Onderwijs na corona: terug naar de collegebanken of is online onderwijs een blijvertje?

Onderwijs na corona: terug naar de collegebanken of is online onderwijs een blijvertje?

De coronaperiode zorgde voor ongekende veranderingen in het onderwijs. Nooit eerder werd er zo snel en massaal omgeschakeld naar digitale lesvormen. Maar hoe ziet het onderwijs van de toekomst eruit aan TiU? Gaan we allemaal terug de collegezalen in of is online onderwijs een blijvertje?

College van Ben Vollaard in het Cube gebouw Beeld Ton Toemen
College van Ben Vollaard in het Cube gebouw Beeld: Ton Toemen

We zijn halverwege een nieuw collegejaar, een jaar dat nu eens niet onderbroken wordt door een lockdown en verplichte online colleges. Het College van Bestuur heeft ervoor gekozen om de colleges in het collegejaar 2022-2023 in principe weer op de campus te laten plaatsvinden. Daar kunnen studenten en docenten elkaar ontmoeten. Voor veel studenten betekent dat een terugkeer naar de oude manier van studeren: terug naar de collegebanken en het volgen van fysiek onderwijs.

Op zich is dat een goede ontwikkeling, want tijdens de laatste lockdowns was het contact tussen student en docent minimaal. Aan de andere kant boden de lockdowns ook gigantische kansen voor onderwijsinnovatie. En menig student vond het ook wel prima: lekker thuis college volgen op een schermpje.

Ervaringen studenten

‘Het was weer wennen aan de dagelijkse gang naar college, na twee jaar voornamelijk vanuit huis werken. We moesten de routine weer terug zien te krijgen’, constateert Joost Lamers, voorzitter van studentenfractie SAM.

Tegelijkertijd ziet hij dat studenten blij en opgelucht zijn dat ze hun studie- en leeftijdgenoten weer kunnen treffen: ‘Er is nu veel meer interactie onder elkaar. En dat is goed, want je leert ook van elkaar. Je spreekt weer mensen van andere opleidingen. Voor corona ging ik nog eens lunchen met studiegenoten van andere studierichtingen. Dat was heel normaal, daarmee werd je horizon breder, er was toen meer tijd om te reflecteren.’

Aan de andere kant hebben studenten ook de voordelen van online onderwijs ondervonden, ziet Lamers: ‘Colleges werden live uitgezonden, maar ook opgenomen. We konden veel meer dan voor corona onze eigen tijd indelen.’

‘Studenten konden zelf bepalen op welk tijdstip ze de colleges terugkeken’, constateert ook Marinka Hack van studentenpartij Front: ‘Veel studenten zijn gewend geraakt aan die nieuwe routine, waardoor ze hun studie gemakkelijker konden combineren met andere bezigheden, zoals een bijbaan, sport en culturele- of bestuursactiviteiten.’

Op adem komen

Vice rector magnificus Jantine Schuit erkent dat de ervaring met het online onderwijs bruikbare nieuwe inzichten heeft opgeleverd: ‘We willen voor elk onderdeel van een onderwijsprogramma kijken wat de beste didactische werkvorm is die je daarbij kan kiezen.’ Want digitale technologie kan ook kansen bieden voor docenten.

Jantine Schuit. Beeld: Dolph Cantrijn

Schuit: ‘Als je digitale werkvormen aanbiedt vóórdat je studenten naar een college laat komen, bijvoorbeeld met een korte kennisclip of een game, dan kun je die vooraf opgedane kennis gebruiken om in gesprek te gaan tijdens een fysiek college.’

Sander Bax, kersverse hoogleraar en medeauteur van de vorig jaar gepresenteerde universiteitsstrategie ‘Weaving Minds and Characters’, vult aan: ‘Een collegereeks die vooral bestaat uit hoorcolleges waarin vooral ‘zenden van informatie’ het doel is, kun je soms beter herontwerpen.

‘Bijvoorbeeld naar een cursus waarin kennisclips worden afgewisseld met kleinschaliger werkcolleges waar de docent de studenten actief over de leerstof laat nadenken. Dan hoeven vierhonderd mensen in een zaal niet meer allemaal passief te luisteren naar een docent.’

Maar voor nu blijft les op de campus de norm. Het College van Bestuur wil de tijd nemen om onderwijsvernieuwingen goed te ontwikkelen en geleidelijk in te voeren. In de universiteitsstrategie is 2027 de stip op de horizon, het jaar waarin de universiteit haar honderdjarig bestaan viert.

Bax licht die visie nog eens toe: ‘Wij zijn niet van het model ‘one size fits all’. We willen in een cyclische benadering tot 2027 van alle onderwijsprogramma’s een analyse maken: waar zitten de knelpunten, waar zitten juist de kansen? En dan kunnen de faculteiten zelf bepalen in welk tempo en welke volgorde ze de onderwijsvernieuwing aanpakken. Het is dus niet vernieuwen om het vernieuwen, maar vernieuwen om het onderwijs te verbeteren.’

Tijd genoeg?

Maar is die tijd er wel? Intussen lijkt het wel alsof de technologie het onderwijs inhaalt. Voor studentenpartij Front gaan deze ontwikkelingen niet snel genoeg. Want de meeste huidige studenten zijn in 2027 afgestudeerd en willen niet nog vijf jaar wachten op onderwijsvernieuwingen.

Front schreef in december 2022 een brief aan het College van Bestuur waarin de partij een lans breekt voor flexibel onderwijs: ‘De huidige uitwerking rondom blended learning is een goede stap richting digitaal onderwijs dat past bij de stand van de tijd. Wij zijn echter van mening dat digitalisering op de een of andere manier eerder binnen de studies kan worden geïmplementeerd en dat er een middenweg kan worden gevonden tussen volledige fysieke aanwezigheid en de implementatie van blended learning in de toekomst.’

Front is bang dat de toepassing van de nieuwe onderwijsstrategie te lang op zich laat wachten. En vecht daarom voor een tussenoplossing: ‘Neem colleges op en stel ze kort voor aanvang (minimaal twee weken) van de tentamens online beschikbaar. Dit geeft studenten referentiemateriaal om zich beter voor te bereiden op examens, maar aanwezigheid, deelname en interactie tijdens de collegeweken is nog steeds gegarandeerd.’

Sander Bax. Beeld: Reinier Zoutendijk

Het CvB vindt zo’n tussenoplossing geen goed idee. Jantine Schuit: ‘Bij ons gaat het echt om de kwaliteit van het onderwijs. Wij vinden het ontzettend belangrijk om te werken aan community building en aan character building. Dat doe je in interactie met elkaar, niet alleen via een scherm.

‘Bovendien zijn we nu al volop bezig met het ‘blended maken’ van onze programma’s en het is dus niet zo dat het pas in 2027 geïmplementeerd is. Het is aan de opleiding om te bepalen of het opnemen van de colleges hierbij past.’

Bax is het daarmee eens: ‘De inrichting van het onderwijs moet altijd vanuit een onderwijskundige visie beredeneerd worden, en niet vanuit de praktische overweging dat het voor studenten handiger is voor hun dagindeling.’

Blended learning

Toch is het bestuur niet blind voor de kansen die online onderwijs in de toekomst kan bieden. ‘Blended learning’ is een term die onophoudelijk rondzingt. Sander Bax: ‘In de lockdown is er ontzettend veel geëxperimenteerd met onderwijs op afstand, en er is ontzettend veel expertise opgedaan. We hebben in die tijd ook allerlei ondersteunende middelen opgezet, een Teacherdesk bijvoorbeeld, een ‘loket’ waar docenten vragen over digitale onderwijstools kunnen stellen en dat ondersteuning biedt bij het hosten van online- en hybride sessies op de campus.’

De universiteit wil die nieuw opgedane expertise niet zomaar loslaten. Jantine Schuit: ‘Wij willen op de universiteit het concept van blended learning verder ontwikkelen. En dat is niet hetzelfde als online learning. We willen geen Open Universiteit-model, waar studenten alleen online onderwijs volgen. Want we hebben een prachtige campus. We hechten veel waarde aan ‘character building’, aan gemeenschapszin. Maar tegelijkertijd willen we wel digitale innovatie in het onderwijs een plek geven.’

College in het Cube gebouw. Beeld Ton Toemen
College in het Cube gebouw. Beeld: Ton Toemen

Sander Bax: ‘Blended learning is daar heel geschikt voor, want dat betekent dat je de best mogelijke interactie zoekt tussen onderwijs op de campus in een collegezaal, en wat studenten digitaal in hun eigen tempo kunnen doen. We hebben inmiddels op allerlei plekken op de universiteit specialisten rondlopen die samen met docenten nadenken over het herontwerpen en verbeteren van het onderwijs.’

ChatGPT

Inmiddels staat het onderwijs alweer een nieuwe uitdaging te wachten: ChatGPT. Een ‘schrijfbot’, of taalmodel dat hele teksten genereert op basis van een korte vraag. Een fenomeen dat zijn intrede deed eind 2022 en de potentie heeft om het onderwijs opnieuw op z’n kop te zetten.

Een recente rondgang op de campus leert dat studenten deze technologie ook inzetten voor het verbeteren van hun schrijfvaardigheid. Dat kun je zowel positief als negatief uitleggen. Zolang je het als hulpmiddel inzet is dat vergelijkbaar met een middel zoals een rekenmachine. Maar zodra het studenten afleert om goed te formuleren en zelf na te denken, gaat het mis.

Sander Bax: ‘Ik denk dat het je taak is als onderwijsinstelling om niet in paniek te raken van ChatGPT. Wees in plaats daarvan nieuwsgierig en denk: wat betekent dit voor het onderwijs? Het dwingt ons om na te denken: wat vragen we eigenlijk van studenten? Misschien dwingt de komst van ChatGPT ons wel om in het onderwijs meer aandacht te besteden aan reflectie en kritisch denken over de leerstof.’

Tuned-In

Jantine Schuit: ‘We zijn met een nieuw universiteitsbreed programma gestart, Tuned-In. Daarin gaan we kijken hoe we de kennis, die alle afzonderlijke docenten en faculteiten hebben opgedaan rond het innoveren van (online) onderwijs, kunnen delen met elkaar. Er ligt een positief advies van de universiteitsraad, dus we gaan er nu ook echt mee starten.’

Een open houding is daarbij belangrijk, volgens Schuit: ‘We moeten niet te veel van tevoren vastleggen. Corona heeft ons geleerd dat we adaptiever moeten zijn. We moeten meer kunnen inspringen op nieuwe ontwikkelingen.’

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.