Hoger onderwijs moet van studenten goede burgers maken
Minister Bussemaker komt met een wetsvoorstel dat voor alle hoger onderwijsinstellingen het stimuleren van burgerschap verplicht stelt, meldt de website van de Rijksoverheid. Nu hebben alleen instellingen die door de overheid worden bekostigd die opdracht, met de nieuwe wet kan dit ook worden opgelegd aan instellingen die geen geld van de overheid ontvangen.Het bericht dat dit meldt, gaat verder over ‘maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef’, niet over burgerschap. Volgens Linze Schaap, universitair hoofddocent van TLS, is dit niet hetzelfde. “Je hebt burgerschap, wat feitelijk inhoudt dat je belasting betaalt en je aan de wet houdt. Daarnaast is er burgerzin, waarbij iemand ook daadwerkelijk bij wil dragen aan de maatschappij.” Schaap krijgt in zijn onderzoek vaak te maken met de term ‘burgerschap’. Wat het burgerschap dat de universiteiten moeten stimuleren precies is, definieert de overheid niet, zegt hij. “Dat is ook niet wenselijk, een overheid die bepaalt wat goede burgers zijn en wat slechte burgers zijn. Daar hebben we in het verleden leergeld voor betaald.”
De aanleiding voor de minister om dit voorstel in te dienen zijn de controversiële uitspraken van de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR). Die stelde in juni openlijk dat hij een stem op de Koerdische partij HDP zag als een stem op “homoseksuelen, Armeniërs, terroristen, vijanden van de islam en anti-Turkse media uit Europa en Amerika”. Het was niet de eerste keer dat de rector ophef veroorzaakte met zijn uitspraken en minister Bussemaker zei dat ze het via de wet mogelijk wilde maken om maatregelen te nemen tegen instellingen die hun “maatschappelijke opdracht” niet vervullen. De minister kondigde een aantal maanden geleden aan meer aandacht te willen voor ‘bildung, betrokkenheid en burgerschap’ in het onderwijs.
Met de nieuwe wet kan de minister geaccrediteerde opleidingen aanpakken, ook als ze geen geld ontvangen van de overheid. Zo riskeert een instelling verlies van accreditatie, waardoor studenten een diploma ontvangen dat niet wordt erkend door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Ook kan de minister onder de nieuwe regeling de termen ‘universiteit’, ‘hogeschool’, ‘bachelor’ en ‘master’ beter beschermen. Instellingen die zich onterecht voordoen als universiteit of hogeschool riskeren een boete van 810.000 euro of 10% van hun omzet en mensen die onterecht de titel ‘bachelor’ of ‘master’ dragen kunnen maximaal 4050 euro armer zijn. Univers schreef eerder al over wat dit betekent voor onder andere de Hogeschool Geesteswetenschappen en de Alhuura Universiteit.
Dr. Schaap zegt dat het stimuleren van burgerschap altijd al een taak is van onderwijs is geweest. “Naast het gezin waarin je opgroeit, is het onderwijs de belangrijkste plaats waar je leert je te verhouden tot de maatschappij,” zegt hij. Op de vraag hoe universiteiten af te rekenen zijn op een ongedefinieerd begrip als ‘burgerschap’, antwoordt hij voorzichtig: “tsja. Je zou kunnen bedenken of sommige universiteiten niet gewoon een andere kijk op burgerschap hebben. Daarnaast zit het stimuleren van burgerschap niet alleen in wat we studenten aanleren, maar bijvoorbeeld ook in hoe we omgaan met medezeggenschap. Daarmee kun je mensen ook aansporen meer betrokken te zijn bij hun omgeving.”
Volgende maand schrijven we in Univers magazine over de andere ‘B’ van Bussemaker: bildung.