Veel vragen over persoonlijk ontwikkelprogramma TiSEM

Alle bachelorstudenten aan de economische- en managementfaculteit kunnen vanaf volgend collegejaar aan hun persoonlijke ontwikkeling gaan werken. De faculteit start met een vaardighedenprogramma onder begeleiding van studentmentoren. De pilot was niet overtuigend, maar de faculteit wil door.

Al in 2015 werd in de medezeggenschap druk gepraat over een nieuw onderwijsprofiel voor de universiteit, het Tilburgse Onderwijs Profiel (TOP). Vanaf september, collegejaar 2018/2019, gaat het eindelijk van start. Vanaf dan worden studenten niet alleen opgeleid tot professionals met kennis, maar ook met kunde en karakter. De academici die hier worden opgeleid moeten de samenleving begrijpen en vooruithelpen.

Om studenten anders te vormen moeten vaardigheden een plek krijgen in het onderwijs, en bijvoorbeeld lesgegeven worden in kleinere groepen. Bij de opleiding International Business Administration (IBA) zijn ze dit jaar begonnen met een pilot van het Personal Development Program (PDP), dat vaardighedenonderwijs uitstrekt over de drie bachelorjaren. Dit programma is inmiddels tussentijds geëvalueerd door het projectteam en de faculteitsraad. De vraag die voorligt: kan het PDP volgend jaar over de hele faculteit worden uitgerold?

Te vroeg

De bevindingen zijn gemengd. Het projectteam laat er geen twijfel over bestaan: het is goed dat er een vaardighedenprogramma is, maar er zijn nog ‘major improvements’ te maken. Om te beginnen: de aantallen vielen wat tegen. Werd in de raad vorig jaar nog gesproken over een pilot met 400 studenten, maar 118 meldden zich daadwerkelijk aan voor het niet-verplichte programma van 0 ECTS. Van hen leverden 75 de eerste opdracht in, en 47 deden dat ook voor de tweede opdracht. Volgens het projectteam stoppen studenten niet vanwege de inhoud van het programma, maar vanwege tijdsgebrek of andere studieprioriteiten.

Een vaardighedenprogramma zou voor alle Tilburg School of Economics and Management (TiSEM)-studenten goed zijn, aldus het projectteam, maar het lijkt te vroeg om het programma uit te rollen over de faculteit. Dat zou een tijdsintensief proces zijn met verregaande consequenties voor sommige opleidingen. Een volledige toewijding is vereist van alle partijen binnen de economische- en managementfaculteit, terwijl volgens het team blijkt dat sommige sterk tegen het vaardighedenprogramma zijn. Maar, zo concludeert het team, dit is uiteindelijk een managementbeslissing. De bal, kortom, ligt bij de faculteitsraad.

Onderwijsprofiel

En die vergaderde donderdag 5 april over het persoonlijke ontwikkelprogramma. Vincent Wiegerinck, academic director van IBA, is aanwezig om te vertellen hoe het onderwijsprofiel vorm moet krijgen. Er zijn vijf actiepunten op universitair niveau, zoals het gebruiken van een gedeelde taal en een self assesment tool, zodat studenten een beeld van de eigen sterktes en zwaktes kunnen krijgen. Verder zijn er vijf actiepunten op facultair niveau, zoals een mentorprogramma en de groepsgroottes. En er wordt bijvoorbeeld nagedacht over hoe filosofievakken, onderdeel van TOP, zo aan te passen zijn dat meer studenten ze graag volgen.

Het is heel goed, stelt studentenfractie ECCO, dat de faculteit er hard aan werkt om het onderwijsprofiel te implementeren. Maar wordt hen nou gevraagd advies te geven op het onderwijsprofiel, terwijl ze alleen wat documenten hebben ingezien over het vaardighedenaspect? En hoe verhoudt deze pilot zich tot al die andere aspecten van het onderwijsprofiel? En hoe gaat het onderwijsprofiel als geheel geïmplementeerd worden? Ook de cijfers uit een tussenrapportage zeggen weinig: “We hebben een grafiek gezien, maar hebben geen idee waar we zijn, en waar we hadden moeten zijn. Of we on track zijn.” 

Wiegerinck verzekert de studenten dat ze on track zijn. Maar ECCO heeft onverminderd het gevoel dat vijf minuten nadat cruciale informatie wordt gedeeld, een beslissing genomen moet worden over het hele onderwijsprofiel. Het blijkt een misvatting, die met enige vertraging wordt rechtgezet. Decaan Lex Meijdam merkt op dat niet het hele onderwijsprofiel voorligt ter advies. Het gaat primair om mentoring en het vaardighedenprogramma. Overigens moet het onderwijsprofiel wel volgend jaar geïmplementeerd worden, dus de zorgen van ECCO daarover lijken geenszins weggenomen. De fractie wil daarover in een volgende raadsvergadering meer duidelijkheid hebben.

Andere zorgen

Er zijn meer punten van zorg. Zo merkt fractie Onafhankelijken op dat er in het onderwijsprofiel wordt gesproken over een Tilburgse persoonlijkheid, maar het is de vraag wat die persoonlijkheid is, als iedere faculteit het anders invult. Ook lijkt vreemd dat het persoonlijke ontwikkelprogramma niet verplicht is. En hoe zit het met de mentoren? Studenten moeten andere studenten begeleiden als mentor, maar het bleek dat ze niet altijd voor ogen hadden wat van ze werd verwacht. En nu ging het nog alleen om IBA: zijn er wel voldoende studentenmentoren te vinden voor alle TiSEM-opleidingen?

De raad ziet, net als het PDP-projectteam, veel verbetermogelijkheden. Niet alle punten die worden opgeworpen krijgen meteen een bevredigend antwoord, maar over de studentmentoren hoeft de raad zich volgens Wiegerinck geen zorgen te maken. Die weten best wat van ze wordt verwacht. De verbeterpunten van het projectteam kunnen bovendien, zo zegt hij, eenvoudig voor september geïmplementeerd worden. Ondanks de kritiek en zorgen gaan de fracties uiteindelijk wel akkoord met het uitrollen van het persoonlijk ontwikkelprogramma over alle bacheloropleidingen.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.