Meeste hoogleraren zijn atheïst
Er is een groot verschil tussen de levensbeschouwing van hoogleraren en de doorsnee Nederlandse bevolking. 41 procent van de professoren noemt zichzelf een atheïst, 28 procent is agnost, 6 procent ietsist, en 17 procent is theïst. Ter vergelijking: 36 procent van de doorsnee Nederlandse bevolking noemt zichzelf ietsist. Dat blijkt uit onderzoek van het christelijke wetenschapsplatform ForumC onder 1285 hoogleraren.
Volgens het merendeel van de hoogleraren is er geen sprake is van een conflict tussen geloof en wetenschap. De onderzoekers vroegen de hoogleraren ook mensen te noemen die voor hen een voorbeeld zijn als het gaat om de relatie tussen geloof en wetenschap. Albert Einstein wordt het meest genoemd, gevolgd door Richard Dawkins, Baruch de Spinoza, Charles Darwin en Galileo Galilei.
Het hoogste percentage atheïsten onder hoogleraren is te vinden binnen de biologie (62%), het hoogste percentage agnosten binnen de aardwetenschappen (38%). Het hoogste percentage ietsisten binnen de scheikunde (10%) en het hoogste percentage theïsten binnen de theologie (64%). Van de respondenten die zich ietsist noemt is 4 procent boeddhist. Van de theïsten is 55 procent protestant, 42 procent is rooms-katholiek, bijna een procent is joods en een half procent is islamitisch.
