Samen delen: startersbeurzen sociale faculteit gaan naar duo’s

Samen delen: startersbeurzen sociale faculteit gaan naar duo’s

Rust en ruimte. Dat zouden de uitgangspunten van de startersbeurzen moeten zijn, die het Rijk sinds 2022 verleent aan universiteiten om beginnende onderzoekers een werkkapitaal voor eigen onderzoek mee te geven. Worden die doelen gehaald en hoe wordt het geld besteed? Univers keek mee bij de faculteit Social and Behavioral Sciences.

Beeld: Shutterstock

In totaal is 300 miljoen euro per jaar beschikbaar voor deze beurzen. Daarvan kwam er 156 miljoen vrij in 2023 in de vorm van startersbeurzen, om wetenschappers in het begin van hun loopbaan minder afhankelijk te maken van het competitieve Veni-programma. Tilburg krijgt 12,1 miljoen, dat is goed voor 40,2 beurzen, te verdelen over 45 nieuwe universitaire docenten (UD’s) voor de hele universiteit.

De financiering komt erop neer dat elke nieuwe universitaire docent de beurs krijgt om bijvoorbeeld een PhD-student aan te stellen voor een eigen onderzoekslijn. Antoinette de Bont, decaan van Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB), is blij met het geld, maar wil meteen een misverstand uit de weg ruimen: deze beurzen gaan de werkdruk niet verminderen.

Motor van de organisatie

Waar het geld dan wel tot zijn recht komt? De Bont: ‘Universitair docenten zijn de motor van onze organisatie, en dáár zit ook de innovatieve kracht. Deze groep staat in onze organisatie het meest onder druk. Je moet én onderwijs draaien, én onderzoek doen én een eigen onderzoekslijn opzetten.

Antoinette de Bont: ‘Universitair docenten zijn de motor van onze organisatie.’ Beeld: Erasmus Universiteit

Tot voor kort moest je voor je onderzoek een uitzonderlijk goed onderzoeksvoorstel schrijven om Veni-geld te werven als je een PhD wilde betalen. Maar de competitie om Veni-beurzen was enorm en goede voorstellen haalden het vaak niet. ‘Terwijl zo’n Veni je carrière kan maken of breken,’ vindt de Bont. ‘Dus dat is een belangrijke stap voor startende universitair docenten. Met deze startersbeurzen krijgen zij allemaal een kans om een eigen onderzoekslijn op te zetten.’

Verdeling van het geld

Al snel na de presentatie van de plannen rezen er twijfels over de verdeling en het beschikbare geld. Want er waren meer beginnende universitair docenten dan beurzen, en er zou een nieuwe competitie kunnen ontstaan. WOinActie, een beweging van verontruste wetenschappelijk medewerkers en studenten, zag het geld liever verdeeld over alle wetenschappers.

‘Een Veni-beurs kan je carriere maken of breken’

Daarbij maakten sommigen zich zorgen over een nieuwe tweedeling tussen nieuwe en zittende universitair docenten, die zou leiden tot een ‘onrechtvaardige achterstelling en verdere demotivatie van degenen die jarenlang de klappen hebben opgevangen.’

De Bont onderkent die bezwaren: ‘Het plan van de minister is dat een startersbeurs naar één universitaire docent gaat. Maar wij hadden niet genoeg middelen voor alle universitair docenten en bovendien hadden we UD’s die in vaste dienst waren sinds 2020, midden in de covidtijd. Die hadden het al zwaar en ze liepen ook nog eens zo’n beurs mis omdat ze geen beginnend UD meer waren.’

Om de pot eerlijker te verdelen besloot TSB om de beurzen toe te wijzen aan koppels. Startende universitair docenten konden in aanmerking komen voor een beurs als zij een partner zochten binnen de universiteit: ‘Universitair docenten die al langer in dienst waren konden dan mede-aanvrager worden, en dat is eigenlijk heel soepel gegaan,’ zegt De Bont: ‘Al waren de UD’s natuurlijk niet helemaal vrij om hun aanvraag zelf te doen.’

Eigen lijn

De financiële injectie moet ruimte geven om ‘ongebonden onderzoek’ te doen. Ook universitair docenten geven aan dat ze deze manier van samenwerken prettig vinden. Zo wil Bastian Jaeger, werkzaam bij de afdeling Sociale Psychologie, onderzoek gaan doen naar een nieuw onderzoeksgebied in de richting van moraliteit, altruïsme en hoe we over dieren denken in onze samenleving.

‘Het is een heel organische match’

‘Empathie speelt daarbij een grote rol en ik dacht, kunnen we dit toepassen op dieren?’ zegt Jaeger. Daarvoor zocht hij contact met collega Thorsten Erle, ook werkzaam bij de afdeling Sociale Psychologie en deskundig op het gebied van empathie. Achteraf bleek het een goede klik: ‘Ik had een voorsprong, want ik kende het werk van Bastian en het is een heel organische match,’ zegt Erle.

Frisse blik

Deze onderzoekers kijken met een frisse blik naar maatschappelijke ontwikkelingen. Organisatiewetenschappers Nikolas Rathert en Ashley Metz hebben elkaar gevonden in een onderzoek naar de maatschappelijke verantwoordelijkheid in nieuwe digitale beroepen.

Metz: ‘We willen meer te weten komen over een zeer grote, maar onderbelichte groep professionals die verantwoordelijk is voor het beheer van de ontwikkeling van software en andere producten. Wat zouden theoretische aspecten kunnen zijn van hoe ze werken? Hoe zien zij hun rol ten opzichte van de samenleving? En hoe verandert dit?’

Nikolas Rathert: ‘We hebben het project ontwikkeld, werken samen, geven advies en gaan de volgende generatie wetenschappers opleiden.’ Metz vult aan: ‘Het is een geweldige kans. Meestal is het minder gebruikelijk om meteen een PhD-student te krijgen.’

Buiten de comfortzone

Erle benadrukt de kans die ze krijgen met deze startersbeurzen, maar er was in het begin ook verwarring, erkent hij, want je moest iemand vinden met wie het langdurig klikt. Maar als de match goed is kunnen de onderzoekers elkaar prima aanvullen.

Zo focust Jaeger zich bijvoorbeeld meer op de praktisch toegepaste kant, terwijl Erle sterker is aan de theoretische kant. Erle: ‘Dit initiatief inspireerde ons om onderzoek te doen buiten onze comfortzone.’ Jaeger: ‘Vaak heb je niet het budget om deze projecten na te streven die potentieel veel waardevollere resultaten zullen opleveren dan de kleinere projecten die we normaal zouden doen.’

Ook Rathert en Metz zien de voordelen in van een grotere schaal, want ze kunnen hiermee een grote dataset verzamelen, groter dan ze in hun eentje aankonden. Daardoor wordt het ook makkelijker om verstrekkendere uitspraken te doen en bredere conclusies te trekken.

Halvering

In de oorspronkelijke plannen van demissionair minister Dijkgraaf (OCW) konden beginnende universitair docenten aanspraak maken op een bijdrage van 300 duizend euro. Het aandeel vaste contracten is de laatste jaren echter flink omhooggeschoten door inspanningen van de universiteiten [bron UNL] en investeringen van het kabinet, onder andere via de zogenaamde sectorplannen.

Inmiddels heeft de minister het probleem van de verdeling ook onderkend. Dijkgraaf gaf de universiteiten eind vorig jaar toestemming om in voorkomende gevallen de beurzen te halveren. Voor TSB is deze maatregel niet van belang. De faculteit heeft het probleem zelf opgelost.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.