Slaat naast corona nu ook straatintimidatie om zich heen?

Slaat naast corona nu ook straatintimidatie om zich heen?

Nafluiten, sissen, schelden. Straatintimidatie was altijd al een probleem. Maar sinds de coronacrisis is het erger geworden, ervaart filosofiestudente Anne Grefkens. ‘Het is onverwachter, schaamtelozer, brutaler maar bovenal: directer.’

Beeld: khorkins / Shutterstock

“Waarom leg jij altijd jouw kettingslot in je fietsmandje?”. Het is een vraag die een mannelijke vriend mij recent stelde, omdat het volgens hem veel logischer zou zijn om deze rondom de fietsstang te verbinden. Ik keek hem lachend aan en beantwoordde zijn vraag met de aanname dat een vrouwelijke vriendin mij deze vraag waarschijnlijk nooit zou stellen. “Omdat ik deze gemakkelijk kan vastpakken als ik het gevoel heb dat ik mijzelf moet verdedigen. In geval van nood kan ik er een flinke klap mee uitdelen”.

Vol ongeloof keek hij mij aan: “Verdedigen tegen wat?” Sinds het begin van de coronacrisis voel ik mij nog onveiliger op straat dan voorheen en heb ik dus steeds vaker het gevoel dat ik op mijn hoede moet zijn. “Verdedigen tegen mannen die mij intimideren op straat”.

De eerste keer dat ik te maken had met straatintimidatie (het gefluit en gesis daargelaten) was zes jaar geleden. Het was een zonnige dag en ik liep vanuit mijn werk naar mijn ouderlijk huis. Een bestelbus passeerde me, parkeerde verderop in de straat en er stapte een jonge man uit. Hij betastte zichzelf, liep mijn richting op en na een flinke scheldkanonnade van mijn kant, vroeg hij uiterst vriendelijk of ik hem nog even wilde ‘helpen’.

Het werd zwart voor mijn ogen en in vlaag van verstandsverbijstering besloot ik een foto te maken van zijn bestelbus. Na het sluiten van de voordeur, tikte ik vol woede het alarmnummer in op mijn mobiele telefoon. Een half uur later werd ik opgebeld door de wijkagent: “We hebben hem en hij heeft het toegegeven, wil je aangifte doen?”. Ik besloot van niet en daar heb ik tot op de dag van vandaag nog spijt van.

‘Straatintimidatie is onderdeel van mijn fietstochten en wandelrondjes’

Het was namelijk geen incident, maar dat is iets waar ik me destijds nog niet bewust van was. Meisjes, vrouwen en LHBTI+ personen worden stelselmatig geïntimideerd op straat. Een situatie waarin direct gehandeld kan worden omdat er een bewijslast ligt (zoals in mijn ervaring met de jongen van het bestelbusje) is uiterst zeldzaam.

Nadat ik mijn ouderlijk huis verruilde voor een kamer in Tilburg, leerde ik dat straatintimidatie onderdeel is van mijn fietstochten en wandelrondjes. Elke week was het wel één keer raak. Ik werd nagefloten of nagesist. Soms werd ik betiteld als lekker ding, slet of hoer en in een enkel geval tot aan de voordeur achtervolgd. Gek genoeg leerde ik er mee leven, maar wennen deed het nooit. Het delen van livelocaties en nep-telefoongesprekken zijn sinds mijn studententijd dan ook onderdeel geworden van mijn fiets-routine.

Maar sinds de coronacrisis zijn intrede heeft gedaan, lijkt het – net als de (voetbal)rellen en het huiselijk geweld – alsof intimidatie op straat erger geworden is. Het is anders van karakter. Niet alleen omdat het in frequentie toegenomen is; het is tegenwoordig namelijk elke dag wel twee keer raak. Ook de manier waarop geïntimideerd wordt, is veranderd. Het is onverwachter, schaamtelozer, brutaler maar bovenal: directer.

‘Deze mannen hebben niet in de gaten dat dit gedrag moreel onacceptabel is’

Na een kleine rondvraag in mijn vriendinnengroep werd mijn vermoeden bevestigd. Afgelopen week werd een vriendin achtervolgd door een man omdat zij hem niet teruggroette. Een andere vriendin werd op haar billen geslagen toen zij naar de supermarkt wandelde. De gemeente Tilburg is zich bewust van dit probleem en heeft afgelopen juni het ‘meldpunt straatintimidatie’ geopend.

Tot op heden wil dit naar mijn mening nog niet echt baten en vraag ik mij af of dit meldpunt wel de juiste manier is om het probleem de wereld uit te helpen. Is het niet slechts een doekje voor het bloeden? Klaarblijkelijk hebben deze mannen namelijk niet in de gaten dat dit gedrag moreel onacceptabel is (of hebben zij hier grof gezegd schijt aan). Hoe kan het dan rechtgetrokken worden als deze mannen hier intrinsiek geen waarde aan hechten?

Een ding weet ik zeker: door niets te doen, hou je het probleem in stand. Het meldpunt lijkt momenteel de enige rots in de branding te zijn waar we direct bij terechtkunnen. Elke keer als ik word achtervolgd, nagefloten, nagesist of nageroepen zal ik schelden, melding maken bij het meldpunt of aangifte doen bij de politie. Er bestaat een zonnige kant van de straat en ik heb besloten daar te lopen. Eenieder die mij een regenbui bezorgt, zal een reactie krijgen.

Niemand heeft het recht om mij te intimideren en ook om deze reden blijft mijn kettingslot voorlopig in mijn fietsmandje liggen. Maar hoe we deze ‘nieuwe’ epidemie daadwerkelijk onder controle krijgen, is mij nog niet duidelijk. Ik vind corona eerlijk gezegd al ingewikkeld genoeg. Dus lieve mannen van Tilburg, stop hiermee. Natuurlijk hoeft niet iedere man zich aangesproken te voelen. Het zou al fijn zijn als jullie dit met elkaar bespreken én openlijk afkeuren. Namens de meisjes, vrouwen en LHBTI+ personen alvast bedankt.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.