda, en over politiegeweld tegen burgers. Ik begon me af te vragen waarom dat soort acties geen consequenties hadden. Zo groeide mijn interesse in sociaal onrecht. Amerika werd in die tijd afgeschilderd als een vrij land waar iedereen die hard werkt succes kon hebben. In mijn tweede studiejaar aan de universiteit besloot ik dat ik naar Amerika wilde.’
Op zijn 23ste studeert Zheng, als eerste in zijn familie, af aan de universiteit en begint met financiële steun van zijn ouders aan een studie rechten aan de University of California. Hij leert er nieuwe mensen kennen, waaronder een aantal Nederlanders, die hij tot de dag van vandaag tot zijn vrienden rekent. Maar de studie blijkt afzien.
‘Mijn Engels was heel slecht, terwijl taalbeheersing voor een rechtenstudie essentieel is. De competitie tussen studenten was moordend. Het was zwaar in mijn eentje, ver van huis, zonder familie. Maar in de Chinese cultuur is het niet gebruikelijk om je zorgen te delen met je ouders. Net als veel andere Chinese studenten was ik heel verlegen en hield me afzijdig bij groepsdiscussies.
‘In de rechtspraak draait het vaak niet om rechtvaardigheid’
‘Amerikaanse universiteiten zijn geobsedeerd met netwerken, dat is de enige manier om op te klimmen. Ik weet nog dat een hoogleraar tegen mij zei: ‘Junteng, je moet echt eens je mond open doen tegen je docenten, anders hebben ze geen idee wat je kunt. Zolang jij je verschuilt besta je niet voor ze.’ Dus ik dwong mezelf.’
‘Tegen het eind van m’n studie besefte ik dat ik zonder Amerikaans paspoort of Greencard moeilijk aan een baan zou komen bij een groot advocatenkantoor of bij een prestigieuze universiteit. Ik was ooit rechten gaan studeren om iets te doen aan het onrecht in de wereld. Ik kwam er alleen vrij snel achter dat het in de rechtspraak vaak niet om rechtvaardigheid draait. Wetgeving richt zich veelal op belastingrecht, bedrijfsrecht, handelsrecht en huwelijksrecht, en dat vond ik onnoemelijk saai. Gelukkig ontdekte ik dat er zoiets bestond als mensenrechten. Ik dacht: dit is het, ik word mensenrechtenactivist.’
Zheng gaat als juridisch adviseur werken voor een aantal Ngo’s in New York. Na drie jaar geeft hij het op. ‘Tijdens het veldwerk raakte ik ontgoocheld. Bij sommige Ngo’s draait het vooral om politiek. Ze doen alsof ze om mensenrechten geven, maar het gaat ze om prestige. Ze pretenderen om diversiteit te geven, maar het is hypocriete diversity washing, want ze zullen een buitenlander als ik nooit een positie geven die er echt toe doet. Ik dacht: wat nu? Ik ben op mijn best als ik in alle rust zaken kan analyseren en onderzoeken. Ik dacht: misschien past een academische carrière wel beter bij mij.’
Zheng neemt ontslag en begint aan een master internationaal recht aan Columbia University. Enthousiast: ‘Bij internationaal recht en bij global law zie je pas echt hoe verschillende landen, culturen en rechtssystemen op het wereldtoneel op elkaar inwerken. In China is men geneigd te denken dat de regering boven alles staat en kan doen wat ze wil, en dat wij maar moeten gehoorzamen.
‘Toen ik mij in internationaal recht ging verdiepen besefte ik dat er wel degelijk regels en wetten zijn die de macht van regeringen en staten, die ik voorheen onaantastbaar achtte, kunnen begrenzen of op zijn minst kunnen reguleren. Dat zette mijn hele denken op zijn kop.’
Bespeur ik hier een zekere kritiek op China, voel je je vrij daar iets over te zeggen?
‘Dat hangt ervan af of je dat ook wil publiceren, want een simpel citaat kan al problemen opleveren.’
Behoedzaam: ‘Ik heb me als kind in China nooit onvrij of onderdrukt gevoeld. Pas toen ik daar wegging, zag ik dat het politieke systeem, en de vrijheid van meningsuiting die ik gewend was, verschilden van andere landen. Overigens denk ik dat het westerse beeld van China als een toonbeeld van mensenrechtenschendingen, ook niet helemaal correct is.
‘Vergeleken met 20, 30 jaar geleden leiden Chinezen grotendeels een vrij en fijn bestaan. Maar ik wil niet meer in China leven. Ik ken de dagelijkse situatie daar niet precies, maar ik weet wel dat ik de voorkeur geef aan de academische vrijheid en arbeidsomstandigheden in Europa.’

Nadat Zheng in 2018 zijn master internationaal recht heeft behaald gaat hij aan de slag als klerk voor de Zuid-Afrikaanse rechter Edwin Cameron. Een buitenkans, blikt hij terug. ‘De Zuid-Afrikaanse grondwet is een van de weinige ter wereld die eist dat de landelijke rechtbank het internationaal recht respecteert.’ In 2019 keert hij terug naar New York om onderzoek te doen aan zijn oude alma mater, Columbia Law School.
Als in 2020 de covid-epidemie uitbreekt en de wereldeconomie instort worden alle vacatures bevroren. Zheng vertrekt naar Geneve om te promoveren. Zijn hoop op een academische carrière in Amerika houdt hij voor gezien. ‘Aanvankelijk zag ik de Verenigde Staten als het land waar dromen waarheid werden. Gaandeweg besefte ik dat je als niet-witte buitenlander anders wordt behandeld. Columbia University en de University of California zijn relatief liberale bubbels, maar daarbuiten is het een ander verhaal.’
Terwijl je een man bent met een goede opleiding.
‘Maar dat boeit niemand op het eerste gezicht. Ze zien je gewoon als iemand die niet wit en niet blond is en die geen blauwe ogen heeft. De academische wereld is gesloten en de rechtspraak is een traditioneel werkveld, daar komt iemand als ik niet makkelijk tussen.
‘Als je bij een Ivy League universiteit hoogleraar wil worden, maak je minder kans als je niet je hele opleiding bij een Ivy League universiteit hebt gedaan. Bovendien moeten Amerikaanse universiteiten een werkvergunning en een verblijfsvergunning voor je regelen. Dat kost zoveel geld en moeite dat ze liever een Amerikaan aannemen, tenzij je uitzonderlijk goed bent.’
Voelde je je als Chinees in Amerika ook op straat als tweederangsburger behandeld?
‘Als je vanuit China, Afrika of het Midden-Oosten langs de Amerikaanse douane gaat, duurt dat veel langer dan met een Europees of Amerikaans paspoort. Zodra Donald Trump voor het eerst aan de macht kwam, kreeg ik steeds meer te maken met openlijk racisme. Ik herinner me een vrouw die op straat begon te schreeuwen: ‘Kutmexicaan, ga terug naar je eigen land!’ Ze zag niet eens het verschil tussen Aziaten en Latino’s.
‘Ik was bang dat ze zou gaan slaan. Achteraf werd ik zelf kwaad: waarom overkomt mij dit? Voordien had ik niet door dat de westerse wereld zo bezig is met identiteit, omdat mijn identiteit in China werd gezien als mainstream en oké. Maar zodra ik uit die omgeving stapte, besefte ik dat ieder aspect van je identiteit een label meekrijgt, waaronder de vraag of je wel een westers paspoort hebt.’
Sinds augustus 2023 ben je docent global law in Tilburg. Waarom koos je voor Tilburg?
‘Ik keek al langer naar Nederland, omdat in Den Haag alle internationale rechtbanken en tribunalen zitten. Nederlandse universiteiten hebben veel internationale rechtenstudies waar in het Engels wordt lesgegeven. Als ik hier wil lesgeven, moet de universiteit mijn werkvergunning en verblijfsvergunning betalen.
‘Tilburg was daartoe bereid. Het is een van de weinige universiteiten die openstaat voor medewerkers die overal vandaan komen, dus zodra ik de vacature zag was ik enthousiast. Toen ze mij aannamen wisten ze zelfs niet eens dat ik geen Europees paspoort had, maar daar hebben ze me nooit op aangekeken.’
Je voelde je welkom.
‘Absoluut. Het aannameproces bij de universiteit was heel zorgvuldig, er werd zelfs iemand ingehuurd die mij hielp bij de verhuizing en bij het landen binnen de organisatie. Dat niveau van dienstverlening is zeldzaam in de academische wereld.’ Zheng glimlacht. ‘Alles in Nederland verloopt efficiënt, gestroomlijnd en betrouwbaar, behalve de treintijden.’
Wat herinner je je van de eerste tijd in Tilburg?
‘Het viel me op dat faculteitsmedewerkers vrij autonoom werken, misschien omdat de faculteit veel groter is dan wat ik ken vanuit Amerika. Nederlandse collega’s maken niet snel een praatje als daar geen reden toe is. Zolang ze je niet kennen zijn ze gereserveerd en vermijden oogcontact. Zodra het ijs gebroken is, gaat het wel.
‘Het enige waar ik van schrok was dat kort na mijn komst de extreemrechtse partij PVV de meeste stemmen kreeg bij de landelijke verkiezingen. Dat zoiets zou gebeuren in Nederland had ik nooit verwacht. Veel vrienden in het buitenland vonden het ook heftig, omdat zij Nederland altijd zagen als een progressief en links baken. Maar in Nederland bleef het opvallend stil.
‘Ik vroeg aan mijn Nederlandse vrienden en collega’s waarom Nederlanders veel minder geschokt waren over de winst van Wilders dan Amerikanen toen Trump de eerste keer tot president werd verkozen. Een collega legde uit dat Nederlanders het altijd zo goed hebben gehad dat ze niet de noodzaak voelen om zich zorgen te maken over de gevolgen, wanneer een extreemrechts kabinet aantreedt.’
Hoe beleef je de sfeer op de campus, vergeleken met universiteiten in China?
‘Nederlandse universiteiten geven minder om hiërarchie. In Tilburg worden studenten aangemoedigd om zich uit te spreken als ze ergens mee zitten. In China spreek je je docenten alleen aan voor serieuze kwesties die betrekking hebben op je studie, je gaat niet met ze kletsen over persoonlijke zaken of problemen.
‘Ik heb het gevoel dat we studenten continu alles voorkauwen’
‘Ik denk dat we het onze studenten te makkelijk maken. In China en Amerika word je in het diepe gegooid en moet je zelf je literatuur en jurisprudentie bij elkaar zoeken. Hier wordt alles in pdf aangereikt, je wordt stap voor stap aan het handje genomen. Dat geldt niet alleen voor Tilburg, ik zie dat bij meer Nederlandse universiteiten.’
Hoe kijk je daarnaar als docent?
‘In het begin vond ik het tamelijk absurd, sommige studenten konden niet eens iets vinden op Google! Kennelijk durfden ze zelfs hun medestudenten niet om hulp te vragen, want ze kwamen in paniek naar mij toe met het verhaal dat ze hun huiswerk niet hadden gedaan. Ik heb het gevoel dat we studenten continu alles voorkauwen in plaats van dat we uitdagen en ze leren om zelfstandig te studeren.’
Wat is het gevolg van die aanpak?
‘Het gemiddelde opleidingsniveau in Nederland ligt hoger dan elders, omdat mensen sneller worden toegelaten tot de universiteit en omdat docenten er alles aan doen om ze te laten afstuderen. Maar ik betwijfel of alle studenten helemaal klaar zijn voor de arbeidsmarkt, waarbij ze het echt zelf moeten gaan doen.
‘Zodra studenten het moeilijk hebben met hun studie, helpt de universiteit ze uit de brand. Maar als je je als werknemer een keer niet lekker voelt, zul je linksom of rechtsom je schouders eronder moeten zetten. Zolang je binnen de Nederlandse rechtspraak aan de slag wil is het misschien niet zo’n probleem, maar studenten die een internationale carrière ambiëren zullen het lastig krijgen, want zij moeten concurreren met studenten uit landen waar je zelfstandiger wordt opgeleid.
‘De wereldwijde universitaire arbeidsmarkt is competitief en krimpt steeds meer. Zodra er ergens een baan vrij komt, pak je je kans, waar dan ook. Veel mensen stuiteren na hun promotie van fellowships naar postdocs en verhuizen continu.’
Amnesty International publiceerde in mei 2024 een onderzoek waaruit bleek dat Chinese studenten op westerse universiteiten door de Chinese overheid in de gaten worden gehouden en dat hun familieleden in China ernstig worden geïntimideerd als studenten zich hier negatief uitlaten over China. Herkent Zheng deze verhalen?
‘Dit heb ik zelf niet meegemaakt, maar dat komt ook omdat ik bewust niet werk aan kwesties die te maken hebben met China, want ik wil niet dat mijn familie in de problemen komt. Veel mensen vragen me waarom ik me nooit met China bezighoud, maar ik identificeer me niet meer met die cultuur.’
Beschouw je jezelf niet meer als Chinees?
‘Ik zit in de bizarre situatie dat ik een Chinees paspoort heb, maar me niet meer volledig identificeer als een Chinees. Ik woon al de helft van mijn leven buiten China, en ik denk niet dat de gemiddelde Chinees zich met mij identificeert. Als ik in China ben heb ik het gevoel dat ik er niet meer helemaal bij hoor, want het leven draait daar om het scannen van QR-code’s en je sociale credits. China behoort voor mij tot het verleden, ik leef nu heel anders.

‘Voor de meeste Chinezen staat hun familie bovenaan en is het heel gewoon om ze drie of vier keer in de week te bezoeken. Ik ben sterk gericht op mijn privacy, ik ben er niet meer aan gewend om de hele tijd omringd te zijn door mensen. Het is daar niet gebruikelijk om je ouders tegen te spreken als je vindt dat ze iets idioots zeggen, je stopt dat gewoon weg.
‘Maar tegenwoordig ga ik volop de discussie aan als mijn ouders iets beweren dat volgens mij niet klopt. Ik ben niet meer het verlegen jochie dat het ze altijd maar makkelijk maakt, daar moesten ze aan wennen. De generatie van mijn ouders is opgevoed met de gedachte dat het leven in China het beste is en je alles geeft wat je hartje begeert.’
Hoe vinden je ouders het dat je nu in Nederland woont?
‘Aanvankelijk dachten ze dat een internationale opleiding mij goed zou voorbereiden op een mooie toekomst in China. Maar terugkeren was nooit mijn plan.’
Dat had je ze niet verteld?
‘Ik heb daar alleen op gezinspeeld, daarom vond mijn vader het goed dat ik vertrok. Mijn moeder had het er heel moeilijk mee. Als enig kind was ik alles voor haar. Zoals veel Chinezen denken mijn ouders dat je alleen een intieme band kunt hebben als je dichtbij elkaar woont, daarom verhuizen Chinese families nooit. Mijn ouders waren lang geobsedeerd door het idee dat ik na mijn studie naast ze zou komen wonen. In de loop der tijd hebben ze me in verschillende landen bezocht en zijn ze gaan inzien dat je ook elders een mooi leven kan leiden.’
‘Ik heb mijn best gedaan om mijn ouders te laten zien dat ze hun zoon niet aan de westerse moraal zijn verloren. In het begin maakten ze zich zorgen, omdat hen een verkeerd beeld wordt voorgespiegeld van het leven buiten China. Zij denken dat de westerse wereld een wetteloze chaos is waar de seksuele moraal is losgeslagen en vrouwen te veel macht hebben gekregen. Ze geloven dat iedereen een wapen bezit en elkaar kan vermoorden. Het enige wat ik kan doen is daar mijn perspectief tegenoverstellen, en daar vertrouwen ze op, want ik ben hun zoon.’
Je functioneert als een soort cultureel vertaler voor ze.
‘Ik probeer ze het verschil uit te leggen tussen wat zij hebben gehoord en wat er daadwerkelijk is gebeurd. Afgelopen juni waren ze ongerust omdat ze filmpjes hadden gezien van massaprotesten in Frankrijk. De extreemrechtse partij van Marine Le Pen had bij de Europese verkiezingen een flinke zetelwinst behaald. President Macron ontbond daarna het parlement, om te verhinderen dat extreemrechts de macht zou grijpen.
‘Mensen gingen massaal de straat op, omdat links vervolgens de meerderheid behaalde. Maar mijn ouders hadden gehoord dat er een revolutie was uitgebroken en dat het helemaal misging in Frankrijk. Zo gaat het de hele tijd. Ondertussen wordt de situatie in China ook niet altijd correct beschreven door westerse media. Soms lees ik dat heel China in armoede zou leven, maar vervolgens zie je dat alleen de armste streken eruit zijn gelicht.’
Zheng staat op. ‘Tijd voor wat snacks, toch?’ Orazio, zijn kleine bulldog, volgt in zijn kielzog naar de keuken. Op zijn Instagram feed poseert Zheng bijna op elke foto trots naast zijn huisdier. Ze zijn onafscheidelijk. ‘Vroeger wist ik me omringd door de zorg en steun van mijn familie, zolang ik maar hard studeerde. Orazio is het eerste wezen waar ik zelf voor moet zorgen. Hij is drie jaar oud en heeft een Europees huisdierenpaspoort. Want dat betreft staat hij er beter voor dan ik.’
In de anderhalf jaar dat Zheng nu in Nederland woont, was hij te druk met promoveren, lesgeven en wennen aan zijn nieuwe omgeving om al nieuwe vrienden te maken, vertelt hij. Op de vraag of hij zich onderdeel voelt van de Chinese gemeenschap op de campus, schudt hij beslist het hoofd. ‘In ieder land zie je Internationals samenklitten, maar ik hou daar niet van. Waarom zou je zoveel geld en energie spenderen om in het buitenland te studeren en te werken als je vervolgens alleen maar omgaat met Chinezen?’
Om de dag videobelt hij met zijn ouders. Een recente Instagram-post toont Zheng met zijn ouders in een Rotterdams restaurant. Een langverwachte reünie na jaren, schrijft hij enthousiast, om droogjes te vervolgen: Those smiles lasted for around 4 minutes before they started asking why I still don’t have kids.
Sinds 2023 heeft hij een relatie op afstand met een ruimtevaartkundige die in Genève woont, maar dit is niet iets wat hij deelt met zijn ouders. ‘Mijn ouders weten dat ik gay ben, maar ik probeer het niet eens meer te bespreken, want ik loop tegen een muur op. We zijn heel close, maar bij dit onderwerp blijven ze angstvallig uit de buurt.’
Hoe voelde het om als homoseksuele jongen op te groeien in China?
‘Mijn identiteit bestond daar niet. Vanaf een jaar of zeven wist ik dat ik op jongens viel, maar ik dacht: verder ben ik gewoon het perfecte kind dat hard studeert en alles doet wat mijn ouders van mij verlangen. Toen ik rond mijn 14e toegang kreeg tot internet ontdekte ik pas dat er een definitie bestond voor wat ik voelde en, belangrijker, dat ik niet de enige was. Er waren nog veel meer jongens zoals ik. Dat besef steunde me.’
In hoeverre vind je het belangrijk dat je hier in Nederland openlijker gay kunt zijn dan in je vaderland?
‘Het niet de hoofdzaak, maar het speelt zeker mee. Maar vergis je niet, het ongemak en de beperkingen die je ervaart als gay man in China, komen niet per se van overheidswege. Toegegeven, je geniet geen bescherming als homoseksueel, maar er is in China ook geen sprake van een politiek, beleidsmatig of juridisch systeem dat homoseksuelen tegenwerkt of vervolgt. Het probleem zit echt bij die oudere generatie, die een vastomlijnd idee heeft over hoe een gezin er uit zou moeten zien.
‘Het zijn de gezinnen die de verandering tegenhouden en je leven moeilijk maken. Met mijn vrienden en neven en nichten kan ik het gewoon bespreken, we steunen elkaar. Ook zij kunnen niet openlijk homoseksueel zijn, alleen onder elkaar. Er gaapt een enorme kloof tussen de generaties, alsof je naar twee verschillende China’s kijkt. Het zijn parallelle universums.’
Ben je van plan om voor langere tijd in Nederland te blijven?
‘Op zich wel. Ik heb een aanstelling voor vijf jaar. Onlangs ben ik begonnen met een serieuze taalcursus, want met elke dag een half uurtje Duolingo in de trein kwam ik niet verder. De universiteit overweegt op dit moment om alle studenten en personeelsleden dwingende taaleisen op te leggen. Het is maar te hopen dat de Nederlandse overheid de Engelstalige studierichtingen niet stopzet, want dan zal ik mijn verblijf moeten heroverwegen.’
Mis je iets van China?
‘De plek zelf mis ik niet, maar ik mis mijn oude vrienden, en ik mis de directe steun en hulp van mijn familie. Als ik ziek word komt niemand mij helpen. Veel oude klasgenoten en vrienden zijn net als ik na hun afstuderen over de hele wereld uitgewaaierd.
‘We zien elkaar niet vaak, maar hun vriendschap is mijn anker. Soms heb ik het gevoel dat ik nergens meer echt thuishoor. Misschien verlies ik daarmee een vastomlijnd kader of identiteit waarmee ik mezelf kan definiëren, maar hoe erg is dat? Dat geeft me ook de vrijheid om me overal thuis te voelen.’
OVER JUNTENG ZHENG, 1990, JIAOLING, CHINA
2011 – 2013 Bachelor rechten, Renmin University of China, Beijing, China
2013 – 2016 Juris Doctor, University of California, Davis, Verenigde Staten
2016 – 2017 UC Davis Presidential Public Service Legal Fellow, New York, United States
2017 – 2018 Master internationaal recht, Columbia University, New York, New York, Verenigde Staten
2018 – 2019 Klerk, Constitutioneel Hof van Zuid-Afrika
2019 – 2020 Mark Haas Fellow, Columbia University, New York, Verenigde Staten
2022 – heden Promotieonderzoek Internationaal Recht, Geneva Graduate Institute, Zwitserland
2022 – 2023 Onderzoeker International Law Commission, Verenigde Naties, Zwitserland
2023 – heden Docent Global Law, Tilburg University