Van boomers tot Gen Z’ers: zijn ze echt zo verschillend?
Gen Z wil niet werken, boomers klagen alleen maar en millennials zijn zelfingenomen. Er worden allerlei eigenschappen aan generaties toegeschreven, maar klopt daar eigenlijk wel iets van? Socioloog Bram Peper schept duidelijkheid.

Interieurs worden bestempeld als ‘millennial gray’, mensen van boven de vijftig krijgen ‘ok boomer’ naar hun hoofd geslingerd en alle generaties lachen om video’s als ‘Gen Z schrijft het marketingscript’. De verdeling van mensen in generaties is overal terug te vinden.
Maar zegt de generatie waarin je geboren bent echt iets over je als persoon? En waar komt deze indeling eigenlijk vandaan? Bram Peper, socioloog aan de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, schept duidelijkheid over generaties en de vooroordelen die ermee gepaard gaan.
De geschiedenis van generaties
‘Generaties werden voor het eerst in 1928 benoemd door de socioloog Karl Mannheim. Volgens hem vormen mensen uit een bepaalde periode, die ook een gedeelde en impactvolle levenservaring hebben, een generatie,’ vertelt Peper. Bij zo’n gedeelde ervaring kun je denken aan zure regen, de digitalisering of 9/11.
Deze opvatting werd later overgenomen door en steeds bekender bij het grote publiek. Vanaf de Tweede Wereldoorlog ontstond een reeks generaties met telkens ongeveer vijftien jaar ertussen, van de welbekende babyboomers, die na de oorlog in grote getalen werden geboren, tot de nieuwste generatie Alpha, geboren na 2010.
Onderzoek naar generaties
Er is steeds meer aandacht voor generaties en de eigenschappen die ermee gepaard zouden gaan. Maar kun je alle mensen binnen een generatie wel over één kam scheren? Peper: ‘De socioloog Martin Schröder onderzocht deze vraag gedurende ruim veertig jaar. Zijn conclusie? Er zijn geen significante verschillen tussen generaties.’
‘De variatie binnen een generatie is groter dan de variatie tussen generaties. Met andere woorden: je kunt als Gen Z’er meer overeenkomsten hebben met iemand uit de patatgeneratie dan met iemand uit je eigen Gen Z-generatie,’ licht Peper toe.
Maatschappelijke veranderingen
Toch zijn er wel degelijk verschillen tussen hoe mensen van verschillende leeftijden naar de wereld kijken. Zo hebben jongeren een ander idee over het belang van werk dan vijftig- of zestigjarigen. Ze zijn minder geïnteresseerd in werk dan ouderen. Dat was vroeger zo en dat is nu nog steeds zo. Dit ligt niet aan de werkethiek van een generatie, maar aan de fase in het leven waarin iemand zich bevindt: het leeftijdseffect.
Daarnaast speelt het periode-effect een rol, aldus Peper. Grote maatschappelijke veranderingen in een bepaalde periode, zoals technologische of economische ontwikkelingen, hebben invloed op iedereen, ongeacht leeftijd.
Neem de komst van het internet, dat de manier waarop we werken fundamenteel heeft veranderd. Waar mensen vroeger vooral op kantoor werkten, is thuiswerken en online geld verdienen nu voor veel beroepen de norm geworden. Dit geldt niet alleen voor jonge generaties, maar ook voor oudere werknemers die zich hebben aangepast aan deze nieuwe realiteit.
Toch wordt vaak gezegd dat twintigers tegenwoordig geen sterke werkmentaliteit hebben. Oudere generaties vergelijken hen met hoe zijzelf vroeger werkten, maar vergeten daarbij één belangrijk punt: niet alleen twintigers kijken anders naar werk – zijzelf ook. Door maatschappelijke ontwikkelingen zijn ideeën over werk en privéleven bij iedereen veranderd.
Hokjes werken makkelijk
Bestaan generaties dan helemaal niet? ‘Generaties bestaan zeker, maar dan binnen families. Kinderen, ouders en grootouders vormen allemaal een andere generatie. Het is dus niet gek dat we in die termen denken,’ zegt Peper.
Daarnaast vinden mensen het prettig om in kaders te denken. Een generatie labelen kan overzichtelijk werken. Dat is op zich niet erg, vindt Peper, maar wetenschappelijk bewijs voor generaties als gedragsbepalende factor ontbreekt.
Het wordt pas problematisch als mensen worden uitgesloten op basis van hun generatie. ‘Als je bijvoorbeeld stelt dat Gen Z’ers niet willen of kunnen werken en hen daarom anders behandelt, ben je verkeerd bezig,’ stelt Peper. En als iemand je toch ‘ok boomer’ of ‘Gen Z kan niet werken’ toeroept? Dan heeft Peper een simpel advies: ‘Trek je er niks van aan, want het is écht nergens op gebaseerd.’