‘Kennisoverdracht gaat een stuk moeilijker als studenten en docenten de landstaal niet beheersen’
De Nederlandse overheid wil verengelsing van universiteiten tegengaan. Volgens decaan geesteswetenschappen Boudewijn Haverkort gaat de overheidsbemoeienis met de onderwijsinstellingen daarmee te ver. Felix Huygen, bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland, ziet dat heel anders. ‘De regering probeert uitzinnige groei binnen de perken te houden.’

Met veel belangstelling las ik het interview met prof.dr.ir. Boudewijn Haverkort in Univers.
Het viel mij op dat Haverkort Zwitserland als lichtend voorbeeld voor Nederland afschildert op het gebied van internationalisering. Daar kan ik het van harte mee eens zijn, maar juist om de tegenovergestelde reden: de universiteiten van Lausanne en Zürich bieden namelijk geen volledig Engelstalige bacheloropleidingen aan. Studenten uit het buitenland worden geacht een van de landstalen machtig te zijn voordat ze aan zo’n opleiding beginnen, in Lausanne het Frans, en in Zürich het Duits.
Het voorstel van minister Dijkgraaf dat twee derde van iedere bacheloropleiding in het Nederlands gedoceerd dient te worden (dat helaas ook ruimte zal laten voor uitzonderingen) lijkt dus een stuk soepeler te zullen worden dan de bestaande praktijk in Zwitserland.
31,4 procent van de Zwitserse studenten is afkomstig uit het buitenland – in Nederland geldt dat voor 40 procent van de eerstejaars. Ook is eerder dit jaar bekend geworden dat universiteiten in Zwitserland plannen hebben om het aantal internationale studenten te verminderen, wegens te grote druk op de begroting. Dit alles lijkt zich moeilijk te verdragen met Haverkorts bewering dat de Zwitsers verwelkomender zijn voor internationale studenten dan Nederlanders.
Tot slot Haverkorts opvatting dat ‘de Nederlandse overheid zich té veel [bemoeit] met de interne zaken de universiteit’. Daar zou ik tegenover willen stellen: de Nederlandse overheid financiert de Nederlandse universiteiten voor een belangrijk deel. De post ‘wetenschappelijk onderwijs’ in de Rijksbegroting steeg van 4,2 miljard euro in 2015 naar 6,7 miljard euro in 2022; ik ken geen andere post die in dezelfde periode ook met meer dan 60 procent steeg.
Haverkort kan toch moeilijk van mening zijn dat de overheid maar ongezien steeds meer gemeenschapsgeld aan universiteiten moet blijven overmaken zonder daar enige voorwaarde aan te stellen. Zeker in tijden van stijgende rentes en een milde recessie (maar anders ook) lijkt het me redelijk dat de overheid kijkt naar methodes om deze uitzinnige groei enigszins binnen de perken te houden – ook omdat de groei van het aantal studenten tegelijkertijd heeft geleid tot sterk stijgende werkdruk voor docenten, groeiende kamertekorten en meer grootschaligheid in het onderwijs.
Daarbij komt dat artikel 1.3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) stelt dat universiteiten in ruil voor de financiering door de overheid geacht worden ‘kennis over te dragen ten behoeve van de maatschappij’, en die taak wordt aanzienlijk bemoeilijkt als een groot deel van de studenten en docenten de landstaal niet beheerst (en als de rest, die wel Nederlands spreekt, deze taal niet op academisch niveau leert beheersen).
Omdat individuele opleidingen en instellingen hun collectieve verantwoordelijkheid op dit gebied al jaren niet hebben genomen, maar vanuit hun eigen belang hebben geredeneerd en zich maar zijn blijven richten op meer groei en grootschaligheid, en koepelorganisatie Universiteiten van Nederland evenzo, is de regering genoodzaakt in te grijpen, zelfs nu het een minister betreft van de meest internationaal georiënteerde partij.
Ik begrijp wel dat mensen het oneens kunnen zijn met de maatregelen, maar ik begrijp niet zo goed wat er controversieel kan zijn aan het goed recht van de regering om überhaupt in te grijpen op dit punt. We leven in een democratie, en de regering wordt geacht het algemeen belang te verdedigen als door overheidsgeld gefinancierde kleinere partijen dat nalaten.
Felix Huygen is bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland