Recensie: ‘Girl in a Band- A Memoir’
Kim Gordon schreef Girl in a Band, een autobiografie die veel aandacht kreeg in de Verenigde Staten. Wie is Kim Gordon? De kunstenares/couturiere is natuurlijk het bekendst als zangeres en bassiste van Sonic Youth. Huh? Ooit – 25 jaar geleden − was Sonic Youth de coolste band ooit.De doorbraak bij het grote publiek bleef altijd uit voor de vier New Yorkers. Ironie: artiesten die door de band op sleeptouw werden genomen – Beck, Chloë Sevigny en vooral Nirvana – groeiden veel groter dan hun mentoren. Het leek allemaal goed te komen toen Neil Young zich ermee ging bemoeien. Hij nam Sonic Youth begin negentiger jaren mee op stadiontournee. Het gevolg: horden boze fans die niets begrepen van al die feedback-herrie. Dit in tegenstelling tot de Oude Meester zelf, die in die jaren zijn gitaren steeds genadelozer ging geselen en daarbij het volume vol open zette.
De jaren ‘80, jawel
Glanzen
Eigenlijk bleef Sonic Youth altijd zo’n band die vooral waardering oogst bij andere muzikanten. Drummers gaven hoog op over de overdonderende stijl van Steve Shelley. Gitaristen spraken met glanzende ogen over de eigenaardige manier waarop Thurston Moore en Lee Ranaldo hun gitaren stemden. Ook de muziekpers smulde van de ‘No Wave’ uit Manhattan. Zo werd de band ‘de enige echte erfgenaam van Jimi Hendrix’ genoemd en zijn platen als Sister en Daydream Nation niet weg te denken uit de lijstjes van ‘Beste Gitaaralbums van de Jaren Tachtig’.
De jaren ‘80, jawel. Kim Gordon – het meisje met de blonde pony en de veel te grote basgitaar − wordt dit jaar alweer 62. Haar boek begint en eindigt met een trauma. Na 27 jaar barst het ‘ideale’ rock & roll-huwelijk met frontman Thurston Moore. Terwijl de twee al uit elkaar zijn, moeten er nog wel concerten worden afgewerkt. Gordon stoort zich aan elk pietluttig gebaartje van haar ex en probeert zich continu te verstoppen. Maar iedere keer als ze opkijkt ziet ze haar droevige gezicht op schermen van 60 m2.
Kurt
Intussen valt het boek tegen. De vertelling blijft erg aan de oppervlakte. De schrijfster stipt veel aan maar legt niets uit. De structuur hapert: er is nauwelijks chronologie en mede daardoor zien we de nodige herhaling. En wat veel rock-memoires zo leuk maakt – seks, drugs en roddels over collega-muzikanten – is hier te spaarzaam aanwezig. Wel lezen we dat Kim Gordon ooit on stage door een Zwitserse fan in haar kont werd gebeten en dat Billy Corgan van de Smashing Pumkins een enorme pannenkoek is (‘Ewww…’).
Degene die je nog het meeste bijblijft na het dichtslaan van dit boek is Kurt Cobain. ‘1994- the year my daughter was born and the year Kurt died, was quite possibly the happiest year of my life, but it was also bittersweet (…). It’s funny how often I think about Kurt. He was always so susceptible to kindness, with his vulnerable, passive side. I’ll always remember too, his smallness, his thinness, the frail appearance, like an old man, with those big, illuminated, innocent, childish, saucer-sized eyes. On stage though, he was fearless as well as something even scarier.’
Kim Gordon, ‘Girl in a Band- A Memoir’, Londen 2015
2 / 5 sterren