Wietske Sijtsma: ‘Tijdens mijn dagelijkse ommetje probeer ik zo weinig mogelijk na te denken’
Nachtmerries, dagdromen en onvervulde wensen: in de rubriek ’13 vragen aan’ laten TiU’ers zichzelf van een andere kant zien. Deze keer: Wietske Sijtsma, beleidsmedewerker en hoofd Planning & Control bij de divisie Finance and Control, én al wekenlang de onbetwiste nummer 1 van de universitaire wandelcompetitie.
1. Waar wandel je het liefst?
“De Pannenhoef bij Rijsbergen is een favoriet wandelgebied van mij. Prachtige natuur, zeer afwisselend.”
2. Waar ben je het meest trots op?
“Op mijn afdeling. Ik denk dat wij een van de weinige afdelingen zijn die echt structureel thuiswerken. Iedere dag hebben we een online dagstart, en iedere vrijdag sluiten we af met een online borrel. En dat al zo’n veertien maanden. We stemmen ons werk af, praten over wat ons bezighoudt, lachen samen en delen onze frustraties.
“Net voor de uitbraak van de pandemie hadden we als afdeling een reeks onderwerpen benoemd die we wilden verbeteren. Van het stroomlijnen van processen binnen onze afdeling tot de manier waarop we bijvoorbeeld de 4-maandelijkse managementrapportages vormgeven. Dat we in deze periode die ‘verbeteragenda’ samen hebben weten te realiseren maakt me trots.”
3. Wie is je grote voorbeeld en waarom?
“De Engelse presentator, acteur en schrijver Stephen Fry. Wat kan die man niet? Hij is de maker van Out there, de meest indrukwekkende documentaire die ik ooit heb gezien. In die documentaire, die helemaal op YouTube staat, confronteert hij fanatiekelingen en mensen met vastgeroeste vooroordelen met kennis, feiten en andere zienswijzen.”
4. Welk aspect vind je lastig aan je werk?
“De universiteit is een politieke organisatie. Over de hoofdlijnen van de strategie zijn we het allemaal eens. Maar voor een divisie of een faculteit kan de invulling van die strategie toch weer net wat anders zijn.
“Om ervoor te zorgen dat dat voor alle partijen steeds duidelijk is, is veel communicatie en overleg nodig. Als beleidsafdeling zijn wij hier vaak bij betrokken. Dat onderling afstemmen en toelichten van zaken is niet altijd gemakkelijk.”
5. Welk boek zou je iedereen aanraden?
“Oef, en dat vraag je aan iemand die gemiddeld twee boeken per drie weken leest? Recente boeken die ik echt iedereen kan aanraden zijn De Vervlogen Helft door Brit Bennett, The Confessions of Frannie Langton door Sara Collins en Queenie door Candice Carty-Williams.
“Het boek dat mij het meest heeft geraakt is de klassieker De Metsiers van Hugo Claus. Ik was zeventien toen ik dat las, ongeveer even oud als Claus was toen hij het schreef.”
6. Wat zou algemene kennis moeten zijn?
“Dan blijf ik bij de literatuur, en zeg ik dat iedereen het boek Wuthering Heights van Emily Brönte zou moeten lezen. Een verhaal dat onder je huid komt. En als je het, bij voorkeur in het Engels, hebt gelezen, moet je daarna een keer in de herfst naar Yorkshire. Ga wandelen in de Moors, liefst als het niet al te best weer is. In de mist en regen voel je Heathcliff naast je en hoor je Catherine.”
7. Waar denk je aan tijdens je dagelijkse ommetje?
“Sinds de eerste lockdown begin en eindig ik de werkdag met een wandeling vanuit huis. Wij wonen tegen een buitengebied aan. Zodra ik de straat uit ben, loop ik tussen de koeien, reigers en kwinkelerende vogels. Die wandelingetjes vervangen mijn autoritjes naar en van het werk.
“Door te wandelen voor ik aan het werk ga, heb ik het gevoel dat ik echt naar mijn werk ga en niet vanuit bed achter mijn laptop ga zitten. Ik probeer dan ook aan zo weinig mogelijk dingen te denken, vooral mijn hoofd leeg te maken en veel mooie foto’s te maken.”
8. Wat zou je eigenlijk (meer) moeten doen?
“Wat vaker ‘nee’ zeggen op het werk.”
9. Welke wijze les zou je geven aan je jongere zelf?
“Er zijn veel wegen die naar Rome leiden. Jij kan wel een idee en een visie hebben, maar doelen realiseer je samen met anderen. Dat betekent dat jouw idee niet zaligmakend is. Luister naar de mensen om je heen, waardeer hun inbreng. Op hun manier kan het ook.”
10. Je huis staat in brand en je kunt maar één bezitting redden. Wat neem je mee?
“Dat is simpel. Mijn fotoboeken.”
11. Engels of Nederlands?
“Engels. Mijn interesse in die taal begon al op de middelbare school. Uiteindelijk ben ik na wat omzwervingen Engelse Taal- en Letterkunde gaan studeren. Tijdens mijn studie was ik vooral geïnteresseerd in de echte (harde) taalkunde: hoe zit de grammatica van een taal in elkaar, kun je een computer aan de hand van taalkundige modellen teksten laten genereren, dat soort vragen. Ik heb tijdens mijn studie voor een tweede master bijna twee jaar in het Verenigd Koninkrijk doorgebracht.”
12. Waterlandschap of weiland?
“Zoals Bruce Springsteen zingt in Jersey Girl: ‘Cause down the shore everything’s all right.‘ Een waterlandschap dus.”
13. Nooit meer wandelen of nooit meer vakantie?
“Dit is een schijndilemma. Op vakantie bezoek ik graag steden, musea, en dat doe je natuurlijk te voet. Maar als ik moet kiezen: nooit meer wandelen en wel op reis naar nieuwe steden en landen.”