TiSEM experimenteert met studentpromovendi

Promoveren als student en niet als werknemer is al langer een wens van universiteiten. Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maakte het onlangs mogelijk om hiermee te experimenteren. Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) wil deelnemen aan de proef: maar is dat wel zo’n goed idee?Studentpromovendi zijn aanzienlijk goedkoper dan werknemerpromovendi: de studenten krijgen geen salaris maar een beurs. Dat scheelt universiteiten in de portemonnee- gunstig in een tijd dat er meer studenten zijn en minder geld. Universiteiten hoeven over deze beurzen geen inkomensbelasting te betalen, of pensioen op te bouwen voor de promotiestudent- voor werknemers moet dat wel. Aan de andere kant hoeven promotiestudenten geen onderwijs te geven, hebben ze een jaar langer de tijd om hun proefschrift te schrijven en een vrijere onderwerpskeuze.

Maar is het promotieonderwijs ook in het voordeel van de student? Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), het Tilburg Overleg Promovendi (TOP), het Interstedelijk Studentenoverleg, de Landelijke Studentenvakbond, de FNV- en CNV-Overheid en de Vakbond voor de Wetenschap denken van niet. De brancheorganisaties roepen medezeggenschapsraden van universiteiten op om niet in te stemmen met het experiment van OCW.

De Radboud Universiteit Nijmegen doet op voorhand niet mee en laat weten dat ze haar promovendi als werknemers ziet. De universiteiten van Utrecht, Groningen en Wageningen doen wel mee. In Tilburg sprak Rector Magnificus Eijlander in de afgelopen Universiteitsraad uit dat ‘er geen concrete plannen’ waren voor Tilburgse deelname aan het experiment. Een week later zijn die plannen wel concreet en kondigt economische faculteit TiSEM aan mee te willen doen aan de proef.

Alom kritiek
De kritiek op het achtjarige experiment is alomtegenwoordig, tot aan de Raad van State toe. “Met dit experiment wil de minister erachter komen of deze kritiek in de praktijk ook stand houdt”, schrijft belangenorganisatie PNN. Eén van de bezwaren van PNN is dat het promotieonderwijs via het experiment de facto al gerealiseerd is. De omvang van het experiment wijst die kant op: er kunnen 2000 promovendi deelnemen. Substantieel, meent het PNN. “Gezien het totale aantal van 8700 werknemerspromovendi in Nederland. Dit spreekt eerdere beloftes om een kleinschalig en voorzichtig experiment uit te voeren tegen.” Ook in de Tweede Kamer klinkt kritiek. Zo merkt de SP in een schriftelijk overleg op dat het experiment meer weg heeft van gefaseerde invoer van promotieonderwijs.

Vice-decaan Onderzoek Geert Duijsters van TiSEM legt uit waarom ondanks de kritiek zijn faculteit alsnog participeert in het experiment: “We zien een internationale ontwikkeling: er zijn nog drie landen ter wereld – Bosnië, Denemarken en Nederland – die een puur werknemerssysteem voor promovendi hebben. De trend is nu om promovendistudenten aan te stellen. Dat betekent overigens niet dat wij automatisch voorstander zijn van een dergelijk systeem. We doen aan het experiment mee om te kijken wat de effecten zijn voor studenten, voor ons en wat het in de praktijk gaat betekenen.”

Belangrijk is dat deelname aan de Tilburgse variant van het experiment vrijwillig is, zegt Duijsters. “We dwingen niemand om mee te doen.” Er lijken veel nadelen aan het promotieonderwijs te kleven, maar er zijn ook voordelen, legt Duijsters uit. “Beurspromovendi krijgen vier jaar de tijd om te promoveren (één jaar extra) en het is niet de bedoeling dat ze structureel worden ingezet in het onderwijs.” Met dat extra jaar stijgt wellicht de kwaliteit van de promotie en het rendement, hoopt Duijsters: “Het is uiteindelijk de bedoeling van het systeem om tot meer promovendi te komen.”

Pensioen
Het experiment moet duidelijkheid scheppen over de voor- en nadelen van promotieonderwijs, zegt Duijsters. Eén nadeel – het afschaffen van secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals pensioen – speelt bij TiSEM niet zo: “Ik heb hierover gepraat met Research Master-studenten en promovendi die vaak uit het buitenland komen. Zij zeggen dat het pensioen wat ze hier opbouwen voor hun niet zo interessant is. Ze gaan vaak terug naar huis.”

Duijsters snapt waar de kritiek vandaan komt, maar wil het experiment afwachten: “Men is denk ik bang dat dit een eerste stap is naar een volledig beurzenstelsel. Dat wordt gezien als een verslechtering van de arbeidspositie van promovendi. Ik ben er zelf ook nog niet uit of het een goede beweging is. Het ligt eraan hoe het ingevuld wordt.” De mogelijkheid bestaat dat het experiment gunstig uitpakt. “Voor iedereen”, benadrukt de vice-decaan. “Ik ben er geen voorstander van om bij voorbaat al te zeggen dat we niet mee doen aan het experiment. Zeker omdat we het op vrijwillige basis gaan doen.”

“Op de eerste plaats willen promovendi niet als studenten beschouwd worden, maar als volwaardige medewerkers van de universiteit”

Volwaardige medewerkers
Hans Westerbeek, promovendus bij Tilburg School of Humanities en betrokken bij het Tilburg Overleg Promovendi, denkt daar anders over. “Op de eerste plaats willen promovendi niet als studenten beschouwd worden, maar als volwaardige medewerkers van de universiteit. Ze werken mee aan het primaire proces. Als je de publicaties van een universiteit of faculteit onder elkaar zet, dan is een heel groot deel daarvan geheel of deels geschreven door promovendi.”

Westerbeek is niet overtuigd van de goede bedoelingen van het experiment. “Dit onderzoek gaat eigenlijk over de vraag of er bezuinigd kan worden op promovendi. Het gaat niet goed met universiteiten, dat zien wij ook wel. Bezuinigingen zijn noodzakelijk. Maar nu wordt er op een manier bezuinigd die promovendi hun secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden afneemt.”

Deelnemers aan het experiment krijgen een beurs ter hoogte van het nettosalaris van een werknemerpromovendus. Evenveel geld dus, maar geen arbeidscontract. “En ik krijg niet alleen salaris: ik bouw pensioen op, WW, ik heb een cao en ben beschermd: ik vind dat heel belangrijk. Een beurspromovendus doet hetzelfde werk als ik – misschien zelfs wel beter – maar dan zonder al die extra dingen. Dat is een onderscheid dat niet te verantwoorden is.”

Een hoop nadelen, maar zitten er ook voordelen voor de promovendistudent aan? Westerbeek ziet ze niet: “Ik ben al jaren bezig met deze materie, maar ik heb nog nooit een voordeel gehoord van promotieonderwijs. Er zijn wel voordelen voor de universiteit. Het wordt altijd verkocht als voordelig voor promovendi, maar het lijkt gewoon een centenkwestie.”Een Engelstalige versie van dit artikel verscheen in Univers, nummer 10. Die ligt momenteel in de bakken. Onderstaande illustratie is van Bas van der Schot.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.