Weinig vrouwen in wetenschappelijke top
De top van de wetenschappelijke apenrots in Nederland blijft het domein van mannen. Slechts 14,8 procent van de Nederlandse hoogleraren is vrouw. Daarmee staat Nederland in de onderste regionen van de Europese ranglijst.
Dit blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012 die vandaag is gepubliceerd. Opvallend is dat de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke studenten in Nederland inmiddels is recht gestreken. Sterker nog, er lopen tegenwoordig meer vrouwen rond met een universitair diploma dan mannen. Bij de promovendi zijn vrouwen ook nog goed vertegenwoordigd met 44,7 procent.
Maar daarna geldt: hoe hoger op de wetenschappelijke ladder, hoe minder vrouwen. Slechts 33 procent van de universitaire docenten is vrouw. Qua universitaire hoofddocenten ligt het percentage vrouwen op 21,5 procent en qua hoogleraren op 14,8 procent. Er mag met recht worden gesproken van een glazen plafond.
Europa
Daarmee haalt Nederland de door de Europese Unie gestelde norm van 25 procent vrouwelijke hoogleraren bij lange na niet. Op België, Cyprus en Luxemburg na heeft Nederland het laagste percentage vrouwelijk hoogleraren van Europa.
Toch groeit het percentage vrouwelijke wetenschappers in Nederland gestaag. Het percentage vrouwelijke hoogleraren groeide van 3,4 procent in 1991 naar 14,8 procent in 2011. Maar die stijging is geen aanleiding voor een jubelstemming. Als het percentage vrouwelijke hoogleraren in dit tempo doorgroeit, zal de Europese norm van 25 procent pas in 2025 worden gehaald.
Lager salaris
Vrouwen in de top van de wetenschap krijgen ook minder betaald. Het percentage vrouwen in de laagste salarisschaal is bij hoogleraren bijna een kwart hoger dan het percentage mannen. Dit verschil blijft ook bij de nieuwe generatie wetenschappers intact.
Universiteiten
De Radboud Universiteit Nijmegen heeft het hoogste percentage vrouwelijke hoogleraren: 20,6 procent. Daarna volgen Groningen en Leiden. De technische universiteiten scoren traditiegetrouw slecht: de Technische Universiteit Eindhoven heeft slechts 5,7 procent vrouwelijke hoogleraren. De Universiteit van Tilburg scoort 11,7 procent, en ligt daarmee onder het landelijke gemiddelde van 14, 9 procent.
De Monitor Vrouwelijke Hoogleraren wordt sinds 2002 elke drie jaar gepubliceerd door de Stichting de Beauvoir. Voor de monitor werkte de stichting samen met het Landelijke Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH), de Vereniging van Universiteiten (VSNU) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU).