Analyse concept strategisch plan: TiU in spagaat
Tilburg University gaat bezuinigen op ondersteunende diensten zoals het International Office, HRM, ICT en het Alumni Office. Deze diensten worden samengevoegd om de efficiëntie te vergroten. Het geld dat daarmee wordt bespaard, wordt in de verbetering van kwaliteit van onderwijs en onderzoek gestoken. Dat blijkt uit het concept strategisch plan 2014-2017 dat in de herfstvakantie naar de Universiteitsraad is gestuurd. Univers bekeek het plan op logica, samenhang en uitvoerbaarheid.
Een spagaat of een kip-ei-kwestie? Het maakt niet uit hoe je het noemt. Tilburg University verkeert in een lastige positie. Aan de ene kant wil TiU meer kwaliteit. Excellente onderzoekers, studenten die goed en gemotiveerd zijn. Het liefst selecteert de universiteit haar studenten voor de poort. Weg met de zesjescultuur. En promovendi die met hakken over de sloot gaan? Liever ook niet. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Aan de andere kant heeft Tilburg te maken met de werkelijkheid van alledag. De universiteit kan het zich financieel niet permitteren om al te kieskeurig te zijn. De universiteit krijgt van de overheid geld per student en per afgeronde promotie. De instroom van eerstejaars studenten daalt al twee jaar op rij. En als alleen promovendi met een tien de eindstreep mogen passeren, gaat de uni op termijn bankroet.
Het studentenaantal (eerstejaars) daalde van circa 2200 in 2010/2011 naar circa 1800 dit collegejaar. Enerzijds wordt dat veroorzaakt door demografische factoren, anderzijds is er kritiek op de kwaliteit van onderwijs en faciliteiten. De universiteit scoort relatief slecht bij de Nationale Studenten Enquête (NSE). Vroeger kozen middelbare scholieren uit Brabant en Zeeland bijna automatisch voor Tilburg. Inmiddels heeft de universiteit concurrentie van -met name- de universiteiten van Rotterdam en Nijmegen die op middelbare scholen buiten de driehoek Waalwijk, Breda, Den Bosch werven. Van Oss naar Nijmegen is immers bijna net zo ver als van Oss naar Tilburg. Dat tij moet gekeerd worden. Doel is groei van het marktaandeel (instroom) eerstejaars van 4,7 procent in 2013 naar minimaal vijf procent in 2016. Het lijkt te verwaarlozen, maar financieel levert het ruim 2 miljoen euro op.
Beter onderwijs
Met neonletters op het pand zetten dat je de beste bent, is niet langer voldoende, realiseert de universiteit zich. “De resultaten van de NSE worden vertaald naar concrete verbeterplannen,” aldus de bestuurders in hun plan. Er komen meer docenten en om de kwaliteit van de docenten te verbeteren, gaan de BKO-eisen (Basiskwalificatie Onderwijs) omhoog. In 2011 had 4,5 procent van de docenten aan de universiteit dit bewijs van didactische bekwaamheid op zak. In 2017 moet dat 66 procent zijn. “We maken voor deze uitbreiding en professionalisering geld vrij door middelen anders te bestemmen binnen onze begroting, ” schrijft het CvB.
Het onderwijs lijkt ook nog teveel op dat uit de vorige eeuw. Er komen daarom minstens drie pilotprojecten per jaar op het gebied van onderwijsvernieuwing. TiU denkt dan onder meer aan weblectures, digitaal toetsen, online peer review en MOOCs. Succesvolle projecten worden breed uitgerold.
Ook wordt het onderwijs inhoudelijk veranderd. Het universitair onderwijs onderscheidt zich niet genoeg van dat op het hbo. Momenteel krijgen studenten bij veel studies pas in het tweede jaar het eerste wetenschappelijke artikel voor hun kiezen. Soms realiseren studenten zich zelfs niet dat een universiteit ook aan onderzoek doet. TiU kiest voor een nieuw onderwijsconcept, A Learning Society. Dit concept is gebaseerd op het succesvolle Research Based Learning bij TiSEM. Studenten krijgen voortaan bij hun studie vanaf de eerste dag te maken krijgen met onderzoek. Ze krijgen direct wetenschappelijke artikelen voorgeschoteld. De universiteit gaat daarmee doen waar ze als hoogste orgaan in het hoger onderwijs eigenlijk voor bedoeld is. Opleiden voor de wetenschap.
Als het studentenaantal door al deze maatregelen inderdaad weer stijgt, loopt het spaarbankboekje vanzelf vol. De kosten gaan echter voor de baten uit. Er is veel geld nodig om het onderwijssysteem te verbeteren. Met duizenden euro’s kom je er niet, noch met een miljoen. En dat geld is er niet. De universiteit had ooit flink wat Algemene Reserves, maar die zak met geld is sinds 2011, toen de overheid onverwacht de geldkraan deels dichtdraaide, flink geplunderd. De universiteit kampt met forse financiële tekorten. Volgend jaar moeten alle faculteiten weer een sluitende begroting hebben, maar geld op de spaarrekening is er niet. Het geld om te investeren in Onderzoek & Onderwijs zal ergens anders vandaan moeten komen. In het strategisch plan zoeken de bestuurders naar verschillende manieren om snel aan geld te komen.
Bezuinigingen
“Kiezen voor slanker, slagvaardiger en flexibeler,” zo schrijven ze. “Onze organisatie is nu weinig ondoorzichtig, complex en versnipperd,” meent het CvB. De bestuurders hebben een punt. Het kan efficiënter. Grofweg een decennium geleden is op de universiteit gekozen voor decentralisatie. Ondersteunende diensten worden nog steeds deels centraal aangeboden (bijvoorbeeld Student Services), maar daarnaast heeft nu iedere faculteit een eigen hr-afdeling en een eigen it-helpdesk. Dat leek destijds een goed plan, zo kon optimaal gebruik gemaakt worden van gespecialiseerde kennis. In de praktijk komt het er op neer dat het wiel vaak opnieuw wordt uitgevonden. Om een willekeurig voorbeeld te noemen: de it-afdeling van de ene faculteit weet vaak niet wat de it-afdeling van de andere faculteit doet. Ook wordt er binnen de universiteit enorm veel tijd besteed aan overleg.
In 2012 zei toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra al dat hij de overheadkosten in het hoger onderwijs te hoog vond. Ze moeten dalen. Volgens sommige berekeningen liggen de overheadkosten zelfs op vijftig procent. Het ligt er aan hoe je rekent. Zo wordt laboratoriumpersoneel en IT-ondersteuning ook tot overhead gerekend, maar het is wel noodzakelijk voor onderwijs of onderzoek. In 2012 rekende Berenschot daarom op verzoek van de VSNU uit wat de zuivere overheadkosten waren: 25 procent, nog steeds hoger dan in het bedrijfsleven.
Het CvB schrijft: “De afgelopen jaren is op verschillende momenten naar met name de ondersteunende organisatie gekeken. Alle trajecten waren erop gericht om de dienstverlening efficiënter, transparanter, slagvaardiger en met een vergroting van de kwaliteit in te richten. Vastgesteld moet worden dat adviezen slechts deels zijn overgenomen en geïmplementeerd. Ook zijn trajecten gestagneerd of stopgezet”. Schotten tussen de diensten onderling en tussen de diensten en faculteiten zijn volgens de bestuurders blijven bestaan.
Reden genoeg om de decentralisering terug te draaien. Diensten zoals het International Office, HRM, ICT, onderwijsondersteuning (zoals studentenbalie, roostering, tentamenplanning, surveillance) en het Alumni Office worden samengevoegd. Hoeveel dit financieel oplevert en welke banen er door de reorganisatie verdwijnen, is niet bekend. “Deze nieuwe, slagvaardige organisatie zal in 2014 verder worden uitgetekend en in 2015 vorm moeten krijgen,” aldus het CvB.
Onderzoekssubsidies
Ook op onderzoeksgebied zoekt de universiteit naar manieren om de inkomsten te vergroten. Zo wil TiU meer Europese subsidies binnenhalen. Het bedrag moet stijgen van 4,5 miljoen euro (2010-2012) naar 6,7 miljoen euro. Om dat te bereiken moet iedere faculteit (behalve theologie) jaarlijks minstens twee aanvragen voor een Starting Grant of Advanced Grant (ERC) indienen. Tussen 2014 en 2017 wil de universiteit met vijftig projecten van Horizon 2020 meedoen, het nieuwe Europese financieringsprogramma voor onderzoek en innovatie. Om de kans op succes te vergroten zet TiU in op vier thema’s die passen bij het Horizon 2020-programma. Health, care and aging; Labor, social security and entrepreneurship; Social cohesion and security in a connected society; en Sustainability. De afgelopen maanden bekeken teams van wetenschappers of de universiteit zich duidelijk kan profileren met deze thema’s en werden white papers opgesteld. Uit dit onderzoek blijkt dat de keuze voor vier absolute thema’s weinig meerwaarde biedt. Wel zullen de onderzoekers multidisciplinair aan de thema’s blijven werken.
Ook in Tilburg zelf moet er meer verdiend worden aan onderzoek. Hoogleraren moeten voortaan meer promovendi naar de eindstreep begeleiden. “Omdat wij relatief achterblijven bij landelijke ontwikkelingen, hanteren we als richtlijn dat hoogleraren gemiddeld 0,9 promotie per jaar afronden.” Dat aantal ligt nu rond de 0,7. Net als bij de studenteninstroom, lijkt het verschil te verwaarlozen. Financieel gaat het per afgeronde promotie echter om 90.000 euro. Reken uit je winst. Ook hier duikt de kwaliteitsspagaat weer op. De promovendi zullen niet allemaal met een tien de eindstreep kunnen halen, TiU zal genoegen moeten nemen met een zes of een zeven.
Conclusie
De eerste versie van het concept-plan werd in juni naar de Universiteitsraad gestuurd, het betreft nu een tweede versie. De kritiek van de fracties uit het voorjaar is deels meegenomen. Zo probeert het CvB een betere definitie van social innovation te geven en zijn de plannen concreter (en omschreven als key performance indicators).
Op logica en samenhang scoort het plan ruim voldoende. Als de kwaliteit van onderwijs en onderzoek verbetert, zullen meer en betere studenten en betere onderzoekers naar Tilburg willen komen. Wat nog openstaat is de hoe-vraag. Hoe gaat de universiteit haar doelen waarmaken? Neem bijvoorbeeld het plan om meer Europees geld binnen te halen. Dat is niet geheel nieuw, noch zijn de onderzoeksthema’s dat. TiU heeft al onderzoekers die zich bezighouden met gezondheid, arbeidsmarkt en duurzaamheid. Tot op heden levert dat financieel weinig op. Zo kreeg de universiteit tot nu toe binnen het zevende kaderprogramma (KP7) van de Europese Unie in zes jaar tijd slechts twee keer onderzoekssubsidie overgemaakt vanuit de de European Research Council (ERC). Ter vergelijking: er zijn tot op heden 330 beurzen vergeven, aldus de ERC. 193 Starting Grants and 137 Advanced Grants. De concurrentie voor deze subsidies is moordend. Bovendien heeft Tilburg volgens insiders niet altijd de beste netwerkpartners, is het netwerk (lobby) in Brussel nog niet goed genoeg, is er bij Tilburgse wetenschappers weinig animo om een ERC-aanvraag in te dienen en wordt er meer geld aan medische wetenschappen gegeven. Hoe TiU haar doelstelling wil waarmaken, is niet duidelijk.
Ook wil de universiteit meer samen werken met andere universiteiten, onder andere met Eindhoven. Geen verkeerd idee, Eindhoven is vanwege het technische profiel geen concurrent. Tevens kun je je richting het buitenland beter als Universiteit Brabant profileren dan als Universiteit Tilburg. Het is echter geen geheim dat de liefde om samen te werken voorlopig voornamelijk van een kant komt. Hoe gaat de universiteit zorgen dat ze geen blauwtje loopt?
Dezelfde hoe-vraag duikt op bij de bezuinigingen bij de diensten. De universiteit schuift met een goede reden geld van vestzak naar broekzak. Onderwijs en onderzoek zijn de kernpunten van een universiteit, het is niet vreemd daarin te willen investeren en in ondersteuning te snijden. Er kan echter ook een moment aanbreken dat je zoveel wegbezuinigt dat de dienstverlening aan studenten of medewerkers in gevaar komt. Waar dat omslagpunt ligt -en hoeveel er überhaupt bespaard kan worden- staat in dit concept-plan niet genoemd.
Bovendien staat er in het conceptplan vooral wat de universiteit wel gaat doen. Bij een scherper profiel en bij het maken van keuzes hoort ook beantwoording van de vraag wat de universiteit niet gaat doen, zei het CvB in het verleden. Verdwijnen er ook studies of zwakke onderzoeksdisciplines? Daar staat niets duidelijks over papier, behalve over het decentraliseren van de diensten en over het besparen op vastgoed.
Mogelijk hebben de bestuurders daar wel gedachten over. Niet voor niets werd aan het plan ruim een jaar gewerkt. Die gedachten zijn evenwel (nog) niet op papier gezet. Een strategische visie schetst de hoofdweg van A naar B. Gedetailleerde operationele plannen (zijweggetjes) komen daar in een latere fase bij, die kunnen we nu ook niet verwachten. In dit conceptplan staat B helder omschreven. De hoofdweg van A naar B is echter deels onzichtbaar. In december moet de laatste versie van het plan naar de Uraad voor instemming. Er liggen nog wel wat vragen open.
Malini Witlox werkt voor Univers en volgt het proces rondom het strategisch plan.