Een zoektocht naar mijn betekenis van vriendschap
Is vriendschap een leeg en vlak begrip geworden? Univers-redacteur Anne Grefkens vindt van wel: “Door elkaar te pas en te onpas ‘vriend’ te noemen is het begrip onderhevig aan nivellering”. De Maand van de Filosofie staat dit jaar in het teken van Intieme Vreemden. Een treffende aanleiding om haar zoektocht naar de betekenis van vriendschap eens op papier te zetten.
Tot voor kort vierde ik ieder jaar Koningsnacht met een groep vriendinnen in het centrum van Tilburg. De voorpret van het jaarlijks terugkerende feest begon altijd al weken van tevoren. Nieuwe kledingstukken werden vroegtijdig ingekocht, drank werd op tijd ingeslagen en de naam van de groepsapp werd steevast veranderd in de naam van onze koning. Dit jaar vier ik Koningsnacht met andere vrienden. De reden?
Mijn laatste Koningsnacht met deze groep vriendinnen liep uit op een deceptie. Er ontstond een situatie waarin een vriendin het aan de stok kreeg met een jongeman, iemand die haar in het verleden veel verdriet had gedaan. Zonder erbij na te denken sprong ik voor haar in de bres. Ik liep op de jongeman af en vroeg aan hem of hij ze wel alle vijf op een rijtje had. Nadat ik hem de les had gelezen, werd ik apart genomen door een andere vriendin: “Anne, doe dat nou niet! Het is Koningsnacht, we zouden het toch leuk hebben vanavond?” Enigszins verbijsterd reageerde ik dat ik mijn loyaliteit aan haar belangrijker vond dan ‘een leuke avond’, want we zijn toch vriendinnen?
Daar stond ik dan, boos en geïrriteerd met een biertje in mijn hand tussen de hossende Tilburgse jongeren. Toch heeft deze avond alsnog een hele positieve wending gekregen. De vriendin waarvoor ik was opgekomen, apprecieerde mijn poging waarin ik haar verdedigde. Samen keerden wij het feestgedruis de rug toe en eenmaal thuisgekomen, verruilden wij het bier voor rode wijn. Het werd een van de meest vruchtbare avonden ooit. Onze Koningsnacht werd namelijk een zoektocht naar de betekenis van vriendschap. “Wat betekent vriendschap voor jou?”, vroeg ze me. “Onvoorwaardelijke loyaliteit”, antwoordde ik. “En voor jou?”, vroeg ik. “Onvoorwaardelijke loyaliteit”, antwoordde ze.
Loyaliteit
Zonder twijfel waren we het erover eens: vriendschap draait om trouw. Niets is mij zo lief als voor elkaar door het vuur gaan, ook als het tegenzit. Maar ik vraag me steeds vaker af of er in de huidige maatschappij nog wel ruimte is voor zo’n vriendschap. In hoeverre speelt de swipe-cultuur waarin alles altijd ‘leuk’ moet zijn, zo’n vriendschap niet parten? Voor mijn gevoel worden vriendschappen hierdoor steeds oppervlakkiger. Vriendschap moet voor velen vooral een ‘leuke ervaring’ zijn, zoals een dagje naar de Efteling. En loopt de vriendschap stuk? Ach, dan ga je nog eens door je Instagram-‘vriendenlijst’ heen. Wie wil er volgende week mee naar het museum?
Het Nederlandse woord vriend, stamt af van ‘vrijen’ (liefhebben) en vindt synoniemen in de woorden kameraad, amice en bloedverwant. De notie van loyaliteit ligt dus al in het woord besloten. Een notie die de laatste jaren verloren is gegaan omdat het begrip ‘vriendschap’ onderhevig is aan nivellering. Doordat men elkaar te pas en te onpas ‘vriend’ noemt, is het namelijk een leeg en vlak begrip geworden.
Hoe vaak hoor je mensen een variant op een volgende uitspraken wel niet zeggen: “Ik heb vorige week op een feestje een meisje ontmoet en ik voelde meteen zo’n bijzondere ‘vriendschappelijke’ band met haar”, “Jij hebt nog een headset nodig, toch? Ik ken nog wel een ‘vriend’ die handelt in telefoonaccessoires” en “Ik heb zeker honderd ‘vrienden’ uitgenodigd voor ons huwelijksfeest”.
Verschillende soorten vriendschap
De Griekse filosoof Aristoteles (384 – 322 v.Chr.) zou in ieder geval blij zijn geweest dat hij niet in deze tijd is geboren. Hij verafschuwde het zogenoemde polyphilia (veelvrienderij) en stelde dat “iemand met veel vrienden, geen vrienden heeft”. Ook filosoof en schrijver Lammert Kamphuis merkt in zijn boek Filosofie voor een weergaloos leven op dat een grondig proces van ontvriending de moderne mens niet zou misstaan.
In zijn grote werk Ethica maakte Aristoteles dan ook een onderscheid tussen drie soorten vriendschappen. Allereerst omschrijft hij vriendschappen die vooral gericht zijn op wederzijds nut. Voorbeelden hiervan zijn vriendschappen tussen collega’s of studiegenoten. Op het moment dat het ‘nut’ verdwijnt, verwatert de vriendschap. Daarnaast typeert hij een tweede type vriendschap die zich richt op het aangename. Dit kunnen mensen zijn met wie je bijvoorbeeld een avondje gaat stappen of een concert bezoekt. Wanneer er geen tijd of ruimte meer is om deze gezamenlijke activiteiten uit te oefenen, bloedt de vriendschap eveneens dood.
Tot slot definieert Aristoteles een derde vorm van vriendschap die overduidelijk boven de andere vormen uitstijgt. Deze is gericht op het goede en is met name gebaseerd op het genieten van elkaars karakter. Deze derde vorm van vriendschap kan volgens Aristoteles dan ook nooit in één adem genoemd worden met polyphilia. Een ware vriendschap waarin men van elkaars karakter geniet, is volgens hem namelijk zó zeldzaam dat een individu maar weinig van dit soort vriendschappen kan hebben.
Daarmee slaat Aristoteles naar mijn mening de figuurlijke spijker op zijn kop. Een maatschappij die onderhevig is aan een swipe-cultuur gaat gebukt onder polyphilia. Hierdoor gaat – voor mij – de meest begerenswaardige vorm van vriendschap verloren.
Bevriend
Sinds die bewuste Koningsnacht plaats ik mijn kennissen steeds vaker in de hokjes die Aristoteles zijn lezers heeft meegegeven. Deze onderverdeling heeft namelijk een positieve uitwerking op mijn gemoedsrust omdat het mijn verwachtingen binnen een vriendschap kadert. Ik heb veel vrienden met wie ik graag een borrel drink, de sportschool bezoek of er een filosofisch gesprek mee op na hou. Ik heb ze allemaal even lief en gun ze het allerbeste. Maar hun échte zielenroerselen, verlangens, onzekerheden en dromen zijn mij onbekend.
Voor mij voelt dat niet als een gemis maar als logisch gevolg van het soort relatie dat ik met hen onderhoud. Ik verwacht van hen niet dat zij dag en nacht voor mij klaar staan en andersom voel ik mij niet gedwongen regelmatig na te gaan hoe het met hen gaat. Het is namelijk onmogelijk om met al je vrienden een diepe en intense relatie te onderhouden. De afgelopen jaren is het mij opgevallen dat deze vrienden (hoe leuk ze ook zijn) inwisselbaar zijn. Ze komen en gaan, en zonder al te diepe emoties zeggen we elkaar soms voorgoed gedag. Ook ik ben dus in zekere zin gedeeltelijk ten prooi gevallen aan de swipe-cultuur.
Gedeeltelijk, want ik mag mezelf gelukkig prijzen dat er ook een aantal mensen in mijn leven zijn die ik in het derde rijtje van Aristoteles mag plaatsen. Wanneer ik over hen spreek, heb ik het zelden over mijn ‘vrienden’. Dit omdat ik hen bewust niet te kort wil doen. Ze zijn mijn boezemvrienden en bloedverwanten. Het voelt alsof we uit hetzelfde hout gesneden zijn en hierdoor elkaar altijd begrijpen.
De vriendschap die ik met hen heb opgebouwd, heeft zich niet binnen één jaar gemanifesteerd en dat maakt het duurzaam. Om met woorden van schrijver Connie Palmen te spreken is de binding tussen ons zo groot en symbiotisch dat loslaten verwoestend zou zijn. De herinneringen, gelijkenissen en ‘het genieten van elkaars karakter’ maakt dat we onvoorwaardelijk loyaal aan elkaar zijn. Aristoteles had gelijk, want dat is een zeldzaam geluk.
Oranje boven, maar…
Ik ben kwaliteit boven kwantiteit gaan waarderen en vier Koningsnacht dit jaar met een kleinere groep mensen dan voorheen. Ik zou dan ook willen afsluiten met een bescheiden oproep aan mijn medemensen. Werp eens vaker een kritische blik in jouw vriendengroep. Wie gaat er nu écht voor jou door het vuur? Wie mag je dag en nacht bellen en wie komt ook daadwerkelijk opdraven? Wie neemt het voor je op in een ruzie en verkiest jouw gemoedsrust boven een ‘leuke Koningsnacht’?
Kortom: wie is er onvoorwaardelijk loyaal? Dat zijn de mensen die in jouw derde rijtje thuishoren omdat ze voor jou werken. Voor hen mag je net even dat stapje extra zetten. Hun karakter maakt dat rode wijn net iets lekkerder smaakt dan een biertje op jaarlijks terugkerend feest. Oranje boven, maar een boezemvriendschap boven alles.