Herrie in de Kamer om promotiestudent
D66, SP en Groenlinks verzetten zich tegen het experiment met de promotiestudent. Minister Bussemaker wil daarmee mogelijk maken dat studenten na hun bachelor- en masteropleiding kunnen promoveren, terwijl ze formeel student blijven. Volgens de oppositiepartijen is er weinig draagvlak in de universitaire wereld. Met een motie willen ze het experiment intrekken. Dat schrijft Scienceguide.
De promotiestudent is goedkoper dan een gewone promovendus. Ze krijgen namelijk geen salaris maar een beurs. Het experiment staat in een ‘algemene maatregel van bestuur’, zodat parlement en senaat er niet over hoeven te stemmen. De oppositiepartijen zoeken nu naar effectief verweer in de medezeggenschap.
Medezeggenschap
Als de medezeggenschap van een universiteit ‘nee’ zegt tegen het experiment, gaat het dan ook niet door? vraagt SP’er Jasper van Dijk zich af. De minister zegt dat ze een afwijzing zal meewegen, mits de medezeggenschap goede redenen heeft. Dat moet meer zijn dan het gewoon niet willen.
Zorgwekkende reactie, vindt D66’er Paul van Meenen. “Volgens mij legt de minister hier zo ongeveer de bijl aan de wortels van de medezeggenschap. Zij gaat nu op de stoel van de bestuurder zitten.” Als de medezeggenschap er niet aan wil, kan de minister “in al haar wijsheid besluiten of die universiteit het al dan niet gaat doen.” Bussemaker is niet van plan de medezeggenschapsraden instemmingsrecht te geven op de vraag of een universiteit meedoet aan het experiment. Wel hebben de raden iets te zeggen over de vorm van het experiment.
Meer promovendi nodig
De VVD is wel voorstander van het experiment. Intrekking staat volgens VVD kamerlid Pieter Duisenberg gelijk aan stilstand en angst. “Er zijn meer promovendi nodig voor de kenniseconomie en wij willen daartoe meerdere wegen bewandelen.” Nederland loopt op dit gebied achter bij andere landen, constateert Duisenberg.
Promotiestudenten
De maatregel van Bussemaker houdt in dat je na je bachelor- en masteropleiding ook kan promoveren terwijl je formeel ‘student’ blijft. Je betaalt dan collegegeld. De constructie was nog niet mogelijk in Nederland, maar al wel in omringende landen. De minister hoopt zo Nederlandse studenten in eigen land te houden voor promotieonderzoek.
De promotiestudenten krijgen in het experiment een beurs van de universiteit. Ze zijn geen werknemer maar student. De belangrijkste kritiek is dat ze geen salaris krijgen en geen aanspraak kunnen maken op secundaire arbeidsvoorwaarden als pensioenopbouw. Het experiment loopt acht jaar. Op enig moment mogen maximaal tweeduizend promotiestudenten meedoen.
In tegenstelling tot aio’s heeft de promotiestudent geen onderwijstaken, en kan dus sneller promoveren. Universiteiten die willen meedoen moeten voor 1 november een aanvraag indienen. De eerste student-promovendi kunnen dan per 1 januari 2016 aan de slag. Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) heeft al kenbaar gemaakt met de promotiestudent te willen experimenten.