Etnische profilering politie komt door slecht inschattingsvermogen
Politieagenten doen aan etnische profilering en overschatten hun inschattingsvermogen. Dat blijkt uit een nieuwe studie.
Om boeven te vangen, gebruiken politieagenten stereotypen. Dat doen ze volgens de studie ‘Boeven vangen’ van het Programma Politie en Wetenschap niet om te discrimineren op etniciteit.Iedereen wordt langs dezelfde lat gelegd. Afkomst kan een rol spelen, maar ook de autochtone bevolking wordt onderverdeeld in bijvoorbeeld ‘foute gasten’ en ‘nette burgers’.
Hoewel? Uit de studie blijkt dat allochtonen onevenredig vaak worden gecontroleerd. In gebieden waar zij veertig procent van de bevolking uitmaken, zijn ze goed voor zestig procent van het aantal staandehoudingen. In bijna vier op de tien van die gevallen was het vermoeden van een strafbaar feit niet ‘objectief en redelijk’ te rechtvaardigen.
‘Politieagenten hebben teveel handelingsvrijheid’
Er wordt gediscrimineerd. Dat zei antropoloog Paul Mutsaers juni 2015 al tegen Univers. Politieagenten hebben te veel handelingsvrijheid, denkt Mutsaers. Agenten worden aangemoedigd naar eigen inzicht en vanuit de individuele persoonlijkheid te handelen.
De studie die vandaag verscheen bevestigt dat beeld. Etnische profilering blijkt verweven met het werk van de agenten. De studie spreekt over een dominant soort politieagent, de ‘ongerichte boevenvanger.’ Die vaart op zijn intuïtie, terwijl het weinig oplevert. Slechts in 9% van de gevallen leidt de ondernomen actie tot een daadwerkelijke aanhouding.
Waarom de agenten dan toch zo vaak mensen staandehouden? Volgens de onderzoekers hebben agenten zelf een te positief beeld van hun proactieve houding. Ze onderschatten hun eigen inschattingsvermogen en onderschatten de impact ervan op burgers. Ervan overtuigd vaak juist te zitten, denken ze dat die impact (tijdelijk ongemak, vervelende onderbreking) vooral boeven raakt.
Boeven vangen
De studie ‘Boeven vangen’ is uitgevoerd door adviesbureau Twynstra Gudde en de Hogeschool Utrecht. Van juni 2015 tot en met januari 2016 liepen twee onderzoekers mee met vier basisteams in twee regionale politie-eenheden.
Advertentie.
