Taalbeleid en de paradox van inclusiviteit

Spreken we Nederlands of Engels? Het taalbeleid van universiteiten moet ervoor zorgen dat iedereen erbij hoort. Maar soms zorgt het streven naar inclusiviteit voor nieuwe onrechtvaardigheden, stelt hoogleraar bedrijfsethiek Wim Dubbink. ‘Native speakers van het Engels komen in een machtspositie terecht.’

Beeld Bas van der Schot

De meeste Nederlanders staan positief tegenover beleid dat ernaar streeft alle mensen te ‘includeren’. Iedereen hoort erbij. Daarom is het bijvoorbeeld belangrijk dat bij het ontwerp van gebouwen rekening wordt gehouden met rolstoelgebonden mensen. Toch kom ik meer en meer mensen tegen die – naar eigen zeggen – ‘kriegel worden’ van de constante roep om inclusiviteit.

Men stelt dat die constante (of overdreven) oproep niets van het oude vertrouwde laat bestaan. Er is geen respect voor traditie. Soms houdt de kriegel verband met de intuïtie dat het streven naar inclusie mogelijk nieuwe onrechtvaardigheden tot gevolg heeft of toch tenminste ongewenste onbedoelde gevolgen heeft.

Zetten we die laatste intuïtie om naar een filosofische stellingname dan luidt die mogelijk zo: er zit een merkwaardige paradox verborgen in elke poging om het streven naar inclusie om te zetten in beleid om tot inclusie te komen: er is telkens het risico dat nieuw beleid nieuwe groepen excludeert en en andere onterecht privileges gunt.

Het taalbeleid van Tilburg University

Het is vaak lastig abstracte filosofische stellingen met een voorbeeld toe te lichten. Maar nu is er een prachtig voorbeeld voorhanden: het taalbeleid van Tilburg University, de organisatie waar ik werkzaam ben. In het laatste decennium maakten de meeste Nederlandse universiteiten een ruk naar Engelstaligheid. Tilburg University ging hierin mee, zij het – gelukkig – minder radicaal dan andere universiteiten.

Niettemin, Engels werd de default taal. Nederlands spreken mag nog maar zodra er één persoon in de zaal is die het Nederlands niet machtig is (vaak een native speaker van Engels) is de regel dat wordt overgegaan op Engels. Daarbij krijgen de Nederlandstaligen veelal niet – zoals Willem Alexander onlangs van president Macron – een bedankje voor het overschakelen op een tweede taal. Ook wordt niet de vraag gesteld of de betrokken persoon misschien al 5 of 10 jaar in Nederland aanwezig is en Nederlands had kunnen leren.

De keuze voor Engels als default wordt door Tilburg University nadrukkelijk geplaatst in het kader van ‘inclusiviteit’. Iedereen moet kunnen meepraten dus spreken we allemaal met elkaar Engels. Een logische en inclusieve keuze. Wie bezwaar maakt tegen dit beleid krijgt dan ook snel het gevoel niet alleen een onnozelaar te zijn qua taalvaardigheid maar ook nog eens een immorele persoon, die anderen excludeert: een nativist.

Naar woorden zoeken

Dat dit streven naar inclusie excluderend werkt, hoeft weinig betoog. De meeste Nederlanders spreken wel wat Engels maar slechts een enkeling is een volwaardige gesprekspartner in het Engels. Meestal is de woordenschat beperkt, krijgt men complexe kwesties moeilijk uitgelegd, zoekt men om de haverklap naar woorden, moeten grapjes en kwinkslagen noodgedwongen uitblijven, enzovoorts. Een goede indicator is dat veel studentenhuizen internationale studenten weren: men wil gewoon niet de hele dag moeilijk doen en Engels moeten praten.

Je ziet ook dat de kwaliteit van vergaderingen stevig afneemt wanneer iedereen noodgedwongen in een tweede taal moet spreken. Velen haken relatief snel af. Men kan wel Engels maar in het Engels op het scherp van de snede discussiëren is toch wat anders. Ook zie je dat Nederlandse mensen meer tijd kwijt zijn aan de voorbereiding (lezen kost meer tijd; schrijven kost veel meer tijd en de hemel sta je bij als je in het Engels notulen moet maken).

Machtspositie

Tegelijkertijd zien we dat de native speakers van het Engels in een machtspositie terechtkomen. Voor hen gelden al die problemen niet. Ze kunnen woorden of zinswendingen gebruiken waarvan de Nederlanders dan denken dat ze die hadden moeten kennen en men schaamt zich als taal onnozelaar. Men staat hoe dan ook buiten spel.

Dat een poging tot inclusie leidt tot nieuwe vormen van exclusie en nieuwe klassen van geprivilegieerden kan dus makkelijk worden aangetoond. De casus is extra interessant omdat de kous niet af is met deze mogelijk wat voor de hand liggende feiten. Het taalbeleid kreeg een bureaucratisch vervolg in een verplichting voor alle medewerkers om goed Engels te leren spreken.

Een test afleggen

Een commissie kwam tot de conclusie dat alle wetenschappelijke medewerkers daarom Engels op ‘C2 niveau’ moeten beheersen. Het kwam de commissie vreemd voor dat ook native speakers van het Engels hiervoor een test moesten afleggen. Vandaar dat de – naar ik vermoed, lelieblanke – commissie in 2017 met de volgende uitzonderingsclausule op de proppen kwam:

2. Exemption is granted if the employee is a native speaker of English, i.e. a citizen of one of the following countries: Australia, Canada (with the exception of Quebec), Ireland, New Zealand, United Kingdom, the United States of America, and South Africa (further details required in this case).

De paradox dat inclusie leidt tot nieuwe vormen van exclusie wordt hier tot in het absurde duidelijk gemaakt. Het Engels kent inmiddels een groot aantal varianten, waarvan er sommige zelfs officieel erkend zijn als Engels. In veel landen buiten de in de clausule genoemde is (een variant van het) Engels de officiële taal of de meest gesproken taal. Al deze landen en mensen worden door de 2017 commissie even op hun (koloniale) plek gezet.

Lesgeven in het Engels

Langs de andere kant includeert de clausule mensen die niet zomaar hadden moeten worden geprivilegieerd. Het uiteindelijk doel van een taaltoets voor docenten moet immers zijn of men in staat is op de juiste wijze te communiceren met een qua Engelse taalvaardigheid grote diversiteit aan studenten. De vraag is niet of je in de V.S. snel de krant kan lezen of daar in een café verbale gein kan trappen.

De gedachte dat juist native speakers alsmede burgers die groep kan lesgeven is niet per sé waar. Klachten van studenten over het ‘niveau van het Engels van de docent ‘ betreffen gek genoeg nogal eens juist die groep. Zo raar is dat mogelijk niet: juist deze mensen weten niet wat het betekent om te moeten worstelen met een tweede taal.

Men overschat de taalbeheersing van de studenten of denkt er gewoon niet bij na dat veel non-native speakers van het Engels de taal veel minder goed spreken dan zij. Ook spreken ze soms met een zwaar native dialect of ze gebruiken woorden of zinsconstructies waarmee ze een 10 scoren op de C2 test maar die onhandig zijn om te gebruiken in het onderwijs omdat de studenten ze niet begrijpen.

Weer Nederlands spreken

Ik begon deze tekst met de stelling dat het streven naar inclusie sommige mensen tegenwoordig ‘kriegel’ maakt. Men krijgt het gevoel dat alles altijd maar anders moet. De casus laat echter zien dat er met het streven naar inclusiviteit als zodanig niets mis is. Dat streven verzet zich niet altijd tegen dingen bij het oude laten of tradities in ere houden (zoals een taal respecteren).

Respect voor het Nederlands op Nederlandse universiteiten kan juist onder verwijzing naar ‘inclusiviteit’ worden beargumenteerd. Het is juist het achteloos overgaan op ‘we spreken allemaal wel Engels en we denken verder niet na over een C2 verplichting’, dat – vanwege de paradox – leidt tot inclusiviteitsproblemen. In Tilburg lijkt dit besef enigszins door te dringen – al is er nog een weg te gaan.

Men benadrukt iets meer dat het streven naar een inclusieve taalgemeenschap van alle mensen wat vraagt. Voorzichtig wordt gesuggereerd dat mogelijk iedereen tenminste toch passief Nederlands zou moeten beheersen. Bij sommige bijeenkomsten zoals de DIES wordt weer Nederlands gesproken. Een volgende stap zou zijn om de klakkeloosheid te nuanceren van het idee dat we op vergaderingen dan maar Engels spreken.

Wim Dubbink is hoogleraar bedrijfsethiek bij het departement Filosofie. Deze opinie verschijnt vandaag ook op Sociale Vraagstukken.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.