Vrouwelijke inhaalslag in de wetenschap
Vrouwelijke wetenschappers zijn bezig met een inhaalslag. Vooral in de sociale wetenschappen presteren zij vaak beter dan hun mannelijke collega’s. Dit blijkt uit een onderzoek van het Rathenau Instituut, de Vrije Universiteit en het Leidse onderzoeksinstituut CWTS.
De gevestigde generatie mannelijke wetenschappers publiceert nog altijd meer dan hun vrouwelijke collega’s. Ook worden zij vaker geciteerd. Maar de nieuwe generatie vrouwelijke wetenschappers is druk bezig om deze scheve verhouding recht te trekken. In de sociale wetenschappen zijn vrouwen nu zelfs beter vertegenwoordigd als het gaat om meest-gepubliceerde en meest-geciteerde onderzoeken.
De onderzoekers concluderen dan ook dat “genderverschillen in wetenschappelijke prestaties aan het verdwijnen zijn.” En dat is opmerkelijk, want Nederland heeft in vergelijking met andere landen relatief weinig vrouwen in de top van de wetenschap. In het Lissabon akkoord van 2000 werd afgesproken dat een kwart van de hoogleraren in de EU in 2010 vrouwelijk moest zijn. Eind 2010 stond het aantal vrouwelijk hoogleraren in Nederland op dertien procent. Vooral op de gebieden Natuur, Techniek en Economie zijn vrouwen ondervertegenwoordigd.
Nederlandse universiteiten voeren al langer een stimuleringsbeleid om de positie van vrouwen te verbeteren. Het lijkt erop dat het beleid langzaam zijn vruchten begint af te werpen. Volgens het onderzoek is met de toename van het aantal vrouwelijke onderzoekers, ook het aantal vrouwelijke topwetenschappers flink gestegen.
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het Tijdschrift voor Genderstudies. Titel: “Presteren mannelijke onderzoekers nog altijd beter dan vrouwen?”