VK: Universiteiten van kwaliteit naar kwantiteit
Het aantal studenten per docent is sinds 2000 bijna verdubbeld, deels doordat het aantal studenten steeg terwijl het aantal medewerkers gelijk bleef en ook doordat 4000 fte’s aan onderwijs zijn omgezet in onderzoek.
Dat schrijft historicus Rutger Bregman in de weekendbijlage van de Volkskrant, waarin een lang artikel staat over hoger onderwijs, diplomafabrieken, kwantiteit en kwaliteit.
Ten opzichte van de jaren tachtig zijn de uitgaven per student meer dan gehalveerd, terwijl de overhead is blijven groeien, aldus het dagblad. Meer dan 30 procent van het budget gaat tegenwoordig naar ‘ondersteunende diensten’. Tussen 2005 en 2010 steeg het aantal managers met 18 procent en nam het aantal pr-medewerkers met 34 procent toe.
Het artikel beschrijft de historische ontwikkeling van professorenuniversiteit naar democratische universiteit en bureaucratische universiteit.
Enkele opvallende alinea’s uit het VK-artikel:
Aan de Universiteit van Amsterdam worden docenten politicologie met een tijdelijke aanstelling betaald per afgeronde scriptie. Het hoofd P&O: “We moeten wel geld hebben om docenten mee te kunnen betalen en dat krijgen we alleen binnen wanneer onze studenten afstuderen. Betaling naar prestatie zul je dus meer en meer gaan zien op de universiteit.”
De gevolgen van 50 procent meer studenten in slechts tien jaar tijd laten zich raden: het niveau is gedaald. ‘In de afgelopen tien jaar durfde ik de moeilijkere vragen niet meer in een examen op te nemen: ik moest immers op het slagingspercentage letten’, zei hoogleraar chemie Gerard Fleer bij zijn vertrek in 2007.
Niemand heeft de ontwikkeling van de afgelopen twintig jaar beter samengevat dan aankomend voorzitter van de Universiteit Utrecht, Marjan Oudeman (AkzoNobel, NS, ABN Amro). Een paar jaar geleden zei ze in Buitenhof dat ze ‘net zo goed een multinational op het gebied van koekjes bakken’ zou kunnen leiden.
